Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Waar gaat de zaak over?
2..De procedure
- de dagvaarding van 26 juni 2023;
- producties 1 tot en met 5 van [eiseres01] ;
- producties 1 en 2 van Woonplus;
- de pleitnota van Woonplus.
3..De beoordeling
€ 696,00
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een executiegeschil, heeft eiseres, wonende te Schiedam, een verbod gevorderd tegen de ontruiming van haar woning door Woonplus, terwijl er nog een hoger beroep loopt. De voorzieningenrechter heeft deze vordering afgewezen. De achtergrond van de zaak is dat de kantonrechter op 12 mei 2023 de huurovereenkomst tussen eiseres en Woonplus heeft ontbonden, omdat eiseres in strijd met de huurovereenkomst haar dochter en haar kinderen in de woning heeft laten wonen. De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen sprake is van een kennelijke misslag in het vonnis van de kantonrechter en dat de vordering van eiseres om de ontruiming te verbieden niet kan worden toegewezen. Eiseres heeft niet aangetoond dat er een noodtoestand bestaat die de ontruiming zou rechtvaardigen. De voorzieningenrechter wijst erop dat de uitvoerbaarheid bij voorraad van het vonnis van de kantonrechter al is gemotiveerd en dat er geen nieuwe feiten zijn die een andere beslissing rechtvaardigen. Eiseres wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld, die aan de zijde van Woonplus zijn begroot op € 1.372,00.