ECLI:NL:RBROT:2023:609

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 januari 2023
Publicatiedatum
31 januari 2023
Zaaknummer
10024901
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding wegens verborgen gebreken en non-conformiteit bij woningverkoop

In deze zaak vordert eiseres, [eiseres01], schadevergoeding van gedaagde, [gedaagde01], naar aanleiding van de aankoop van een woning. De vordering is gebaseerd op verborgen gebreken, waaronder houtworm en een defect rolluik. De koopovereenkomst, gesloten op 23 juni 2021, bevatte een ouderdomsclausule en bepalingen over de staat van de onroerende zaak. Tijdens de bezichtiging van de woning was het elektrische rolluik defect, en eiseres stelt dat gedaagde heeft toegezegd dit te verhelpen, wat niet is gebeurd. Na de aankoop op 3 september 2021 zijn er houtwormproblemen geconstateerd, wat eiseres niet had verwacht. Gedaagde betwist de aanwezigheid van houtworm en verwijst naar de ouderdomsclausule in de koopovereenkomst, die volgens hem de risico's voor eiseres zou dekken. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde aansprakelijk is voor de schade aan het rolluik, maar wijst de vordering tot schadevergoeding voor de houtworm af, omdat eiseres niet voldoende bewijs heeft geleverd van de schade en de oorzaak daarvan. Eiseres wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10024901 CV EXPL 22-23270
datum uitspraak: 13 januari 2023
vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiseres01],
woonplaats: [woonplaats01] ,
eiseres,
gemachtigde: mr. M.G.J. Smit,
tegen
[gedaagde01],
woonplaats: [woonplaats02] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. L.M. van Rooij.
De partijen worden hierna ‘ [eiseres01] ’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 19 juli 2022, met producties;
  • het antwoord, met producties;
  • de brief van 27 september 2022, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de akte vermeerdering van eis van [eiseres01] .
1.2.
Op 28 november 2022 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij was [eiseres01] aanwezig, bijgestaan door haar gemachtigde mr. M.G.J. Smit. Ook [gedaagde01] is ter zitting verschenen, tezamen met zijn partner mevrouw [naam01] en bijgestaan door zijn gemachtigde mr. L.M. van Rooij.

2.De feiten

2.1.
In het kader van de verkoop van de aan [gedaagde01] in eigendom toebehorende woning aan de [adres01] in Krimpen aan den IJssel heeft een bezichtiging plaatsgevonden, waarbij [eiseres01] als potentiële koper aanwezig is geweest. Bij die bezichtiging is geconstateerd dat het elektrische rolluik niet functioneerde.
2.2.
Partijen hebben op 23 juni 2021 een koopovereenkomst gesloten. De inhoud van de koopovereenkomst luidt - voor zover van belang - als volgt:
“(…)artikel 6 Staat van de onroerende zaak/Gebruik
6.1.
De onroerende zaak zal aan koper in eigendom worden overgedragen in de staat waarin deze zich bij het tot stand komen van deze koopovereenkomst bevindt, derhalve met alle daarbij behorende rechten en aanspraken, heersende erfdienstbaarheden en kwalitatieve rechten, zichtbare en onzichtbare gebreken en vrij van hypotheken, beslagen en inschrijvingen daarvan. Koper aanvaardt deze staat en daarmee ook de op de onroerende zaak rustende publiekrechtelijke beperkingen voor zover dat geen 'bijzondere lasten' zijn.
(…)
6.3.
De onroerende zaak zal bij de eigendomsoverdracht de feitelijke eigenschappen bezitten die nodig zijn voor een normaal gebruik als: woonruimte.
(…)
Verkoper staat niet in voor andere eigenschappen dan die voor een normaal gebruik nodig zijn. Gebreken die het normale gebruik belemmeren en die aan koper bekend of kenbaar zijn op het moment van het tot stand komen van deze koopovereenkomst komen
voor rekening en risico van koper. (…)
(…)
artikel 27 Ouderdomsclausule
Het is koper bekend dat het verkochte meer dan 64 jaar oud is, hetgeen betekent dat de eisen die aan de bouwkwaliteit gesteld mogen worden aanzienlijk lager liggen dan bij nieuwe woningen. In afwijking van artikel 5.3 van deze koopakte en artikel 7:17 lid 1 en 2 BW komt het geheel of ten dele ontbreken van een of meer eigenschappen van de onroerende zaak voor normaal en bijzonder gebruik en het eventueel anderszins niet-beantwoorden van het verkochte aan de overeenkomst voor rekening en risico van koper. (…)”
2.3.
De levering van de woning aan [eiseres01] heeft op 3 september 2021 plaatsgevonden.
2.4.
Op 30 oktober 2021 heeft de verkoopmakelaar, de heer [naam02] , een e-mail aan [gedaagde01] gezonden, met - voor zover relevant - de volgende inhoud:
“(…) Nadat de laminaatvloer in de woonkamer verwijderd was, is er iemand zoals gemeld door de vloer gezakt. Inmiddels heeft koopster hiervoor maatregelen moeten nemen. Er is een ongedierte bestrijdingsbedrijf langs geweest die de balken en de vloerdelen behandeld heeft en inmiddels is de vloer weer hersteld en zijn de kapotte vloerdelen vervangen. (…)
Koopster spreekt jou aan op de gebrekkige vloer en verzoek om hiervoor en regeling te treffen. Jou reactie verneem ik graag.
(…)
Koopster heeft inmiddels aangegeven geen elektrisch rolluik te hoeven maar verwacht wel goede oplossing. Ook hierop graag jou reactie. (…)”
2.5.
De heer [naam02] heeft op 14 december 2021 nogmaals een e-mail aan [gedaagde01] gezonden, waarvan de inhoud - voor zover van belang - als volgt luidt:
“(…) Helaas moet ik je nogmaals meedelen dat er wederom houtworm is geconstateerd door de koopster. Enige tijd geleden heb ik jou gemeld dat zij houtworm heeft geconstateerd in de begane grondvloer. De foto’s daarvan zijn in jou bezit. Nu blijkt dit ook in de verdiepingsvloer van de zolder te zitten. Zij heeft hiervan een rapport op laten stellen welke ik nog nader ontvang. (…)”
2.6.
Op 21 december 2021 heeft de gemachtigde van [eiseres01] een brief aan [gedaagde01] gestuurd, waarin - voor zover van belang - het volgende is opgenomen:
“(…)Rolluik
Tijdens de bezichtiging is door partijen geconstateerd dat het elektrisch rolluik niet functioneerde. De verkoper heeft toegezegd dat de storing verholpen zou worden. Helaas is de storing niet verholpen. Cliënte heeft een elektricien het rolluik laten beoordelen en komt tot te conclusie dat deze niet meer te herstellen is. Enige optie is vervanging van het rolluik. (…)
Cliënte heeft het gebrek geconstateerd op het moment dat u eigenaar was van de woning en te kennen is gegeven dat het rolluik hersteld zou worden. Het gebrek is door u herkend echter niet verholpen. Dat u eventueel de schade wenst te verhalen op de makelaar is aan u. Cliënte wenst gecompenseerd te worden voor niet verstelde gebrek aan de woning. De schade voor vervangen van het rolluik bedraagt EUR 618,-- (…)
Houtworm begane grond
Bij dezelfde e-mail van de heer [naam02] d.d. 14 december 2021 is eveneens bericht dat er sprake is van een verborgen gebrek aan de woning. Hierbij ging het om houtworm op de begane grond. Na het verwijderden van de laminaatvloer is er iemand door de houtenvloer gezakt. Nu de houtenvloer voldoende draagkracht dient te hebben om te kunnen fungeren als vloer voor een woning is hier nader onderzoek naar gedaan. Hieruit is gebleken dat er sprake is van houtworm. (…)
De schade is als volgt:
- Behandeling houtworm Rent 2 prevent: EUR 400,--
- Underlaymentvloer Gamma: EUR 667,83
- Werkzaamheden vloer DPM Bouw en Onderhoud EUR 871,20
Totaal: EUR 1.939,03
Houtworm eerste verdieping en zolder
Bij e-mail van de makelaar de heer [naam02] d.d. 14 december 2021 is u medegedeeld dat er eveneens houtworm is geconstateerd op de verdiepingsvloer van eerste verdieping alsmede is er houtworm geconstateerd op de zolderverdieping. (…)
Aansprakelijkstelling
Gezien het hierboven vermelde stelt cliënte u aansprakelijk voor het gebrek aan het rolluik en de verborgen gebreken aan de woning, te weten de aangetroffen houtworm (7:15 BW). Dan wel beroept cliënte zich op dwaling (ex artikel 6:228 lid 2 BW). Cliënte stelt u dan ook aansprakelijk voor de schade en de gevolgschade. (…)”
2.7.
De gemachtigde van [eiseres01] heeft op 12 april 2022 wederom een brief aan [gedaagde01] gestuurd, waarin - voor zover van belang - het volgende is medegedeeld:
“(…) Thans is gebleken dat de gehele woning behandelt dient te worden tegen houtworm. De kosten hiervan zijn als volgt:
- Verwijderen en aanbrengen vloeren eerste etage (…) EUR 4.386,25
- Verwijderen en aanbrengen vloeren tweede etage (…) EUR 3.865,95
- Behandeling houtworm begane grond en eerste etage (…) EUR 968,00
- Behandeling houtworm zolderverdieping (…) EUR 550,55
- Kosten schrijven d.d. 21 december 2021(…) EUR 1.939,03
Totale kosten / schade EUR 12.327,78(…)”

3.Het geschil

3.1.
[eiseres01] vordert - na wijziging van haar eis - samengevat:
  • [gedaagde01] te veroordelen om de schade te vergoeden op basis van non-conformiteit en/of dwaling en/of toerekenbare tekortkoming en/of redelijkheid en billijkheid;
  • [gedaagde01] te veroordelen aan haar te betalen een bedrag van € 10.741,78 aan schade als gevolg van de houtworm, met rente;
  • [gedaagde01] te veroordelen aan haar te betalen de schade aan het rolluik van € 618,00;
  • [gedaagde01] te veroordelen aan haar te betalen de buitengerechtelijke incassokosten;
  • [gedaagde01] te veroordelen in de proceskosten en de nakosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.2.
[eiseres01] baseert de eis op het volgende. Tijdens de bezichtiging van de woning is geconstateerd dat het rolluik niet functioneerde. [gedaagde01] was destijds nog eigenaar van de woning en heeft aangegeven de noodzakelijke reparaties te verrichten. Dit heeft hij echter nagelaten.
3.3.
Na verkoop van de woning aan [eiseres01] is zowel op de begane grond als de eerste etage en de zolderverdieping houtworm geconstateerd. Als [eiseres01] had geweten dat er houtworm in de woning aanwezig was, had zij de woning niet gekocht. Daarnaast is er sprake van non-conformiteit van de woning, nu deze een gebrek bevat en is er sprake van een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van [gedaagde01] . Voor zover deze grondslagen de vordering niet kunnen dragen, beroept [eiseres01] zich op de redelijkheid en billijkheid. Het was redelijk en billijk geweest als [gedaagde01] zou hebben bijgedragen aan het herstel van de gebreken.
3.4.
[gedaagde01] is het niet eens met de eis en voert het volgende aan. Hoewel het juist is dat het rolluik bij de bezichtiging niet werkte, heeft [eiseres01] volgens de makelaar aangegeven dat zij geen nieuw elektrisch rolluik wenste. Dat betekent dat er op dit punt geen schade is voor [eiseres01] .
3.5.
[gedaagde01] betwist dat er sprake is (geweest) van houtworm in de woning. [eiseres01] heeft dit niet onderbouwd. Een deskundigenonderzoek naar de aantasting van de vloeren heeft nooit plaatsgevonden. Ten tijde van de koop van de woning is [eiseres01] er nadrukkelijk op gewezen dat de woning meer dan 64 jaar oud is. In de koopovereenkomst is bovendien een ouderdomsclausule opgenomen. [eiseres01] heeft voorafgaand aan de koop geen nader onderzoek verricht naar de staat van de woning, hetgeen naar aanleiding van de ouderdomsclausule wel van haar verwacht had mogen worden. Gelet op die clausule had [eiseres01] bedacht dienen te zijn op mogelijke aantasting van het houtwerk. Er is dan ook geen sprake van een tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst aan de zijde van [gedaagde01] .
3.6.
[eiseres01] onderbouwt niet op grond waarvan zij zou hebben gedwaald. Daarnaast is de koopovereenkomst ook niet vernietigd op deze grond en wordt ook in onderhavige procedure geen vernietiging gevorderd. [eiseres01] heeft nagelaten haar schade deugdelijk te onderbouwen.

4.De beoordeling

de eisvermeerdering
4.1.
[eiseres01] heeft haar eis bij akte, voorafgaand aan de mondelinge behandeling, vermeerderd met de gestelde schade aan het rolluik van € 618,00. Daartegen heeft [gedaagde01] geen bezwaar gemaakt. Op grond van artikel 130 Rv is de eiser bevoegd zijn eis te wijzigen zolang nog geen eindvonnis is gewezen. De eisvermeerdering is dan ook tijdig gedaan. Van strijd met de goede procesorde is geen sprake. Bij de mondelinge behandeling heeft [eiseres01] haar vordering verminderd met de in randnummer 17 van de dagvaarding opgenomen bedragen van € 968,00 en € 1.939,03. De kantonrechter zal bij de beoordeling uitgaan van de gewijzigde eis zoals hierboven weergegeven onder 3.1.
de schade aan het rolluik
4.2.
Tussen partijen staat niet ter discussie dat het rolluik ten tijde van de bezichtiging van de woning door [eiseres01] niet functioneerde. Vooropgesteld wordt dat [gedaagde01] ten tijde van het plaatsvinden van de bezichtiging de eigenaar was van de woning, zodat de tijdens die bezichtiging geconstateerde schade aan het rolluik in beginsel ook voor zijn rekening dient te komen. Dit lijdt slechts uitzondering in het geval partijen andersluidende afspraken maken omtrent het herstel of vergoeding van de schade.
4.3.
[eiseres01] heeft gesteld dat [gedaagde01] bij de bezichtiging heeft toegezegd dit gebrek te verhelpen. Deze afspraak tussen partijen is door [gedaagde01] niet betwist. Hij stelt slechts dat [eiseres01] naderhand bij de makelaar zou hebben aangegeven dat zij toch geen nieuw rolluik meer wenste. Ter onderbouwing van zijn stelling verwijst [gedaagde01] naar de e-mail van de verkoopmakelaar, de heer [naam02] , van 20 oktober 2021. Uit die e-mail volgt echter niet dat [eiseres01] in het geheel geen nieuw rolluik meer wilde hebben. In de e-mail deelt de heer [naam02] slechts mede dat [eiseres01] heeft aangegeven geen elektrisch rolluik meer te willen, maar dat zij wél een goede oplossing van [gedaagde01] verwacht. [eiseres01] heeft bovendien ter zitting in aansluiting op voornoemde e-mail nader uiteengezet dat zij niet heeft afgezien van een nieuw rolluik, maar dat zij - om [gedaagde01] enigszins tegemoet te komen - slechts heeft aangegeven geen nieuw elektrisch rolluik te willen en in plaats daarvan ook genoegen te willen nemen met een mechanisch rolluik.
4.4.
Gelet op het voorgaande heeft [gedaagde01] onvoldoende gemotiveerd betwist dat [eiseres01] zou hebben afgezien van vervanging of herstel van het defecte rolluik. Voor zover het verweer van [gedaagde01] zo moet worden begrepen dat (ook) de makelaar verantwoordelijk is voor het ontstaan van de schade, heeft te gelden dat [gedaagde01] onvoldoende concrete feiten en omstandigheden heeft gesteld ter onderbouwing daarvan. Een en ander betekent dat er geen aanleiding bestaat af te wijken van de hiervoor genoemde aansprakelijkheid van [gedaagde01] voor de schade aan het rolluik.
4.5.
Ten aanzien van de hoogte van de schade heeft [eiseres01] een offerte van Hesterman Zonwering & Rolluiken ten bedrage van € 618,00 overgelegd. Deze offerte ziet op de plaatsing van een nieuw rolluik van het merk/type Verano V010 Space. Op de offerte is echter tevens een motor van het merk/type Somfy LT50 vermeld, hetgeen betekent dat het op de offerte vermelde rolluik een elektrisch rolluik betreft. Nu uit het hiervoor overwogene is gebleken dat [eiseres01] heeft afgezien van een elektrisch rolluik, maar juist genoegen wil nemen met een mechanisch rolluik, kan de overgelegde offerte niet dienen als deugdelijke onderbouwing van de schade van [eiseres01] . Om die reden zal de kantonrechter geen aansluiting zoeken bij de door [eiseres01] genoemde kosten, maar zal zij de schade aan het rolluik ex aequo et bono schatten op een bedrag van in totaal € 300,00. [gedaagde01] zal tot betaling van dit bedrag worden veroordeeld.
de houtworm
4.6.
[eiseres01] heeft gevorderd om [gedaagde01] te veroordelen de ten gevolge van de aanwezigheid van houtworm aan de woning ontstane schade te vergoeden.
4.7.
Het beroep van [eiseres01] op dwaling wordt verworpen. Dwaling in de zin van artikel 6:228 lid BW vormt geen zelfstandige grond voor schadevergoeding, maar kan slechts een grond opleveren voor vernietiging van de overeenkomst. Gesteld noch gebleken is echter dat [eiseres01] op enig moment voorafgaand aan de procedure de vernietiging van de overeenkomst heeft ingeroepen en ook in onderhavige procedure heeft zij geen vernietiging van de koopovereenkomst gevorderd.
4.8.
Ten aanzien van het beroep van [eiseres01] op non-conformiteit van de woning geldt dat in artikel 6.1 van de koopovereenkomst is bepaald dat het risico van alle gebreken (zichtbare en onzichtbare) bij [eiseres01] ligt. Artikel 6.3 van de koopovereenkomst bevat hierop een uitzondering. Met artikel 6.3 staat [gedaagde01] namelijk in voor de afwezigheid van gebreken die het normaal gebruik van de woning (als woning) verhinderen. Dit geldt echter niet voor gebreken die aan [eiseres01] bekend of kenbaar waren ten tijde van de koop. Verder is in artikel 27 van de koopovereenkomst een ouderdomsclausule opgenomen. De ouderdomsclausule maakt een uitzondering op de in artikel 6.3 opgenomen regel dat de woning de feitelijke eigenschappen moet bezitten die nodig zijn voor normaal gebruik als woonhuis. Kortgezegd bepaalt artikel 27 dat gebreken die het normale gebruik van de woning in de weg staan maar het gevolg zijn van ouderdom of bekend waren of kenbaar waren voor [eiseres01] , toch voor haar rekening komen.
4.9.
Allereerst zal vast moeten komen te staan dat er sprake is van een gebrek dat het normale gebruik van de woning in de weg staat, alvorens toegekomen kan worden aan de vraag voor wiens rekeningen en risico dat gebrek op grond van het hiervoor bij r.o. 4.8 geschetste kader dient te komen. [eiseres01] heeft gesteld dat zowel op de begane grond als op de eerste etage en de zolderverdieping houtworm is geconstateerd en dat de vloeren daardoor zodanig zijn aangetast dat deze moesten worden verwijderd en vervanging door nieuwe vloeren noodzakelijk is.
4.10.
[gedaagde01] heeft de aantasting van de vloeren door houtworm betwist. Gelet op die betwisting rust op grond van de hoofdregel van artikel 150 Rv op [eiseres01] de bewijslast van haar stelling dat er sprake is van aantasting van de vloeren door houtworm. Ter onderbouwing van haar stelling heeft [eiseres01] een verklaring van de heer [naam03] van Timmerbedrijf [naam03] overgelegd, waarin deze verklaart dat hij met een keukentrap door de houten vloer op de begane grond is gezakt en dat hij heeft geconstateerd dat er ‘overal kleine wormgaatjes zaten’. Voorts heeft [eiseres01] offertes van Traas Nederland in het geding gebracht, waarin een advies wordt gegeven in het kader van de houtconservering op de eerste verdieping en de zolder. Ter zitting heeft [eiseres01] voorts foto’s getoond waarop houten planken met daarin diverse kleine gaatjes zichtbaar zijn.
4.11.
Reeds in de correspondentie tussen partijen heeft [eiseres01] gesteld dat zij nog een rapport van een deskundige zou toesturen aan de makelaar. Gesteld noch gebleken is dat zij een dergelijk rapport aan de makelaar dan wel aan [gedaagde01] heeft toegezonden. Desgevraagd is zij ook in onderhavige procedure niet in staat gebleken een deskundigenrapport over te leggen. Dat betekent dat niet is gebleken dat er een deskundige onderzoek heeft gedaan naar de staat van de vloeren en naar de eventuele aanwezigheid van houtworm daarin.
4.12.
[eiseres01] heeft ook geen andere stukken overgelegd waaruit volgt dat is vastgesteld dat de vloeren in zodanig slechte staat waren dat deze verwijderd en vervangen moesten worden én dat dit het gevolg was van de aanwezigheid van houtworm. De verklaring van de heer [naam03] is in dit kader te algemeen en onvoldoende duidelijk, nu hij slechts zeer summier en zonder nadere toelichting verklaart dat er ‘overal kleine wormgaatjes zaten’. Ook de offertes van Traas Nederland kunnen niet als bewijs van de stellingen van [eiseres01] dienen. In essentie houden deze offertes slechts een aanbod aan [eiseres01] in tot het verrichten van de genoemde werkzaamheden met opgave van de te verwachten kosten. Dit kan niet gelijkgesteld worden met een rapport van een deskundige. Uit de offertes kan niet worden afgeleid dat er onderzoek is gedaan naar de staat van de vloeren, of en in welke mate de vloeren zijn aangetast en in hoeverre de eventuele aantasting het gevolg is van de aanwezigheid van houtworm. Ten slotte leveren ook de ter zitting door [eiseres01] getoonde foto’s geen bewijs op van de gestelde aantasting van de vloeren door houtworm. Op de foto’s, die ook bij dagvaarding zijn overgelegd, zijn slechts houten planken met daarop diverse minuscule gaatjes zichtbaar. Naast het feit dat niet vastgesteld kan worden wanneer de foto’s zijn gemaakt, kan uit de betreffende foto’s ook niet worden afgeleid dat dit planken betreffen die tot de betreffende vloeren uit de woning behoren en volgt daaruit evenmin wat de oorzaak van de gaatjes is.
4.13.
Door [eiseres01] is ter zitting aangegeven dat de betreffende vloeren inmiddels allemaal zijn verwijderd en reeds (deels) vervangen door nieuwe vloeren, hetgeen betekent dat een nader onderzoek van de vloeren niet meer tot de mogelijkheden behoort. Nu [eiseres01] op dit punt bovendien geen concreet bewijsaanbod heeft gedaan, leidt dit tot de conclusie dat niet is komen vast te staan dat de vloeren in de woning zodanig waren aangetast dat verwijdering en vervanging van de vloeren noodzakelijk was én dat dit het gevolg was van de aanwezigheid van houtworm. Dat betekent dat niet gebleken is dat er sprake was van een gebrek dat het normale gebruik van de woning in de weg stond. Dit leidt tot de slotsom dat het beroep op non-conformiteit niet slaagt.
4.14.
Nu de aantasting van de vloeren door houtworm niet is komen vast te staan, kan op die grond ook geen sprake zijn van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst door [gedaagde01] . Hetzelfde geldt voor het beroep van [eiseres01] op de redelijkheid en billijkheid. Dat betekent dat alle vorderingen van [eiseres01] op dit punt worden afgewezen.
buitengerechtelijke incassokosten
4.15.
[eiseres01] maakt voorts aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De onderhavige vordering heeft geen betrekking op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is. De kantonrechter zal de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn daarom toetsen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het Rapport Voorwerk II met inachtneming van het Rapport BGK-integraal. Nu alle overige vorderingen van [eiseres01] niet voor toewijzing in aanmerking komen, zijn bij deze beoordeling slechts de in het kader van de schade aan het rolluik verrichte buitengerechtelijke werkzaamheden van belang. Gebleken is dat slechts in de brief van de gemachtigde van [eiseres01] van 21 december 2021 concreet aanspraak gemaakt wordt op betaling van de schade aan het rolluik.
De in dit kader verrichte werkzaamheden vormen dan ook onvoldoende rechtvaardiging voor de gevorderde vergoeding van buitengerechtelijke kosten. Deze zal dan ook worden afgewezen.
proceskosten
4.16.
[eiseres01] krijgt voor het grootste deel ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van [gedaagde01] tot vandaag vast op € 746,00 aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 373,00). Voor kosten die [gedaagde01] maakt na deze uitspraak moet [eiseres01] een bedrag betalen van
€ 124,00. Hier kan nog een bedrag bijkomen voor de betekening van de uitspraak. In dit vonnis hoeft hierover geen aparte beslissing te worden genomen (ECLI:NL:HR:2022:853).
uitvoerbaarheid bij voorraad
4.17.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde01] om aan [eiseres01] te betalen € 300,00;
5.2.
veroordeelt [eiseres01] in de proceskosten, aan de kant van [gedaagde01] tot vandaag vastgesteld op € 746,00;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. Aukema-Hartog en in het openbaar uitgesproken.
44487