4.2.2.Beoordeling
De feiten
Op 22 mei 2022 omstreeks 23:28 uur ontving het Operationeel Centrum Rotterdam meerdere meldingen van een schietpartij aan de Nassauhaven te Rotterdam. De verbalisanten die om 23:32 uur ter plaatse kwamen zagen een persoon op straat liggen die later het slachtoffer [slachtoffer01] bleek te zijn. De verbalisanten zagen dat het slachtoffer in een foetushouding lag met zijn gezicht naar de grond. Ter hoogte van zijn hoofd lag een plas bloed met daarin twee hulzen. Op de stoep lagen nog twee hulzen. De verbalisanten zagen op de rug van het slachtoffer twee bebloede vlekken op het T-shirt. Bij het naar boven draaien van het gezicht zagen de verbalisanten dat het slachtoffer een schotwond had in het hoofd op de plek waar normaal gesproken het rechteroog hoort te zitten. Aan de achterkant van het hoofd zagen de verbalisanten aan dezelfde kant ook een gat. Bij het controleren van de vitale functies constateerden de verbalisanten dat het slachtoffer geen ademhaling en geen hartslag had.
Andere verbalisanten ontvingen aanrijdend naar de Nassauhaven de melding dat er op de Feijenoordkade te Rotterdam een brandend voertuig stond. Om 23:40 uur zagen zij aan het eind van de Feijenoordkade een grijze BMW met kenteken [kenteken01] in brand staan. De BMW bevond zich op ongeveer 750 meter van de Nassauhaven .
Uit het forensisch onderzoek in de Persoonsstraat en de Nassauhaven volgt dat er minimaal zeven keer is geschoten. Het slachtoffer had schotverwondingen in zijn rechteroog, nek, rug, bil, buik en beide armen. De kogels waren van hetzelfde merk en kaliber en verschoten met een en hetzelfde vuurwapen. In de Persoonsstraat werden bloedsporen en twee hulzen aangetroffen. Vanaf de Persoonsstraat was een bloedspoor te zien dat liep in de richting van de plek waar het slachtoffer werd aangetroffen aan de Nassaukade. Rondom diens lichaam werden vijf verschoten patroonhulzen aangetroffen. Op één van de in de Persoonsstraat aangetroffen hulzen werd DNA aangetroffen van verdachte [verdachte01] (hierna: [verdachte01] ). De forensisch patholoog heeft vastgesteld dat het overlijden van het slachtoffer kan worden verklaard door het doorschot door de nek. Het doorschot door de rug was eveneens potentieel dodelijk. De forensisch patholoog stelde tevens vast dat het schotletsel aan de nek niet tijdens de eerste beschieting aan de Persoonsstraat kan zijn opgetreden, aangezien het ruggenmergletsel heeft geleid tot acute uitval van de bewegingsfuncties van het lichaam en het slachtoffer daarna dus niet meer zou hebben kunnen lopen.
Tijdens het forensisch onderzoek op de Feijenoordkade werden naast de uitgebrande BMW resten aangetroffen van een zwarte handschoen. Ook hierop werd het DNA van [verdachte01] aangetroffen. De BMW bleek valse kentekenplaten te hebben en gestolen te zijn.
Verklaringen verdachten
[verdachte01] heeft bekend dat hij het slachtoffer heeft doodgeschoten. Hij heeft verklaard dat hij was benaderd om een auto in brand te steken. Daar zou hij € 2.000 voor krijgen. Hij werd op 22 mei 2022 opgehaald met een Volkswagen Golf. In de auto is hem verteld dat hij iemand moest doodschieten. De persoon die dit zei draaide zich naar hem om en sprak met stemverheffing tegen hem. Daarna is [verdachte01] overgestapt in een BMW, waarin het vuurwapen lag. Hij heeft het vuurwapen geladen en is op enig moment uitgestapt. Toen er een man kwam aanlopen en die man hem aankeek heeft hij geschoten, waarna de man op de grond viel. Daarop kwam de BMW aanrijden, is [verdachte01] ingestapt en is de BMW naar de Feijenoordkade gereden. Daar heeft [verdachte01] de BMW in brand gestoken. Een paar dagen later heeft hij € 10.000 ontvangen. Hij heeft ontkend dat er sprake was van voorbedachte raad ten aanzien van het doodschieten. Hij was in paniek en zou hebben gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling. Verder heeft [verdachte01] verklaard dat hij zich niet kan herinneren wat zich op en in aanloop naar de avond van 22 mei 2022 heeft afgespeeld.
Verdachte [medeverdachte01] (hierna: [medeverdachte01] ) heeft verklaard dat hij op 21 mei 2022 - de avond voorafgaande aan die van de schietpartij - in de auto zat die [verdachte01] heeft opgehaald. Ze zijn naar [plaats01] gereden om een videoclip op te nemen. Later op de avond heeft [medeverdachte01] aan de Feijenoordkade de scooter in de bosjes gezet. Daarna is hij in de BMW met kenteken [kenteken01] gestapt en weggereden. Dit heeft hij gedaan op verzoek van een vriend wiens naam hij niet wil noemen. Hij had geen wetenschap van of betrokkenheid bij het om het leven brengen van het slachtoffer. Op 22 mei 2022 heeft [medeverdachte01] zowel voor als na het schietincident op de Nassauhaven telefonisch contact gehad met [verdachte01] , maar dat ging ook over het opnemen van een videoclip.
Gebeurtenissen 21 mei 2022
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen het volgende vast met betrekking tot de gang van zaken op 21 mei 2022.
[verdachte01] maakte, in ieder geval in de periode van 21 tot en met 23 mei 2022, gebruik van het telefoonnummer [telefoonnummer01] . [medeverdachte01] maakte in die periode gebruik van het telefoonnummer [telefoonnummer02] .
Om 19:41:14 uur belt [medeverdachte01] naar [verdachte01] en voeren zij het volgende gesprek ([letter 1] = [medeverdachte01] , [letter 2] = [verdachte01] ).
[medeverdachte01]: Fakka die andere connect mij hij zegt yo fakka ben je bij die andere. Ik zeg nee, hij zegt connect hem eens want…
[verdachte01]: Ja fakka actief
[medeverdachte01]: Ga je aankleden
[verdachte01]: Nu? Maar hoe laat?
[medeverdachte01]: Hij zegt nu man
[verdachte01]: Gaat het nu gebeuren?
[medeverdachte01]: Nee maar nu gaat hij ons ophalen, misschien we gaan voorbereiden of we gaan gelijk door.
[verdachte01]: Zo man is veel te vroeg toch.
[medeverdachte01]: Nee maar alvast voorbereiden denk ik toch.
[medeverdachte01]: Heb je zwarte patta daar voor mij?
[verdachte01]: Uh ja maar heb jij voor mij?
[medeverdachte01]: Nee man daarom vraag ik jou.
[verdachte01]: Ja broer jij hebt toch ook patta? Wat moeten we nu meenemen? Sinds die leipe actie
Om 20:57:03 uur belt [medeverdachte01] nogmaals naar [verdachte01] . [verdachte01] zegt dat hij voor de deur staat en zegt tegen [medeverdachte01] dat hij zijn telefoon uit moet doen. Uit de historische telefoongegevens van de telefoon van [medeverdachte01] volgt dat zijn telefoon om 20:58 uur voor het laatst is gebruikt en toen aanstraalde op de zendmast [adres02] .
Uit de historische telefoongegevens van de telefoon van [verdachte01] volgt dat de telefoon tussen 21:05 en 22:02 uur is verplaatst van Rotterdam-West naar de zendmast [adres03] . Deze zendmast staat nabij de woning van het slachtoffer en is 250 meter verwijderd van de plek waar zijn lichaam de volgende avond wordt aangetroffen. De telefoon van [verdachte01] blijft tot 04:17 uur aanstralen op zendmasten rondom de woning van het slachtoffer.
Op de camerabeelden van [naam01] , ter hoogte van de Feijenoordkade, is te zien dat omstreeks 21:55 uur een Volkswagen Golf met kenteken [kenteken02] komt aanrijden met daarin drie mannen. Ze stappen uit en gaan aan de kant van de bosjes staan. Daarbij lijken ze naar de bosjes te kijken. Even later vertrekken ze weer. Omstreeks 22:30 uur komt een grijze BMW 5-serie met kenteken [kenteken01] aangereden. Omstreeks 22:50 uur komt een man op een scooter aangereden. Hij rijdt naar de bosjes en de man probeert de scooter achteruit de bosjes in te rollen. Op het moment dat de man voor de BMW langsloopt is op de camerabeelden te zien dat de binnenkant van zijn capuchon roodkleurig is. De man duwt samen met een andere man de scooter verder de bosjes in en laat de scooter daar achter. Beide mannen stappen in de BMW, de scooterrijder aan de bestuurderszijde. Vervolgens rijdt de BMW weg.
[medeverdachte01] heeft verklaard dat hij op 21 mei 2022 [verdachte01] heeft opgehaald en dat ze daarna naar Rotterdam-Zuid zijn gegaan. Hij heeft tevens verklaard dat hij de persoon is met de capuchon met een rode binnenkant op de camerabeelden, die de scooter in de bosjes zet aan de Feijenoordkade en als bestuurder wegrijdt in BMW.
Gebeurtenissen 22 mei 2022
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen het volgende vast met betrekking tot de gang van zaken op 22 mei 2022.
Op camerabeelden van de Mathenesserweg is te zien dat om 04:47 uur een rode Toyota Yaris komt aangereden waaruit twee personen stappen. Zij worden door een verbalisant herkend als [medeverdachte01] en [verdachte01] . [medeverdachte01] draagt een zwarte jas met een capuchon met een rode binnenkant. [medeverdachte01] heeft tijdens zijn verhoor verklaard dat hij die persoon op de beelden is.
Om 18:20:22 uur belt [medeverdachte01] naar [verdachte01] en voeren zij het volgende gesprek.
[medeverdachte01]: Ze hebben hem gezien hè.
[medeverdachte01]: Kom zo. Actief ouwe broer.
[verdachte01]: Ja ja zo zo zo.
[medeverdachte01]: Half acht ben ik actief.
[verdachte01]: Acht uur/half negen.
[medeverdachte01]: Het gaat laat worden man.
[verdachte01]: Oké is goed.
[medeverdachte01]: Wollah ik wil niet dat we daar laat aankomen want morgen moet die werken, hij moet vroeg thuis komen.
[verdachte01]: Ik hoor je, ik hoor je.
[medeverdachte01]: Anders gaat het net als gister worden. Je moet nu komen, hij is nu thuis.
[verdachte01]: Ja toch? Laat me slapen, laat me slapen.
[medeverdachte01]: Hoe laat ben je actief dan?
[verdachte01]: Ik weet het gewoon niet. Ik ga jou bellen of jij mij.
[medeverdachte01]: Oké ik ga jou bellen rond zeven uur.
[verdachte01]: Oké is goed.
Om 21:15:52 uur belt [medeverdachte01] nogmaals naar [verdachte01] om te vragen of [verdachte01] handschoenen heeft meegenomen. [verdachte01] bevestigt dat aan [medeverdachte01] . De telefoon van [medeverdachte01] wordt om 21:16 uur voor het laatst gebruikt en straalt dan aan op de zendmast [adres04] . De telefoon van [verdachte01] verplaatst evenals de dag ervoor tussen 21:15 en 21:37 uur van de zendmast [adres05] naar die op de [adres03] . Dit is de wijk waar het slachtoffer woonachtig is. Op de camerabeelden van de Mathenesserweg is te zien dat omstreeks 21:18 uur een Volkswagen Golf komt aangereden en dat de Golf stopt ter hoogte van de woning van [verdachte01] . Direct daarna komt een persoon uit de richting van de voordeur van [verdachte01] gelopen en die stapt in de Golf. De Golf wordt door een verbalisant herkend als de Volkswagen Golf met kenteken [kenteken02] die omstreeks 21:34 uur te zien is op de camerabeelden aan de Feijenoordkade. De Golf geeft om 21:26 uur een ANPR-hit op de Willemsbrug. De verwachte rijtijd vanaf de Mathenesserweg naar de locatie aan de Feijenoordkade is 16 minuten. Dit komt overeen met het vertrek van de Golf vanaf de Mathenesserweg, de ANPR-hit op de Willemsbrug en de aankomst op de Feijenoordkade.
Op de camerabeelden van de Feijenoordkade is te zien dat omstreeks 23:27 uur de BMW met kenteken [kenteken01] komt aangereden met daarin een bestuurder en op de stoel rechtsachter een passagier. Op de beelden is te zien dat de bestuurder uitstapt en direct naar de bosjes loopt waar op de avond daarvoor de scooter is neergezet. De rechtbank neemt op de camerabeelden waar dat de binnenkant van de capuchon van deze bestuurder roodkleurig is.
De passagier giet op de achterbank vanuit een jerrycan vloeistof in de auto. De bestuurder heeft ondertussen de scooter uit de bosjes gehaald en gaat op de scooter zitten. De passagier heeft een fakkel in zijn handen en steekt die aan. De passagier gooit de brandende fakkel door het raam van de BMW waarna er een steekvlam ontstaat. De passagier rent richting de scooter en vervolgens rijdt de scooter weg.
Omstreeks 23:30 uur straalt de telefoon van [verdachte01] aan op de zendmast [adres03] . Deze zendmast is 250 meter verwijderd van de plaats waar het slachtoffer is aangetroffen. De telefoon van [medeverdachte01] komt om 23:34 uur weer in de lucht en straalt dan aan op de zendmast [adres06] . Dat is circa 700 meter van de plaats delict. Vervolgens verplaatst zijn telefoon naar de wijk Hordijkerveld/IJsselmonde, waar om 00:03 uur de zendmast [adres07] wordt aangestraald en om 00:05 uur de zendmast [adres08] . De reistijd per auto vanaf de Stoomtramweg naar deze locaties betreft 18 minuten, wat overeenkomt met deze verplaatsing.
[verdachte01] heeft verklaard dat hij op 22 mei 2022 omstreeks 23:30 uur het slachtoffer heeft neergeschoten. Daarna kwam de BMW aanrijden en is hij ingestapt. De BMW is vervolgens naar de Feijenoordkade gereden, waar [verdachte01] de auto in brand heeft gestoken. Dit wordt bevestigd door het feit dat DNA van [verdachte01] is aangetroffen op de handschoenresten die naast de uitgebrande BMW lagen.
Op 23 mei 2022 om 00:31:58 uur belt [medeverdachte01] naar [verdachte01] en voeren zij het volgende gesprek.
[medeverdachte01]: Geen taxi pakken he.
[verdachte01]: Aight ik heb die boy laten komen.
[medeverdachte01]: En die wat ik tegen jou zei, wat je moest houden?
[verdachte01]: Ja.
[medeverdachte01]: Ga je meenemen?
[verdachte01]: Wat moet ik doen?
[medeverdachte01]: In principe kan het gewoon. Je moet hem ehm. Rustig aan rijden via IJsselmonde. Dan kan je hem gewoon meenemen. Oke ik zie jou zo.
Conclusies van de rechtbank
Op grond van het vorenstaande komt de rechtbank tot de volgende conclusies.
[medeverdachte01] en [verdachte01] zijn in ieder geval vanaf 21 mei 2022 samen bezig geweest met de voorbereiding van het doodschieten van het slachtoffer. [verdachte01] wordt die avond door [medeverdachte01] opgehaald nadat ze hebben gebeld over de voorbereiding ergens van. [medeverdachte01] heeft verklaard dat hij de vluchtscooter in de bosjes heeft geplaatst aan de Feijenoordkade en dat hij daarna in de grijze BMW met kenteken [kenteken01] is weggereden. Voorts blijkt uit de historische gegevens van de telefoon van [verdachte01] dat hij vanaf het moment dat hij door [medeverdachte01] wordt opgehaald tot na 04:00 uur de volgende ochtend in de buurt van de woning van het slachtoffer is gebleven. Op de camerabeelden van de Mathenesserweg is te zien dat [medeverdachte01] en [verdachte01] rond 4:45 uur worden afgezet voor de woning van [verdachte01] . [medeverdachte01] heeft dit bevestigd tijdens zijn verhoor.
Later die dag, 22 mei 2022 omstreeks 18:20 uur, belt [medeverdachte01] naar [verdachte01] . Hij vraagt [verdachte01] hoe laat hij actief is en zegt dat het laat gaat worden die avond. [medeverdachte01] zegt [verdachte01] dat hij niet te laat wil aankomen "
want morgen moet die werken, hij moet vroeg thuis komen”. [medeverdachte01] zegt tegen [verdachte01] dat hij niet wil dat het net zoals gisteren gaat worden en dat [verdachte01] nu moet komen omdat ‘hij’ thuis is. Om 21:18 uur wordt [verdachte01] opgehaald door de Volkswagen Golf die later op de avond wordt gezien op de camerabeelden aan de Feijenoordkade, op de plek waar na het schietincident de BMW in brand wordt gestoken. De telefoon van [verdachte01] verplaatst van Rotterdam-West naar Rotterdam-Zuid , vlakbij de woning van het slachtoffer. De rechtbank maakt hieruit op dat [medeverdachte01] en [verdachte01] contact hebben over de voorbereiding van het doodschieten van het slachtoffer, dat later op de avond zal plaatsvinden. De avond daarvoor zijn [medeverdachte01] en [verdachte01] gedurende een lange tijd in de buurt van de woning van het slachtoffer geweest. Die avond van 21 mei 2022 is het slachtoffer niet thuis geweest. [medeverdachte01] zegt tegen [verdachte01] dat hij niet wil dat het weer net zoals die avond gaat.
Omstreeks 23:30 uur schiet [verdachte01] in de Persoonsstraat, de straat waarin het slachtoffer woonde, tweemaal op het slachtoffer, waarbij hij hem raakt. Op die plaats zijn hulzen en bloed van het slachtoffer aangetroffen. Het slachtoffer vlucht vervolgens naar de Nassauhaven , waar [verdachte01] nog vijfmaal op hem schiet en het slachtoffer om het leven komt. [verdachte01] stapt vervolgens als passagier in de BMW met kenteken [kenteken01] . De BMW rijdt naar de Feijenoordkade, waar [verdachte01] de BMW in brand steekt. Hoewel hij dat ontkent, stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte01] ook op dat moment, evenals de dag daarvoor, de bestuurder van de BMW is. De rechtbank neemt op de camerabeelden van de Feijenoordkade waar dat de bestuurder van de BMW weer de persoon is met een capuchon met een rode binnenkant. Op de beelden van de Feijenoordkade van 21 mei 2022 is [medeverdachte01] ook te zien met een dergelijke capuchon met een rode binnenkant, evenals op de beelden van de Mathenesserweg op 22 mei 2022 in de ochtend. Daarnaast loopt de bestuurder van de BMW, nadat hij uitstapt, direct op de vluchtscooter af die [medeverdachte01] daar de avond ervoor in de bosjes heeft neergezet. Uit de doelgerichte manier waarop de bestuurder de scooter pakt valt af te leiden dat hij wist waar deze precies stond. Nadat de BMW in brand staat, rijden [medeverdachte01] en [verdachte01] samen weg op de scooter. Kort hierna wordt de telefoon van [medeverdachte01] weer aangezet. De telefoon straalt dan aan op 700 meter van de plaats waar het slachtoffer is aangetroffen en verplaatst vervolgens naar Rotterdam-West. De telefoon van [verdachte01] blijft aanstralen op Rotterdam-Zuid .
Op 23 mei 2022 omstreeks 00:31 uur belt [medeverdachte01] naar [verdachte01] . Hij zegt dat [verdachte01] geen taxi moet pakken en vraagt hem naar iets dat hij bij zich moest houden. [verdachte01] vraagt [medeverdachte01] wat hij moet doen. [medeverdachte01] zegt dat hij ‘het’ kan meenemen en dat ze elkaar zo zien. De rechtbank maakt hieruit op dat [medeverdachte01] en [verdachte01] kennelijk gezamenlijke wetenschap hebben over iets dat [verdachte01] bij zich heeft, dat zij van elkaar weten wat ze eerder op de avond hebben gedaan en dat zij elkaar kort daarna weer zouden zien.
Enkele dagen later ontvangt [verdachte01] een geldbedrag van € 10.000, waarvan een deel in beslag is genomen door de politie. [verdachte01] heeft verklaard dat hij dat bedrag als beloning voor de beschieting en de brandstichting heeft ontvangen en dat het in zijn woning in beslag genomen geld het restant van dat bedrag was.
Opzet, voorbedachte raad en medeplegen
De rechtbank ziet het handelen van [medeverdachte01] en [verdachte01] als het voorbereiden en doelgericht uitvoeren van het vooropgezette plan het slachtoffer om het leven te brengen. Daarbij was dus sprake van voorbedachte raad. Uit de tapgesprekken tussen [medeverdachte01] en [verdachte01] blijkt dat er, al dan niet met anderen, vanaf 21 mei 2022 over het doodschieten van het slachtoffer is gesproken en dat met het oog daarop een plan is gemaakt. Er zijn voorbereidingen getroffen en het slachtoffer is vervolgens op 22 mei 2022 ook daadwerkelijk en ogenschijnlijk doelgericht doodgeschoten. Dat betekent dat de verdachten zich gedurende enige tijd hebben kunnen beraden op het te nemen besluit. Zij hebben de gelegenheid gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van hun voorgenomen daad en hebben de gelegenheid gehad zich daarvan rekenschap te geven.
De rechtbank is derhalve van oordeel dat de [medeverdachte01] en [verdachte01] samen, met voorbedachte raad, het slachtoffer om het leven hebben gebracht.
Anders dan de verdediging is de rechtbank van oordeel dat er geen sprake is van contra-indicaties. Dat [verdachte01] zou hebben gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsbeweging is niet vast komen te staan, noch is gebleken van enige andere contra-indicatie.
De stelling die de verdachte hierbij inneemt, dat hij in de gehele aanloop nog uitging van de opdracht van in brand steken van een auto en eerst kort voor het neerschieten, in de auto waarin hij was opgehaald, hoorde dat om het ombrengen van iemand ging, vindt bovendien weerlegging in de hiervoor weergegeven bevindingen in het opsporingsonderzoek. Die geven namelijk blijk van een doelgerichte voorbereiding - in zijn telefooncontact met [medeverdachte01] ging het daarbij om een persoon (22 mei 2022, 18.20: “hij moet vroeg thuis komen”) en niet om een auto - en een koelbloedige uitvoering, waarbij de verdachte het slachtoffer beschiet en vervolgens nog achter hem aanrent om hem nogmaals te beschieten.