ECLI:NL:RBROT:2023:651

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 januari 2023
Publicatiedatum
31 januari 2023
Zaaknummer
9629953 CV EXPL 22-915
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van een overeenkomst betreffende de vervanging van een dak van een woning met gevolgen voor ongedaanmaking van prestaties

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 20 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser01] en Dakbeheer NL B.V. over de ontbinding van een overeenkomst voor de vervanging van een dak. [eiser01] heeft de overeenkomst per 23 september 2021 buitengerechtelijk ontbonden, omdat het door Dakbeheer geleverde dak ernstige gebreken vertoonde. De eiser vorderde een bedrag van € 7.278,75, bestaande uit de hoofdsom, kosten voor deskundigenrapport, kosten voor asbestverwijdering en buitengerechtelijke kosten. Dakbeheer heeft de tekortkomingen in de uitvoering van de werkzaamheden betwist, maar de kantonrechter oordeelde dat Dakbeheer tekortgeschoten is in haar verplichtingen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst terecht is ontbonden en dat Dakbeheer de aan [eiser01] betaalde bedragen moet terugbetalen, met rente. Daarnaast zijn de kosten voor het deskundigenrapport en buitengerechtelijke incassokosten toegewezen aan [eiser01]. De kantonrechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van [eiser01] toegewezen, omdat Dakbeheer grotendeels ongelijk kreeg. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 9629953 CV EXPL 22-915
datum uitspraak: 20 januari 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiser01]h.o.d.n.
[handelsnaam01],
woonplaats: [woonplaats01] ,
eiser,
gemachtigde: mr. L.M. van Rooij,
tegen
Dakbeheer NL B.V.,
vestigingsplaats: 's-Hertogenbosch,
gedaagde,
gemachtigde: [naam01] .
De partijen worden hierna ‘ [eiser01] ’ en ‘Dakbeheer’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 30 december 2021, met bijlagen;
  • de incidentele conclusie tot voeging, met bijlage;
  • het antwoord in incident;
  • het vonnis in incident;
  • het antwoord, met bijlagen;
  • de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de repliek en eiswijziging, met bijlagen;
  • de dupliek.
1.2.
Op 12 oktober 2022 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling met [eiser01] , en [naam01] besproken. Tegelijkertijd is behandeld de zaak met zaaknummer
9657138 CV EXPL 22-2980 tussen [naam01] als eiser en [naam02] als gedaagde.

2..Het geschil

2.1.
[eiser01] eist - na wijziging van eis - samengevat:
- voor recht te verklaren dat de overeenkomst tussen partijen per 23 september 2021
buitengerechtelijk door [eiser01] is ontbonden;
  • Dakbeheer te veroordelen aan hem te betalen € 7.278,75 met rente;
  • Dakbeheer te veroordelen in de proceskosten en de nakosten met rente;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Het bedrag dat wordt geëist, bestaat uit de hoofdsom van € 4.414,78, € 223,85 voor het deskundigenrapport, € 1.706,58 voor asbestverwijdering en € 933,54 voor buitengerechtelijke kosten.
2.2.
[eiser01] baseert de eis op het volgende. Dakbeheer heeft in opdracht van [eiser01] het dak van de woning van [naam02] aan het adres [adres01] te [plaats01] vervangen. Het door Dakbeheer geleverde dak bleek ernstige gebreken te vertonen. Per brief van 7 september 2021 is Dakbeheer in gebreke gesteld en verzocht de gebreken te herstellen. Dakbeheer is niet tot herstel overgegaan. [eiser01] heeft de overeenkomst met Dakbeheer per brief van 23 september 2021 ontbonden. Vanwege de ontbinding dient Dakbeheer aan [eiser01] nog een bedrag terug te betalen van
€ 4.414,78 (de aanbetaling van € 6.000,- min € 1.585,22 voor hergebruikte dakpannen). Voorts heeft [eiser01] kosten moeten maken voor het vaststellen van de gebreken. Deze kosten van € 223,85 komen voor rekening van Dakbeheer. Daarnaast heeft Dakbeheer afvalmateriaal van het dak in de container - tussen het overige afval - gedaan. [eiser01] moest daarvoor een boete betalen aan [bedrijf01] . Deze boete van € 1.706,58 komt ook voor rekening van Dakbeheer. Tot slot is Dakbeheer buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd van € 933,54.
2.3.
Dakbeheer is het niet eens met de eis en voert verweer. Daarop zal hierna - voor zover van belang - nader worden ingegaan. Daarnaast vordert Dakbeheer [eiser01] te veroordelen om de werkelijke kosten van de procedure te betalen omdat er volgens Dakbeheer sprake is van misbruik van recht. Die kosten bedragen € 6.750,-.

3..De beoordeling

3.1.
De kantonrechter heeft in de zaak tussen [naam01] en [naam02] (9657138 CV EXPL 22-2980) vastgesteld dat [eiser01] als opdrachtgever van Dakbeheer moet worden aangemerkt en er (dus) een overeenkomst bestaat tussen [eiser01] en Dakbeheer. Dit standpunt wordt in deze procedure als herhaald en vaststaand overgenomen.
3.2.
In deze procedure moet de vraag worden beantwoord of [eiser01] de overeenkomst met Dakbeheer mocht ontbinden en, zo ja, wat dan de gevolgen zijn.
juridisch kader
3.3.
In artikel 6:265 BW staat dat iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid geeft om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt.
tekortkoming
3.4.
De kantonrechter is van oordeel dat Dakbeheer is tekortgeschoten in de nakoming van de op haar rustende verbintenissen. [eiser01] heeft, onder verwijzing naar het rapport van 31 augustus 2021 van de door hem ingeschakelde deskundige, de heer [naam03] van [bedrijf02] , voldoende onderbouwd dat de werkzaamheden door Dakbeheer gebrekkig zijn uitgevoerd. [naam03] heeft de volgende gebreken aan het dak geconstateerd:
- dakdetail / loodaansluiting lekkage punt rechts onderkant dakvlak ‘voorzijde woning’;
- onjuiste afwatering mastgoot, ligt tegen water in;
- voorzijde gootbak te smal slechte afwerking;
- onder membraam / dakfolie ligt achter de goot langs ‘lekkage punt’;
- uitvoering Legplan pannendak is slecht;
- in opgaand metselwerk ontbreken gevelstenen op meerdere plaatsen inwateringspunt;
- lood detail links aansluitend dakkapel, naaste buren heeft te weinig opstand;
- groot detail aan achterzijde, aansluiting is slecht, waterdichtheid is niet gegarandeerd;
- breuk in pannendak aanwezig achterzijde lekkage punt;
- dakbeschot is niet volledig gesloten in de nok, waterdichtheid is hiermee in het geding;
- nokgording / ruiter ontbreekt. Mogelijk ontbreekt hierdoor verankering nokvorsten;
- bakgoot achterzijde woning, onjuiste afwatering door bouwafval;
- onder membraam verkeerd aangelegd, opstand blokkeert een juiste waterhuishouding
gelet op afvoeren van oppervlakte condensatie;
-
dakconstructie is constructief onvoldoende draagkrachtig;
De hiervoor genoemde gebreken zijn door [naam03] aan de hand van foto’s toegelicht.
3.5.
Dakbeheer heeft deze tekortkomingen slechts in algemene zin weersproken. De kantonrechter is het met Dakbeheer eens dat het rapport van [naam03] moet worden beschouwd als een partijrapportage, maar ook dan had het op de weg van Dakbeheer gelegen om uit te leggen en te onderbouwen dat de kwaliteit van het uitgevoerde werk wél voldoende was. Dakbeheer verwijst slechts naar foto’s zoals door hem overgelegd als productie 3 bij conclusie van antwoord. Deze foto’s zijn volgens Dakbeheer op 3 augustus 2021 gemaakt en zouden aantonen dat de werkzaamheden door hem op juiste wijze zijn uitgevoerd. [eiser01] heeft tijdens de mondelinge behandeling daarentegen verklaard dat de foto’s zijn gemaakt na herstel van het dak door een andere aannemer (wat Dakbeheer niet heeft betwist). Hoe dan ook: de kantonrechter heeft door het ontbreken van een concrete inhoudelijke reactie van Dakbeheer geen aanleiding om aan het rapport van [naam03] en de daarin opgesomde gebreken te twijfelen. Het komt erop neer dat Dakbeheer de gebreken onvoldoende heeft weersproken.
ontbinding
3.6.
Bij brief van 7 september 2021 is Dakbeheer in gebreke gesteld en verzocht
de gebreken te herstellen. Dakbeheer is niet tot herstel overgegaan. Weliswaar blijkt uit de tussen partijen gevoerde correspondentie dat Dakbeheer wachtte op betaling, maar [eiser01] heeft Dakbeheer laten weten haar betalingsverplichtingen op te schorten totdat Dakbeheer de gebreken zou herstellen. Gelet op de aard en omvang van de gebreken had [eiser01] de bevoegdheid om dat te doen. De kantonrechter stelt dan ook vast dat [eiser01] de overeenkomst per brief van 23 september 2021 terecht heeft ontbonden. De gevraagde verklaring voor recht wordt toegewezen.
gevolgen ontbinding
3.7.
Artikel 6:271 lid 1 BW regelt de gevolgen van de ontbinding: partijen zijn bevrijd van hun verbintenissen uit de overeenkomst. Als partijen reeds geheel of gedeeltelijk hebben gepresteerd (in deze zaak beide partijen), ontstaan er over en weer verbintenissen tot ongedaanmaking van de door hen ontvangen prestaties. Voor Dakbeheer betekent dit dat zij de door [eiser01] betaalde € 6.000,- moet terugbetalen.
3.8.
[eiser01] dient daarentegen op grond van artikel 6:272 lid 2 BW aan Dakbeheer te vergoeden de aan hem geleverde diensten en producten ten belope van de waarde die deze diensten en producten voor [eiser01] werkelijk hebben gehad.
diensten
3.9.
[eiser01] heeft aangevoerd dat hij geen enkel profijt heeft gehad van de aan hem geleverde diensten, omdat de dakconstructie onvoldoende draagkrachtig was en het pannendak niet volgens een goed legplan is aangelegd. Nu de ontbinding door [eiser01] terecht is ingeroepen op grond van een tekortkoming van Dakbeheer, gelegen in het leveren van een gebrekkig dak, was het aan Dakbeheer om te stellen en eventueel te bewijzen dat [eiser01] wel gebaat is geweest bij de door Dakbeheer geleverde diensten. Dakbeheer heeft echter geen feiten en omstandigheden gesteld waaruit blijkt dat [eiser01] baat heeft gehad van haar diensten.
materialen
3.10.
[eiser01] stelt dat hij wel profijt heeft gehad van de door Dakbeheer aangeschafte dakpannen. De door [eiser01] genoemde waarde van die dakpannen is door Dakbeheer niet betwist. De kantonrechter gaat daarom uit van de door [eiser01] genoemde waarde van € 1.585,22. Op grond van artikel 6:272 lid 2 BW is [eiser01] gehouden dit bedrag aan Dakbeheer te vergoeden.
conclusie
3.11.
Het voorgaande betekent dat de vordering van [eiser01] wordt toegewezen tot een bedrag van € 4.414,78 (€ 6.000,- min € 1.585,22). De gevorderde wettelijke rente over dit bedrag wordt ook toegewezen, omdat [eiser01] voldoende heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en Dakbeheer dat niet heeft betwist. De wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 29 september 2021, omdat [eiser01] op 23 september 2021 aanspraak heeft gemaakt op betaling binnen een termijn van vijf dagen (productie 10 bij dagvaarding).
onderzoekskosten
3.12.
Om de gebreken vast te kunnen stellen was [eiser01] genoodzaakt om een deskundige in de schakelen. De daardoor ontstane kosten van € 223,85 komen voor rekening van Dakbeheer (artikel 6:96 lid 2 sub b BW). Dit bedrag zal dan ook worden toegewezen, evenals de daarover gevorderde wettelijke rente die op zichzelf niet is bestreden. De wettelijke rente wordt toegewezen vanaf de dag van dagvaarding, omdat [eiser01] niet heeft toegelicht waarom Dakbeheer vanaf een eerder moment in verzuim is.
boete asbestmateriaal
3.13.
Partijen hebben afgesproken dat Dakbeheer het dak zou verwijderen en een nieuw dak zou plaatsen. [eiser01] stelt dat gebleken is dat het verwijderde dak asbesthoudend materiaal bevatte en dat Dakbeheer dit tussen het overige afval in de container heeft gedaan. [eiser01] moest daarvoor een boete betalen aan [bedrijf01] . Deze boete van € 1.706,58 komt volgens [eiser01] voor rekening van Dakbeheer.
3.14.
Dakbeheer betwist dat zij asbesthoudend materiaal in de container heeft gedaan. Zij voert aan dat [eiser01] ook bezig was met werkzaamheden aan de woning en dit mogelijk door [eiser01] is gedaan of een willekeurige derde. De kantonrechter meent dat [eiser01] zijn standpunt dat Dakbeheer verantwoordelijk is voor het deponeren van het asbestmateriaal onvoldoende heeft onderbouwd. Hij heeft slechts een factuur van [bedrijf01] in het geding gebracht, maar daaruit kan niet worden afgeleid dat het asbestmateriaal afkomstig is van het dak. Het bedrag van € 1.706,58 is daarom niet toewijsbaar.
buitengerechtelijke incassokosten
3.15.
Als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten wordt een bedrag van € 566,48 toegewezen. Dit bedrag is gebaseerd op het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De gevorderde wettelijke rente over de vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is niet afzonderlijk betwist en wordt toegewezen vanaf de dag van dagvaarding.
proceskosten
3.16.
Dakbeheer krijgt voor het grootste deel ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt de proceskosten aan de kant van [eiser01] tot vandaag vast op € 119,21 aan dagvaardingskosten, € 244,- aan griffierecht en € 933,- aan salaris voor de gemachtigde (3 punten x € 311,-). Dit is totaal € 1.296,21. Voor kosten die [eiser01] maakt na deze uitspraak moet Dakbeheer een bedrag betalen van € 124,-. Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist (ECLI:NL:HR:2022:853). De wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals hierna bepaald.
uitvoerbaarheid bij voorraad
3.17.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv). Dit betekent dat het vonnis moet worden nagekomen ook wanneer daartegen hoger beroep zou worden ingesteld (hoger beroep schort het vonnis niet op).

4..De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
verklaart voor recht dat de overeenkomst tussen partijen per 23 september 2021 is ontbonden;
4.2.
veroordeelt Dakbeheer om aan [eiser01] te betalen € 4.414,78 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW daarover vanaf 29 september 2021 tot de dag van betaling;
4.3.
veroordeelt Dakbeheer om aan [eiser01] te betalen € 223,85 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW daarover vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van betaling;
4.4.
veroordeelt Dakbeheer om aan [eiser01] te betalen € 566,48 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW daarover vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van betaling;
4.5.
veroordeelt Dakbeheer in de proceskosten die aan de kant van [eiser01] tot vandaag worden vastgesteld op € 1.296,21 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW daarover vanaf de vijftiende dag na vandaag tot de dag van betaling;
4.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.7.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Langeler en in het openbaar uitgesproken.
47636