ECLI:NL:RBROT:2023:6733

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 juli 2023
Publicatiedatum
28 juli 2023
Zaaknummer
C/10/639387 / HA ZA 22-461
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schade door te hoge aflatoxinewaarden in pinda's en vervalste EU-aflatoxinecertificaten

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 5 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Cornhouse B.V. en de buitenlandse vennootschappen Gold Farms Import-Export en Gold Foods S.R.L. Cornhouse, een groothandel in eetbare noten, vorderde schadevergoeding van Gold Foods en Gold Farms vanwege de levering van pinda's met te hoge aflatoxinewaarden. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen bewijs is dat de pinda's ten tijde van de levering al te hoge aflatoxinewaarden bevatten. Dit oordeel is gebaseerd op eerdere arbitrale uitspraken waarin werd geoordeeld dat Cornhouse niet had voldaan aan haar contractuele verplichting om de pinda's bij ontvangst te bemonsteren en te analyseren. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat Gold Foods geen partij is bij de overeenkomst tussen Cornhouse en Gold Farms, waardoor Gold Foods niet kan worden aangesproken voor tekortkomingen in de nakoming van die overeenkomst. De vorderingen van Cornhouse zijn afgewezen, en zij is veroordeeld in de proceskosten van Gold Foods. De rechtbank heeft de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten eveneens afgewezen, omdat er geen grond voor vergoeding was. Dit vonnis benadrukt het belang van bewijsvoering in aansprakelijkheidskwesties en de gevolgen van het niet naleven van contractuele verplichtingen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/639387 / HA ZA 22-461
Vonnis van 5 juli 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CORNHOUSE B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
advocaat mr. R. Sinke te Rotterdam,
tegen
1. de vennootschap naar buitenlands recht,
GOLD FARMS IMPORT-EXPORT,
gevestigd te Valencia (Spanje),
2. de vennootschap naar buitenlands recht,
GOLD FOODS S.R.L.,
gevestigd te Santa Cruz (Bolivia),
gedaagden,
advocaat voorheen mr. J.A.A. van de Ven te Amsterdam, thans niet langer in rechte vertegenwoordigd.
Partijen zullen hierna Cornhouse, Gold Farms en Gold Foods genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het (verdere) verloop van de procedure blijkt uit:
  • het vonnis in de bevoegdheidsincidenten van 21 september 2022 (waarin de rechtbank zich onbevoegd heeft verklaard in het geschil tegen Gold Farms en waarin de incidentele vordering van Gold Foods tot onbevoegdverklaring van de rechtbank is afgewezen), en de daaraan ten grondslag liggende processtukken,
  • de e-mail van 13 oktober 2022 van mr. Van de Ven, met het verzoek van Gold Foods aan de rechtbank om tussentijds hoger beroep open te stellen tegen het vonnis in de bevoegdheidsincidenten,
  • de e-mail van 27 oktober 2022 van mr. Sinke, waarin Cornhouse reageert op het verzoek van Gold Foods,
  • het bericht van 31 oktober 2022 van de rechtbank aan partijen, waarbij het verzoek van Gold Foods is afgewezen,
  • de conclusie van antwoord van Gold Foods, met producties 2 tot en met 4,
  • de brief van 2 december 2022 van de rechtbank, waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
  • de zittingsagenda van 24 februari 2023,
  • de akte overlegging producties van Gold Foods, met producties 5 en 6,
  • de nagezonden productie 7 van Gold Foods,
  • de akte overlegging producties van Cornhouse, met producties 16 tot en met 23,
  • de nagezonden productie 24 van Cornhouse,
  • de mondelinge behandeling van 21 maart 2023,
  • de spreekaantekeningen van Cornhouse,
  • de spreekaantekeningen van Gold Foods.
1.2.
Op 29 maart 2023 heeft de advocaat van Gold Foods zich onttrokken. Hoewel daartoe gelegenheid is geboden, heeft zich voor Gold Foods geen nieuwe advocaat gesteld.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

Partijen

2.1.
Cornhouse is een in Nederland gevestigde groothandel in eetbare noten, waaronder pinda’s.
2.2.
Gold Foods is een in Bolivia gevestigde onderneming die (onder meer) pinda’s produceert en verkoopt.
2.3.
Gold Farms is een in Spanje gevestigde onderneming die pinda’s verkoopt.
De overeenkomst tussen Cornhouse en Gold Farms
2.4.
Op 1 april 2021 hebben Gold Farms (als verkoper) en Cornhouse (als koper) een overeenkomst gesloten voor de levering van vijf ladingen pinda’s van ieder 22 metric ton, onder de contractuele voorwaarde:
“Seller to supply usual documents including EU aflatoxin certificates.”
De twee ladingen pinda’s met het TLR-certificaat [certificaat-nummer01] en het Eurofins-certificaat
2.5.
Cornhouse heeft op grond van de overeenkomst (onder andere) twee ladingen pinda’s geleverd gekregen. Deze twee ladingen pinda’s zijn oorspronkelijk door Gold Foods geproduceerd en door haar aan Gold Farms verkocht en geleverd. Het betreft de lading pinda’s met daarbij gevoegd een EU-aflatoxinecertificaat van TLR International Laboratories van 15 mei 2020 met rapportnummer [nummer01] (hierna: het TLR-certificaat [certificaat-nummer01] ) en de lading pinda’s met daarbij gevoegd een EU-aflatoxinecertificaat van Eurofins Food Testing Rotterdam B.V. van 21 juni 2021 (hierna: het Eurofins-certificaat). Het TLR-certificaat [certificaat-nummer01] en het Eurofins-certificaat geven beide aan dat de aflatoxinewaarden van de desbetreffende ladingen pinda’s binnen de Europese limieten vallen.
2.6.
Cornhouse heeft de twee ladingen pinda’s met het TLR-certificaat [certificaat-nummer01] en het Eurofins-certificaat doorverkocht aan de in Nederland gevestigde onderneming Supperfood B.V. (hierna: Supperfood).
2.7.
Supperfood heeft de lading pinda’s met het TLR-certificaat [certificaat-nummer01] verwerkt in pindakaas en de pindakaas doorverkocht aan de in Zweden gevestigde onderneming First Class Brands of Sweden AB (hierna: FCB).
Te hoge aflatoxinewaarden
2.8.
Medio september 2021 zijn er te hoge aflatoxinewaarden aangetroffen in de door FCB op de markt gebrachte pindakaas en in de lading pinda’s met het Eurofins-certificaat. Als gevolg hiervan is FCB een terugroepactie (product recall) gestart en heeft Supperfood de lading pinda’s met het Eurofins-certificaat afgekeurd voor gebruik in producten voor menselijke consumptie.
Aansprakelijkstellingen
2.9.
FCB heeft Supperfood aansprakelijk gesteld voor de door de terugroepactie ontstane schade.
2.10.
Supperfood heeft Cornhouse bij e-mail van 29 november 2021 aansprakelijk gesteld voor de schade die zij lijdt als gevolg van de schadeclaim van FCB en de geconstateerde te hoge aflatoxinewaarden in de lading pinda’s met het Eurofins-certificaat.
Eurofins-certificaat
2.11.
Naar aanleiding van de geconstateerde te hoge aflatoxinewaarden in de lading pinda’s met het Eurofins-certificaat heeft Cornhouse aan Eurofins Food Testing Rotterdam B.V. gevraagd of het Eurofins-certificaat door haar is verstrekt. Eurofins Food Testing Rotterdam B.V. heeft bij e-mail van 30 november 2021 bevestigd dat het
Eurofins-certificaat door haar is afgegeven.
TLR-certificaat [certificaat-nummer01]
2.12.
Naar aanleiding van de geconstateerde te hoge aflatoxinewaarden in de pindakaas, waarin mogelijk pinda’s zijn verwerkt uit de lading pinda’s met het TLR-certificaat [certificaat-nummer01] , heeft Cornhouse aan TLR International Laboratories gevraagd of het TLR-certificaat [certificaat-nummer01] door haar is verstrekt.
2.13.
TLR International Laboratories heeft in haar e-mail van 30 november 2021 laten weten dat het TLR-certificaat [certificaat-nummer01] niet door haar is opgemaakt. In de e-mail van 1 december 2021 licht zij dit aan Cornhouse als volgt toe:
“Het is visueel niet zichtbaar dat het geen origineel TLR rapport is. Als wij het nummer intypen in ons LIMS komt er een analyse rapport naar voren van een van onze andere opdrachtgevers met een ander product en zelfs testen. Het certificaat, de monster gegevens en de getallen zijn niet verder traceerbaar in LIMS.”
2.14.
In de brief van 29 november 2022 heeft TLR International Laboratories aan Cornhouse, voor zover relevant, geschreven over het TLR-certificaat [certificaat-nummer01] :
“Analyse rapport [certificaat-nummer01] (…)
Het rapport dat door ons als niet-authentiek is bestempeld komt niet overeen met het rapport dat in ons systeem naar boven komt wanneer wij het unieke rapportagenummer ingegeven. Met andere woorden, wanneer wij in het systeem zoeken op rapportnummer [certificaat-nummer01] dan krijgen wij een totaal ander rapport (andere klant, ander product, andere analyse parameters, etc.).”
TLR-certificaat [certificaat-nummer02]
2.15.
Gold Foods heeft via Gold Farms een lading pinda’s aan Cornhouse geleverd met een EU-aflatoxinecertificaat van TLR International Laboratories van 18 oktober 2021 met rapportnummer [nummer02] (hierna: het TLR-certificaat [certificaat-nummer02] ) gevoegd. Cornhouse heeft bij e-mail van 4 januari 2022 aan TLR International Laboratories gevraagd of het
TLR-certificaat [certificaat-nummer02] door haar is gemaakt. Bij e-mail van 4 januari 2022 heeft TLR International Laboratories, voor zover relevant, aan Cornhouse over het TLR-certificaat [certificaat-nummer02] laten weten:
“Dit rapport is niet authentiek en komt niet overeen met de versie welke wij op de database hebben staan. Het deel wat de opdrachtgever aanpast is iets aangepast, de analyse uitslagen en tenaamstelling zijn niet authentiek.”
2.16.
In de brief van 29 november 2022 heeft TLR International Laboratories aan Cornhouse, voor zover relevant, geschreven over het TLR-certificaat [certificaat-nummer02] :
“Analyse rapport [certificaat-nummer02] (…)
Ten aanzien van dit rapport geldt dat het "Disponent Number" afwijkt, met andere woorden op onze rapportage staat een ander disponent number. De overige gegeven[s] zijn, voor zover wij kunnen vaststellen, identiek. Het Disponent number krijgt TLR aangeleverd van de klant en is in feite het een referentie nummer of code waarvan de klant (voor haar interne
doeleinden) wenst dat deze door TLR wordt vermeld op het rapport en/of certificaat.
Het authentieke rapport [certificaat-nummer02] , kan TLR met u delen, indien Gold Foods hier ons schriftelijk toestemming voor geeft.”
Arbitrale procedure Supperfood - Cornhouse2.17. Tussen Supperfood en Cornhouse is een arbitrale procedure gevoerd bij “the Netherlands Oils, Fats and Oilseeds Trade Association” (hierna: NOFOTA). Supperfood heeft in deze arbitrale procedure (onder meer) vergoeding gevorderd van Cornhouse voor de schade die zij lijdt als gevolg van de door Cornhouse geleverde pinda’s die te hoge aflatoxinewaarden bevatten. Bij arbitraal vonnis van 21 oktober 2022 hebben de NOFOTA arbiters de vorderingen van Supperfood tegen Cornhouse afgewezen. Supperfood kan volgens de NOFOTA arbiters niet bewijzen dat de pinda’s ten tijde van levering al te hoge aflatoxinewaarden bevatten, omdat zij - ondanks haar contractuele verplichting daartoe - heeft nagelaten om de pinda’s te bemonsteren en te analyseren na ontvangst daarvan. Dit komt naar het oordeel van de NOFOTA arbiters voor haar eigen rekening en risico. Supperfood is niet in hoger beroep gegaan tegen dit arbitraal vonnis.
Arbitrale procedures Cornhouse – Goldfoods en Gold Farms2.18. Tussen Cornhouse enerzijds en Gold Foods en Gold Farms anderzijds is ook een arbitrale procedure bij NOFOTA gevoerd. Cornhouse heeft in deze arbitrale procedure (onder meer) vergoeding gevorderd voor de schade die zij lijdt als gevolg van de door Gold Foods geproduceerde en door Gold Farms geleverde pinda’s die te hoge aflatoxinewaarden bevatten. Bij arbitraal vonnis van 21 oktober 2022 zijn de vorderingen van Cornhouse jegens Gold Farms door de NOFOTA arbiters afgewezen. Cornhouse kan volgens de NOFOTA arbiters niet bewijzen dat de pinda’s ten tijde van levering al te hoge aflatoxinewaarden bevatten, omdat zij - ondanks haar contractuele verplichting daartoe - heeft nagelaten om de pinda’s te bemonsteren en te analyseren na ontvangst daarvan. Dit komt naar het oordeel van de NOFOTA arbiters voor haar eigen rekening en risico. Dat de bijbehorende EU-aflatoxinecertificaten mogelijk zouden zijn vervalst door Gold Foods en Gold Farms maakt dit oordeel volgens de NOFOTA arbiters niet anders. De NOFOTA arbiters hebben zich in dit arbitraal vonnis onbevoegd verklaard om kennis te nemen van de vorderingen van Cornhouse jegens Gold Foods omdat er tussen hen geen contractuele relatie bestond op grond waarvan arbiters bevoegd zijn.
2.19.
Cornhouse is in hoger beroep gegaan tegen de afwijzing van de vorderingen jegens Gold Farms. Bij arbitraal vonnis van 17 maart 2023 hebben de NOFOTA arbiters de vorderingen van Cornhouse jegens Gold Farms in hoger beroep wederom afgewezen op grond van dezelfde argumentatie als de arbiters in eerste aanleg hebben gedaan.
Beslagleggingen2.20. Op 3 december 2021 heeft Cornhouse met verlof van de voorzieningenrechter van deze rechtbank ten laste van Gold Foods conservatoir derdenbeslag doen leggen onder Tybex Warehousing B.V. en Giesko Coldstore B.V.
Cornhouse heeft de conservatoire derdenbeslagen ten laste van Gold Foods na het arbitrale vonnis in hoger beroep van 17 maart 2023 (zie hiervoor sub 2.19) opgeheven.

3.Het geschil

3.1.
Cornhouse heeft bij dagvaarding – samengevat – gevorderd om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Gold Foods en Gold Farms hoofdelijk te veroordelen om aan Cornhouse te betalen:
de hoofdsom van € 254.449,00,
de wettelijke handelsrente over de hoofdsom,
de buitengerechtelijke kosten,
de kosten van de conservatoire derdenbeslagen P.M.,
en voor recht te verklaren:
5. dat Gold Foods en Gold Farms hoofdelijk, althans Gold Farms, althans Gold Foods, aansprakelijk zijn voor alle door Cornhouse geleden schade ten gevolge van de tekortkoming in de nakoming en/of onrechtmatige daad verband houdende met de (overeenkomst voor) de levering van Boliviaanse pinda’s,
met veroordeling van Gold Foods en Gold Farms in de proceskosten.
3.2.
Cornhouse legt aan haar vorderingen bij dagvaarding ten grondslag dat Gold Foods en Gold Farms tekortgeschoten zijn in de nakoming van de overeenkomst van 1 april 2021 (zie hiervoor sub 2.4) en onrechtmatig jegens haar hebben gehandeld. Zij voert hiertoe het volgende aan. Partijen zijn overeengekomen dat de ladingen pinda’s aan Cornhouse geleverd dienen te worden met een geldig EU-aflatoxinecertificaat, omdat de aflatoxinewaarden van de geleverde pinda’s moeten voldoen aan de Europese limieten. Gold Foods en Gold Farms hebben in strijd met deze contractuele bepaling twee ladingen pinda’s aan Cornhouse geleverd met te hoge aflatoxinewaarden. Bij één van deze ladingen is bovendien een vervalst EU-aflatoxinecertificaat afgegeven, namelijk het TLR-certificaat [certificaat-nummer01] . Gold Foods en Gold Farms zijn hierdoor tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. Ook hebben zij onrechtmatig jegens Cornhouse gehandeld. Zij wisten dat ze aan Cornhouse pinda’s met te hoge aflatoxinewaarden leverden, maar hebben geprobeerd dit te verhullen met het afgeven van een vervalst EU-aflatoxinecertificaat. Cornhouse heeft hierdoor schade geleden bestaande uit (onder meer) de schadevergoeding van € 254.449,00 die haar afnemer van de pinda’s (Supperfood) van haar vordert wegens te hoge aflatoxinewaarden in de twee geleverde ladingen pinda’s. Gold Foods en Gold Farms zijn op grond van artikel 6:74 BW en/of artikel 6:162 BW gehouden om de schade die Cornhouse als gevolg van deze tekortkoming en/of onrechtmatige daad lijdt te vergoeden.
3.3.
Cornhouse heeft, ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 21 maart 2023, haar eis gewijzigd. Zij heeft haar vorderingen tegen Gold Farms ingetrokken (vermindert tot nihil). Ten aanzien van Gold Foods vordert Cornhouse, om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
voor recht te verklaren dat Gold Foods aansprakelijk is voor alle door Cornhouse geleden schade ten gevolge van de onrechtmatige daad verband houdende met de levering van Boliviaanse pinda’s, nader op te maken bij staat,
Gold Foods te veroordelen om aan Cornhouse de buitengerechtelijke kosten te betalen,
Gold Foods te veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.4.
Cornhouse legt aan haar gewijzigde vordering jegens Gold Foods ten grondslag dat Gold Foods onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld door het opmaken en/of verstrekken van vervalste, althans foutieve EU-aflatoxinecertificaten. De functie van een EU-aflatoxinecertificaat is om aan afnemers te garanderen en te bevestigen dat de pinda’s geen aflatoxine (een kankerverwekkende gifstof veroorzaakt door een schimmel) bevatten, of althans dat de aflatoxinewaarden binnen de EU-limieten vallen, waardoor de pinda’s geschikt zijn voor menselijke consumptie. Pinda’s zonder een EU-aflatoxinecertificaat zijn daarom veel minder waard. Cornhouse heeft als gevolg van het onrechtmatig handelen van Gold Foods schade geleden, omdat zij aan Gold Farms te veel heeft betaald voor twee ladingen pinda’s waarbij vervalste EU-aflatoxinecertificaten (afkomstig van Gold Foods) zijn verstrekt, te weten de TLR-certificaten [certificaat-nummer01] en [certificaat-nummer02] . Cornhouse heeft namelijk aan Gold Farms de prijs voor twee ladingen pinda’s
metEU-aflatoxinecertificaten betaald, maar zij had (slechts) de prijs voor twee ladingen pinda’s
zonderEU-aflatoxinecertificaten moeten betalen. De schade van Cornhouse bestaat hierdoor uit gederfde winst van de doorverkoop van deze twee ladingen pinda’s.
3.5.
Gold Foods heeft ter gelegenheid van de mondelinge behandeling bezwaar gemaakt tegen de eiswijziging. Verder voert zij verweer en concludeert zij tot niet-ontvankelijkheid van Cornhouse, althans dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart om kennis te nemen van het geschil, althans de vorderingen af te wijzen en Cornhouse, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen in de kosten van het geding, met de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente. Ook heeft Cornhouse bij antwoord de rechtbank verzocht om terug te komen op haar vonnis in incident van 21 september 2022, waarin de rechtbank zich bevoegd heeft verklaard kennis te nemen van de vordering van Cornhouse tegen Gold Foods. Ook heeft zij verzocht om Cornhouse te bevelen de arbitrale (eind)uitspraken in de arbitrale procedure van Supperfood tegen Cornhouse, inclusief de gewisselde processtukken, in het geding te brengen.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank zal eerst ingaan op haar bevoegdheid en het toepasselijk recht en vervolgens op de eiswijziging en het verzoek tot het in het geding brengen van stukken. Hierna zal de rechtbank de vorderingen van Cornhouse inhoudelijk beoordelen.
Rechtsmacht en toepasselijk recht
4.2.
Deze zaak heeft een internationaal karakter omdat Gold Foods gevestigd is in Santa Cruz (Bolivia). In het vonnis in incident van 21 september 2022 heeft de rechtbank op grond van artikel 6 aanhef en onder e Rv al geoordeeld dat zij internationaal bevoegd is. Gold Foods heeft de rechtbank verzocht dat oordeel te heroverwegen. Nu niet is gebleken dat het oordeel op een onjuiste juridische of feitelijke grondslag berust, ziet de rechtbank geen aanleiding om haar bevoegdheid te heroverwegen.
4.3.
Het toepasselijk recht moet in dit geval, nu sprake is van een vordering op grond van onrechtmatige daad, worden bepaald aan de hand van de Rome II Verordening (nr. 864/2007, hierna: Rome II). Op grond van artikel 4 lid 1 Rome II is het recht dat van toepassing is op een onrechtmatige daad het recht van het land waar de schade zich voordoet. Cornhouse stelt zich op het standpunt dat zij als gevolg van het onrechtmatig handelen van Gold Foods schade heeft geleden in Nederland. De rechtbank is dan ook van oordeel dat, mede gelet op de referte van Gold Foods, het Nederlands recht van toepassing is.
Eiswijziging
4.4.
Naar aanleiding van de uitkomsten van de gevoerde arbitrale procedures (zie 2.17 - 2.19) en het vonnis in incident van 21 september 2022 heeft Cornhouse haar eis ter zitting willen wijzigen.
Intrekken vorderingen jegens Gold Farms
4.5.
Cornhouse heeft ter zitting aangegeven haar vorderingen jegens Gold Farms in te willen trekken. Er is hiervoor echter geen eiswijziging vereist. De rechtbank heeft zich immers al bij vonnis in de bevoegdheidsincidenten van 21 september 2022 onbevoegd verklaard om van de vorderingen jegens Gold Farms kennis te nemen, omdat Cornhouse en Gold Farms in de overeenkomst van 1 april 2021 arbitrage zijn overeengekomen. De door Cornhouse tegen Gold Farms ingestelde vorderingen liggen daarom niet ter beoordeling voor in deze procedure. Het gaat in het onderhavige geval enkel nog om de door Cornhouse tegen Gold Foods ingestelde vorderingen.
Intrekken vorderingen 1, 2 en 4
4.6.
Voorts heeft Cornhouse ter zitting aangegeven haar vorderingen zoals opgenomen in haar dagvaarding onder 1, 2 en 4 (zie hiervoor sub 3.1) te willen intrekken. Deze vorderingen richten zich nog enkel tegen Gold Foods. Cornhouse heeft ter zitting toegelicht dat zij de schade waarvoor zij vergoeding vordert onder 1, 2 en 4, bestaande uit de schadeclaim van Supperfood vermeerderd met wettelijke handelsrente en beslagkosten, niet heeft geleden. De NOFOTA arbiters hebben de vorderingen van Supperfood jegens Cornhouse namelijk afgewezen bij arbitraal vonnis van 21 oktober 2022 en Supperfood is niet tegen dit vonnis in hoger beroep gegaan (zie hiervoor sub 2.17). Met het intrekken van de vorderingen 1, 2 en 4 wil Cornhouse haar eis verminderen. Ingevolge artikel 129 Rv kan de eiser zolang de rechter nog geen eindvonnis heeft gewezen te allen tijde zijn eis verminderen. De rechtbank zal de eisvermindering dan ook toestaan.
Wijziging feitelijke grondslag vordering 5 en verwijzing naar de schadestaat
4.7.
Cornhouse heeft daarnaast ter zitting aangegeven de feitelijke grondslag van haar vordering onder 5, de verklaring voor recht (zie hiervoor sub 3.1), te willen wijzigen. Zij wil niet langer aan haar vordering ten grondslag leggen dat Gold Foods twee ladingen pinda’s met te hoge aflatoxinewaarden (via Gold Farms) leverde omdat uit de arbitrale vonnissen van 21 oktober 2022 en 17 maart 2023 (zie hiervoor sub 2.18 en 2.19) tussen Cornhouse en Gold Farms volgt dat zij niet kan bewijzen dat deze twee ladingen pinda’s ten tijde van levering al te hoge aflatoxinewaarden bevatten. Nu wil Cornhouse aan haar vordering ten grondslag leggen, zoals hiervoor onder sub 3.4 is vermeld, dat Gold Foods onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld door het opmaken en/of verstrekken van vervalste, althans foutieve EU-aflatoxinecertificaten, te weten de TLR-certificaten [certificaat-nummer01] en [certificaat-nummer02] . Volgens Cornhouse heeft zij, ongeacht of de aflatoxinewaarden van de twee ladingen pinda’s met de TLR-certificaten [certificaat-nummer01] en [certificaat-nummer02] ten tijde van levering te hoog waren of niet, hierdoor schade geleden omdat zij te veel betaald heeft voor de twee ladingen. Cornhouse vordert in aanvulling op de gewijzigde verklaring voor recht ook een verwijzing naar de schadestaatprocedure om deze schade te laten vaststellen, omdat volgens haar de schade op dit moment moeilijk te begroten is.
4.8.
Volgens Gold Foods zijn de eiswijziging en eisvermeerdering van Cornhouse in strijd met de eisen van de goede procesorde. Het was namelijk al lang bekend dat Supperfood niet in hoger beroep ging tegen het arbitrale vonnis van 21 oktober 2022, waardoor al geruime tijd duidelijk was dat Cornhouse de gevorderde schade niet heeft geleden en de vorderingen van Cornhouse feitelijke grondslag missen. Cornhouse kon haar eis dus al eerder wijzigen en vermeerderen. Nu zij dat pas ter zitting heeft gedaan is Gold Foods de kans ontnomen om zich te beraden over de eiswijziging en hier genuanceerd verweer op te voeren.
4.9.
De rechtbank laat de eisvermeerdering (verwijzing naar de schadestaatprocedure) en eiswijziging (wijziging feitelijke grondslag), gelet op het gemotiveerde bezwaar van Gold Foods, niet toe. Cornhouse heeft haar eisvermeerdering en eiswijziging allereerst alleen mondeling ter zitting gedaan en niet schriftelijk bij conclusie of akte ter rolle zoals artikel 130 Rv vereist. Daarnaast wordt Gold Foods onredelijk in haar verdediging bemoeilijkt door de eisvermeerdering en eiswijziging omdat deze pas ter zitting zijn gedaan terwijl Cornhouse dit al eerder bij akte kon doen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de eisvermeerdering en eiswijziging van Cornhouse in strijd zijn met de eisen van de goede procesorde. De rechtbank zal daarom de vordering van Cornhouse beoordelen zoals opgenomen in haar dagvaarding onder 5 (zie hiervoor onder sub 3.1).
4.10.
Ten overvloede overweegt de rechtbank nog dat bovendien niet valt in te zien dat onder de gewijzigde feitelijke grondslag (wel) sprake zou zijn van schade aan de zijde van Cornhouse. Cornhouse heeft immers ter zitting desgevraagd erkend dat zij de betreffende ladingen, waarvan zij stelt dat de certificaten onjuist waren, heeft doorverkocht en zij daarbij een prijs heeft gerekend én ontvangen, die gebaseerd was op de aanwezigheid van juiste certificaten. Haar stelling dat zij enerzijds minder had hoeven te betalen voor de ladingen vanwege de onjuiste certificaten, maar dat zij die ladingen anderzijds nog steeds zelf zou hebben kunnen doorverkopen voor een prijs gebaseerd op de aanwezigheid van juiste certificaten, acht de rechtbank onjuist. Hoe zij op grond hiervan winst zou zijn misgelopen heeft zij dan ook niet duidelijk kunnen maken. Evenmin heeft zij voldoende gesteld of toegelicht dat zij op andere wijze schade heeft geleden als gevolg van de (vermeende) onjuiste certificaten.
Verzoek overlegging van stukken
4.11.
Het verzoek van Gold Foods om Cornhouse op grond van artikel 162 Rv te bevelen de processtukken van de arbitrale procedure tussen Cornhouse en Supperfood in het geding te brengen wordt afgewezen. De rechtbank kan het geschil beoordelen op basis van de voorliggende stukken. Gold Foods heeft daarnaast onvoldoende onderbouwd welk belang zij heeft bij overlegging van deze stukken, nu het arbitraal vonnis tussen Cornhouse en Supperfood wel is overgelegd en daarin de belangrijkste stellingen die partijen in die procedure naar voren hebben gebracht zijn opgenomen.
Tekortkoming en/of onrechtmatige daad van Gold Foods?
4.12.
De rechtbank is van oordeel dat er geen sprake is van een onrechtmatig daad van Gold Foods jegens Cornhouse in de zin van artikel 6:162 BW. Cornhouse heeft ter zitting, mede naar aanleiding van de uitkomsten van de arbitrale procedures, erkend dat zij thans niet meer kan bewijzen dat de ladingen pinda’s met het TLR-certificaat [certificaat-nummer01] en het Eurofins-certificaat al ten tijde van levering aan haar te hoge aflatoxinewaarden bevatten. Dit komt omdat zij in strijd met haar contractuele verplichting op grond van het NOFOTA-contract de pinda’s destijds niet bij ontvangst heeft gekeurd, zo volgt uit het arbitrale vonnis tussen Cornhouse en Gold Farms van 21 maart 2023. Gold Foods heeft ook altijd betwist dat de geleverde pinda’s een te hoog aflatoxinewaarden bevatten en dat zij certificaten zou hebben vervalst. Hierdoor staat in rechte niet vast dat Gold Foods (via Gold Farms) pinda’s heeft geleverd aan Cornhouse die te hoge aflatoxinewaarden bevatten en evenmin dat Gold Foods hiervan op de hoogte was. Bovendien heeft Cornhouse ter zitting bevestigd dat er op basis van deze aangevoerde feitelijk grondslag geen sprake is van schade, nu in het arbitraal vonnis van 21 oktober 2022 alle vorderingen van Supperfood tegen haar zijn afgewezen (omdat ook Supperfood in strijd met haar contractuele verplichting jegens Cornhouse op grond van het NOFATA-contract, de pinda’s destijds bij ontvangst evenmin had gekeurd zie hiervoor sub 2.17). Supperfood is niet tegen dit arbitraal vonnis in hoger beroep gegaan.
4.13.
Voor zover Cornhouse stelt dat Gold Foods tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst van 1 april 2021 (zie hiervoor sub 2.4), geldt dat Gold Foods geen partij is bij die overeenkomst en zij in de nakoming ervan dus ook niet kan zijn tekortgeschoten.
4.14.
De conclusie uit het voorgaande is dat de gevorderde verklaring voor recht (vordering 5, zie hiervoor onder sub 3.1) zal worden afgewezen.
Buitengerechtelijke kosten
4.15.
Nu de vorderingen van Cornhouse worden afgewezen, is er geen grond voor vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Ook deze vordering zal daarom worden afgewezen.
Proceskosten
4.16.
Cornhouse zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Gold Foods worden begroot op:
- griffierecht € 5.737,00
- salaris advocaat €
5.290,00(2 punten × tarief € 2.645,00)
Totaal € 11.027,00
4.17.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen vanaf de vijftiende dag na datum van dit vonnis.
4.18.
Uit de uitspraak van 10 juni 2022 van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2022:853), onder nummer 2.3, leidt de rechtbank af dat in dit vonnis geen aparte beslissingen hoeven te worden genomen over nakosten en wettelijke rente daarover.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Cornhouse in de proceskosten, aan de zijde van Gold Foods tot op heden begroot op € 11.027,00, te vermeerderen met wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M.J. Arts en in het openbaar uitgesproken op 5 juli 2023.
3360/1977/3455