In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 24 juli 2023, is een wijziging van de zorgregeling voor een minderjarige aan de orde. De vrouw, eiseres in conventie, heeft verzocht om de zorgregeling tussen de man en de minderjarige voor onbepaalde tijd te schorsen, en om een beschermingsonderzoek door de raad voor de kinderbescherming te laten uitvoeren. De man, gedaagde in conventie, heeft verweer gevoerd en vorderingen in reconventie ingediend, waarbij hij eiste dat de minderjarige bij hem zou verblijven volgens de gemaakte afspraken. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is bij de vordering van de man, aangezien hij de minderjarige al vijf weken niet had gezien. De vrouw heeft echter zorgen geuit over de psychische toestand van de man, die eerder was opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis en gediagnosticeerd met een bipolaire stoornis. De rechtbank heeft geconcludeerd dat, hoewel de man recht heeft op contact met de minderjarige, de huidige situatie te veel risico's met zich meebrengt. De rechtbank heeft de vordering van de vrouw tot schorsing van de zorgregeling afgewezen, maar de zorgregeling voorlopig gewijzigd. De man mag de minderjarige voorlopig niet meer bij zich laten slapen, maar er zijn contactmomenten vastgesteld. De raad voor de kinderbescherming is verzocht om onderzoek te doen naar de zorgregeling en hierover te rapporteren. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.