ECLI:NL:RBROT:2023:6854

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 juli 2023
Publicatiedatum
31 juli 2023
Zaaknummer
10578650 / VV EXPL 23-303
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van een woning in kort geding wegens ernstige overlast

Op 18 juli 2023 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam in een kort geding uitspraak gedaan in de zaak tussen Stichting Hef Wonen en De Maas Dienstverlening B.V. De eiseres, Hef Wonen, heeft een kort geding aangespannen met als doel de ontruiming van een woning die door de onder bewind gestelde persoon [persoon01] wordt bewoond. Hef Wonen stelt dat [persoon01] ernstige en langdurige overlast veroorzaakt, wat de spoed van de eis rechtvaardigt. De kantonrechter oordeelt dat de huurovereenkomst in een bodemprocedure waarschijnlijk zal worden ontbonden, en dat het gerechtvaardigd is om vooruit te lopen op deze ontbinding. De Maas Dienstverlening q.q. wordt veroordeeld om zorg te dragen voor de ontruiming van de woning binnen veertien dagen na de uitspraak.

Daarnaast wordt De Maas Dienstverlening q.q. veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die door de kantonrechter zijn vastgesteld op een totaalbedrag van € 764,32. Dit bedrag omvat dagvaardingskosten, griffierecht en salaris voor de gemachtigde van Hef Wonen. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de ontruiming kan plaatsvinden voordat eventuele hoger beroep procedures zijn afgerond. De kantonrechter heeft al het andere afgewezen, en de uitspraak is opgemaakt en ondertekend op dezelfde dag.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10578650 / VV EXPL 23-303
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de kantonrechter op 18 juli 2023
in de zaak van
Stichting Hef Wonen,
gevestigd in Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: mr. S.E. Roeters van Lennep te Rotterdam,
tegen
De Maas Dienstverlening B.V., in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van de heer [persoon01] ,
gevestigd in Spijkenisse,
gedaagde,
vertegenwoordigd door [naam01] en [naam02] .
De partijen worden ‘Hef Wonen’ en ‘De Maas Dienstverlening q.q.’ genoemd. De onder bewind gestelde persoon wordt hierna ‘ [persoon01] ’ genoemd.
De kantonrechter is mr. M. Fiege en de griffier is mr. R.W.H. van Rijkom.
Aanwezig zijn:
  • namens Hef Wonen mevrouw [naam03] (medewerker sociaal beheer) en de heer [naam04] (wijkbeheerder), bijgestaan door de gemachtigde van Hef Wonen; en
  • namens De Maas Dienstverlening q.q. mevrouw [naam01] en mevrouw [naam02] .

1.De beoordeling

1.1.
Een eis in kort geding kan worden toegewezen als de eisende partij hierbij zoveel spoed heeft dat die de uitkomst van een gewone procedure niet hoeft af te wachten (artikel 254 lid 1 Rv). Uit de stellingen van Hef Wonen volgt dat deze spoed aanwezig is.
1.2.
Het is voldoende aannemelijk dat in een bodemprocedure de huurovereenkomst zal worden ontbonden. Hef Wonen heeft haar stelling dat [persoon01] ernstige langdurige overlast veroorzaakt voldoende aannemelijk gemaakt en dit is ook niet weersproken. Het is daarom gerechtvaardigd om in deze procedure vooruit te lopen op de ontbinding en De Maas Dienstverlening q.q. te veroordelen om er zorg voor te dragen dat het gehuurde wordt ontruimd. De ontruimingstermijn wordt gesteld op veertien dagen na de datum van dit vonnis.
De Maas Dienstverlening q.q. moet de proceskosten betalen
1.3.
Hef Wonen krijgt gelijk. De Maas Dienstverlening q.q. moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Hef Wonen tot vandaag vast op € 107,32 aan dagvaardingskosten, € 128,00 aan griffierecht en € 529,00 aan salaris voor de gemachtigde. Dit is in totaal € 764,32. Voor kosten die Hef Wonen maakt na deze uitspraak moet De Maas Dienstverlening q.q. een bedrag betalen van € 132,00. Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist (zie de uitspraak van de Hoge Raad van 10 juni 2022, gepubliceerd onder ECLI:NL:HR:2022:853).
Uitvoerbaarheid bij voorraad
1.4.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

2.De beslissing

De kantonrechter:
2.1.
veroordeelt De Maas Dienstverlening q.q. om er zorg voor te dragen dat de woning aan het adres [adres01] ( [postcode01] ) in Rotterdam binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis is ontruimd met alle personen en zaken die zich daar vanwege [persoon01] bevinden en de woning met alle sleutels ter beschikking van Hef Wonen te stellen;
2.2.
veroordeelt De Maas Dienstverlening q.q. in de proceskosten, die aan de kant van Hef Wonen tot vandaag worden vastgesteld op € 764,32;
2.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
2.4.
wijst al het andere af.
Dit proces-verbaal is op 18 juli 2023 opgemaakt en ondertekend door de kantonrechter.
38671