Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
1..De procedure
- de dagvaarding van 29 juni 2023, met 10 producties;
- de mondelinge behandeling op 7 juli 2023.
2..De feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
€ 697,00
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 juli 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting Woonstad Rotterdam (eiseres) en verschillende gedaagden, die zonder recht of titel in een woning verbleven. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. R. van der Hoeff, vorderde ontruiming van de woning aan de [adres] binnen zeven dagen na betekening van het vonnis. De woning was gekraakt door de gedaagden, die in de basisregistratie personen stonden ingeschreven op het adres van de woning. Woonstad had eerder geprobeerd de gedaagden schriftelijk te sommeren om de woning te ontruimen, maar zonder resultaat. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gedaagden onrechtmatig handelden door zonder recht in de woning te verblijven, en dat Woonstad een spoedeisend belang had bij de ontruiming, aangezien de woning in september 2023 gesloopt zou worden. De rechter verleende verstek tegen de niet verschenen gedaagden en wees de vorderingen tot ontruiming toe, met een ontruimingstermijn van drie weken. De kosten van het geding werden aan de gedaagden opgelegd, die als grotendeels in het ongelijk gestelde partij werden beschouwd.