Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding met producties van 5 juli 2023;
- de mail van [persoon A] van 5 juli 2023, inhoudende een akte wijziging van eis met bijlagen en videobeelden;
- de producties van [persoon B] .
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die zich afspeelt in Rotterdam, heeft eiseres [persoon A] een kort geding aangespannen tegen gedaagde [persoon B] in verband met een huurgeschil. [persoon A] huurt een woning van [persoon B] en heeft een huurachterstand van vijf maanden, ondanks herhaalde aanmaningen. Op 17 mei 2023 heeft de kantonrechter de huurovereenkomst ontbonden en [persoon A] veroordeeld tot ontruiming van de woning. Echter, [persoon A] heeft op 4 juli 2023 een bedrag van € 5.087,02 aan [persoon B] betaald en verzoekt nu om schorsing van de ontruiming in afwachting van de uitkomst van een verzetprocedure. De kantonrechter heeft op 6 juli 2023 een mondeling vonnis gewezen, waarin de spoedeisendheid van de zaak werd erkend. De rechter heeft de belangen van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat het belang van [persoon A], een alleenstaande moeder met minderjarige kinderen, zwaarder weegt dan het financiële belang van [persoon B]. De verdere tenuitvoerlegging van het vonnis van 17 mei 2023 wordt geschorst, op voorwaarde dat [persoon A] de huur voor juli 2023 tijdig betaalt en de verzetprocedure aanhangig maakt. Tevens is [persoon B] veroordeeld om [persoon A] het woongenot van de woning te verschaffen en de inboedel terug te plaatsen. De proceskosten zijn voor rekening van [persoon B].