ECLI:NL:RBROT:2023:7442

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 juli 2023
Publicatiedatum
22 augustus 2023
Zaaknummer
10255471 GZ VERZ 22-7979
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voormalige bewindvoerder voor slecht bewind en opheffing meerderjarigenbewind

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 juli 2023 een tussenbeschikking gegeven inzake de mogelijke aansprakelijkheid van een voormalige bewindvoerder voor slecht bewind. Het verzoek tot opheffing van het meerderjarigenbewind werd ingediend door de huidige bewindvoerder, Stichting Centrale Administratie voor Voorzieningen op het Gebied van de Gezondheids- en Welzijnszorg te Zoetermeer. De procedure begon met een verzoek op 22 december 2022, waarbij de huidige bewindvoerder aangaf dat de voormalige bewindvoerder, [naam], niet voldeed aan zijn verplichtingen. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 april 2023 zijn partijen niet verschenen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de voormalige bewindvoerder in een jaar tijd meer dan € 600.000,00 heeft besteed zonder de benodigde machtiging. Dit roept vragen op over de zorgvuldigheid van de voormalige bewindvoerder, die mogelijk tekortgeschoten is in zijn verantwoordelijkheden. De kantonrechter heeft de voormalige bewindvoerder in de gelegenheid gesteld om opheldering te verschaffen over zijn handelen. Indien hij niet verschijnt, kan de kantonrechter ambtshalve de schade vaststellen en de voormalige bewindvoerder veroordelen tot schadevergoeding.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat er een nieuwe zitting wordt gelast op 25 juli 2023, waarbij de betrokken partijen worden opgeroepen. De kantonrechter heeft benadrukt dat er geen uitstel zal worden gegeven, tenzij in bijzondere omstandigheden. De zaak is van belang voor de beoordeling van de aansprakelijkheid van bewindvoerders en de bescherming van de belangen van de betrokkene.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 10255471 GZ VERZ 22-7979
registernummer: BM 34462
uitspraak: 17 juli 2023
beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam, inzake opheffing meerderjarigenbewind
over de goederen van:

[betrokkene],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres],
hierna te noemen betrokkene.

Verloop van de procedure

Op 22 december 2022 is ter griffie het verzoek ontvangen van de bewindvoerder Stichting Centrale Administratie voor Voorzieningen op het Gebied van de Gezondheids- en Welzijnszorg te Zoetermeer, om het bij beschikking door de kantonrechter te Rotterdam d.d. 17 december 2019 ingestelde beperkte bewind over letselschade uitkering van betrokkene op te heffen.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 19 april 2023. Partijen zijn zonder bericht van verhindering niet verschenen.

Beoordeling van het verzoek

Bij beschikking van 19 oktober 2020 is [naam] te [plaatsnaam] ontslagen, omdat hij niet aan zijn verplichtingen als bewindvoerder voldeed. Voorts is Stichting Centrale Administratie voor Voorzieningen op het Gebied van de Gezondheids- en Welzijnszorg te Zoetermeer tot bewindvoerder benoemd. Daarnaast is bepaald dat de huidige bewindvoerder uiterlijk op 19 februari 2021 een plan inzake het beheer van de letselschade uitkering diende in te leveren.
In de brief van 7 juni 2021 heeft de huidige bewindvoerder het volgende vermeld:

In 1 jaar tijd is er meer dan € 600.000,00 opgemaakt. Er resteert nu nog een saldo van
€ 175.000,00. [betrokkene] is een tweetal bedrijven gestart’
Vervolgens heeft de huidige bewindvoerder bij brief van 15 december 2022 laten weten dat zij niet in contact kan komen met de voormalige bewindvoerder en dat zij haar taken niet naar behoren kan uitvoeren, omdat betrokkene onvoldoende medewerking verleent. Tot slot heeft de bewindvoerder verzocht om het bewind op te heffen.
De kantonrechter ziet in een en ander aanleiding om opnieuw een zitting te gelasten, die op korte termijn zal worden gehouden, te weten op
dinsdag 25 juli 2023 te 14.15 uur. Ter zitting zal onder andere worden besproken:
  • het verdwijnen van ruim € 600.000,- in een periode van slechts één jaar, waarin [naam] als bewindvoerder optrad;
  • het niet afleggen van de eind rekening en verantwoording door de voormalige bewindvoerder [naam];
  • het opheffingsverzoek van de huidige bewindvoerder vanwege gebrek aan medewerking door betrokkene en de voormalige bewindvoerder [naam].
Ter voorkoming van misverstanden wijst de kantonrechter de voormalige bewindvoerder
[naam] nu reeds op het volgende.
De bewindvoerder is aansprakelijk voor de schade jegens betrokkene, als de bewindvoerder heeft gehandeld in strijdt met hetgeen van een zorgvuldig handelende bewindvoerder verwacht mag worden, tenzij de tekortkoming hem niet kan worden toegerend (artikel 1:444 BW). Ter zitting zal onder meer aan de orde komen de vraag of de voormalige bewindvoerder is tekortgeschoten in de zorg die van een goed bewindvoerder ten aanzien van het (financiële) bewind mag worden verwacht. Op grond van artikel 1:362 BW, dat ingevolge artikel 1:445 lid 5 BW van overeenkomstige toepassing is bij bewind, kan de kantonrechter ambtshalve de schade vaststellen, die betrokkene door slecht bewind van de voormalige bewindvoerder heeft geleden en de voormalige bewindvoerder tot vergoeding daarvan veroordelen.
De kantonrechter stelt de voormalige bewindvoerder [naam] nog eenmaal in de gelegenheid om ter zitting bij de kantonrechter opheldering te verschaffen over het door hem gevoerde bewind. Indien de voormalige bewindvoerder niet verschijnt, dan zal de kantonrechter ambtshalve in goede justitie de geleden schade moeten schatten op basis van de bekende informatie en zal de voormalige bewindvoerder [naam] worden veroordeeld tot vergoeding daarvan. De kantonrechter vertrouwt erop dat de voormalige bewindvoerder het niet zover zal laten komen. Behoudens in bijzondere omstandigheden zal geen uitstel van de zitting worden gegeven.

Beslissing

De kantonrechter:
gelast een mondelinge behandeling te houden op
dinsdag 25 juli 2023 te 14.15 uur, waarbij betrokkene, de voormalige bewindvoerder [naam] en de huidige bewindvoerder worden opgeroepen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.J. Frikkee en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
799