In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 14 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een consument, aangeduid als [eiseres], en een beroepsmatige verkoper, Baksteen HB & A B.V. [eiseres] had op 5 juni 2022 een tweedehands auto, een Peugeot 206 GTI, gekocht voor € 1.000,-. Na de aankoop heeft [eiseres] gebreken aan de auto geconstateerd en Baksteen gesommeerd deze te herstellen. Baksteen heeft de aanwezigheid van de gebreken betwist en verwees naar de hoge leeftijd van de auto en de lage koopprijs, waaruit volgens hen voortvloeit dat [eiseres] niet al te hoge kwaliteitseisen mocht stellen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 12 juni 2023 heeft de kantonrechter de zaak besproken. De rechter heeft vastgesteld dat de auto niet voldeed aan de verwachtingen die [eiseres] op basis van de koopovereenkomst mocht hebben, maar dat de gebreken die [eiseres] had geconstateerd, zichtbaar waren en eenvoudig ontdekt hadden kunnen worden. De kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van non-conformiteit, omdat de gebreken niet een gevaar voor de verkeersveiligheid opleverden en [eiseres] had nagelaten een grondig onderzoek naar de staat van de auto uit te voeren.
De vorderingen van [eiseres] werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van Baksteen, vastgesteld op € 398,-. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van consumenten bij de aankoop van tweedehands goederen en de verwachtingen die zij mogen hebben op basis van de koopprijs en de staat van het product.