ECLI:NL:RBROT:2023:7603

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 augustus 2023
Publicatiedatum
25 augustus 2023
Zaaknummer
C/10/663775 / KG ZA 23-735
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Collectieve actie tegen voorgenomen werkzaamheden aan tramspoor op de Nieuwe Binnenweg in Rotterdam

In deze zaak hebben BIZ Eigenaren, BIZ Gebruikers en de vereniging een kort geding aangespannen tegen de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, RET en de gemeente Rotterdam. De eisers vorderen dat de gedaagden zich onthouden van het uitvoeren van werkzaamheden aan het tramspoor op de Nieuwe Binnenweg gedurende de periode van augustus tot en met december 2023. De eisers stellen dat de voorgenomen werkzaamheden ernstige gevolgen zullen hebben voor de ondernemers in de straat, en dat er onvoldoende rekening is gehouden met hun belangen. De mondelinge behandeling vond plaats op 22 augustus 2023, en de voorzieningenrechter heeft op 25 augustus 2023 uitspraak gedaan.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de eisers niet-ontvankelijk zijn in hun vordering. Dit oordeel is gebaseerd op de vaststelling dat de collectieve actie niet voldoet aan de eisen van artikel 3:305a BW en artikel 1018c lid 1 Rv. De voorzieningenrechter concludeert dat de belangen van de individuele eisers niet voldoende zijn toegespitst op hun specifieke situatie, en dat de stichtingen en de vereniging niet voldoen aan de vereisten voor het instellen van een collectieve vordering. De rechter heeft ook opgemerkt dat de communicatie met de ondernemers over de werkzaamheden niet vlekkeloos is verlopen, maar dat dit niet leidt tot de conclusie dat de werkzaamheden onrechtmatig zijn.

De eisers worden als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagden zijn begroot op € 1.755,00 per partij. De voorzieningenrechter heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/663775 / KG ZA 23-735
Vonnis in kort geding van 25 augustus 2023
in de zaak van
1. de stichting
STICHTING BEDRIJVEN INVESTERINGSZONE NIEUWE BINNENWEG EIGENAREN,
2. de stichting
STICHTING BEDRIJVEN INVESTERINGSZONE NIEUWE BINNENWEG,
3. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
DE BINNENWEG,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CALAND/SCHOEN B.V.,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
OPTIEK ZIEN B.V.,
alle gevestigd te Rotterdam,
6.
[eiseres] h.o.d.n. [naam winkel],
wonende en zaakdoende te Rotterdam,
eiseressen,
advocaat: mr. M.A.J. West te Rotterdam,
tegen

1..de publiekrechtelijke rechtspersoon METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG,

zetelend te Rotterdam,
2. de naamloze vennootschap
ROTTERDAMSE ELECTRISCHE TRAM N.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagden,
advocaat: mr. J.J. Linker te Rotterdam,
3. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE ROTTERDAM,
zetelend te Rotterdam,
gedaagde,
advocaat: mr. D.R. Stolwijk te Rotterdam.
Partijen worden hierna BIZ Eigenaren, BIZ Gebruikers, de vereniging, Caland Schoen, Optiek Zien, [naam winkel], de Metropoolregio, RET en de gemeente genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 16 augustus 2023, met producties 1 t/m 27,
  • de akte overleggen producties van de Metropoolregio en RET, met producties 1 t/m 8,
  • de akte overleggen producties van de gemeente, met producties 1 t/m 7,
  • de pleitaantekeningen van mr. West,
  • de spreekaantekeningen van mr. Linker,
  • de pleitnotitie van mr. Stolwijk.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 22 augustus 2023.

2..De feiten

2.1.
BIZ Eigenaren, BIZ Gebruikers en de vereniging zijn op 1 oktober 2019, 31 december 2010 respectievelijk 27 december 2007 opgericht. Blijkens hun statuten hebben zij onder meer tot doel om de Nieuwe Binnenweg in Rotterdam als bezoek- en winkelgebied aantrekkelijk te maken, activiteiten te verrichten die gericht zijn op het bevorderen van de ruimtelijke en economische ontwikkelingen in de straat en de belangen van de in de straat gevestigde ondernemers en vastgoedeigenaren te behartigen.
2.2.
De vereniging heeft ruim honderd leden, waaronder schoenenwinkel Caland Schoen, opticien en schoenen-, hoeden- en pettenwinkel Optiek Zien en [naam winkel]. Caland Schoen, Optiek Zien en [naam winkel] zijn gevestigd aan het begin van de Nieuwe Binnenweg, tussen het Eendrachtsplein en de Gaffelstraat.
2.3.
De gemeente is eigenaar en beheerder van de wegen in de gemeente Rotterdam, waaronder de Nieuwe Binnenweg. De Metropoolregio is het bevoegd gezag voor de spoorweginfrastructuur. De Metropoolregio heeft voor de voormalige stadsregio Rotterdam RET aangewezen als beheerder van de spoorweginfrastructuur.
2.4.
In december 2019 heeft RET de (levensduur van de) trambaan op de Nieuwe Binnenweg opgenomen en beoordeeld. Na een drietal schouwen in 2021 heeft RET op 26 januari 2022 een rapportage opgesteld van de projecten uit het meerjarenplan 2023. Daarin staat over de kruising van de Nieuwe Binnenweg en de Mathenesserlaan:
“Het spoor is op. Diverse railbreuken. Maximale aantal inlassingen bereikt. Collecteurriool dat de trambaan kruis tekent zich af in de trambaan. Levensduur verlengend onderhoud is niet mogelijk.
(…)
De uitvoeringstijd is ingeschat op 10 weken. Deze moet nog worden afgestemd met SOB/GOB
(…)”
2.5.
RET heeft de voorgenomen werkzaamheden aan het spoor voorgelegd aan het Gebiedsoverleg Buitenruimte (GOB). Deelnemers aan het GOB zijn onder andere RET, de gemeente en de Veiligheidsregio als vertegenwoordiger van de brandweer, politie en ambulance. Op 5 april 2022 is in het GOB voor het eerst een aanvraag van RET voor onderhoud van de sporen op de kruising Nieuwe Binnenweg-Mathenesserlaan besproken. Op 4 juli 2023 is in het GOB vastgesteld dat de werkzaamheden aan alle randvoorwaarden van het GOB voldoen. Daarna heeft RET een Tijdelijke Verkeersmaatregel (TVM) aangevraagd, die op 14 juli 2023 door de gemeente is verleend.
2.6.
RET heeft communicatiebureau Conversation-Next ingeschakeld om de bewoners en ondernemers van de Nieuwe Binnenweg over de werkzaamheden te informeren. Op 25 november 2022 en 2 december 2022 hebben informatierondes plaatsgevonden. Daar is op hoofdlijnen verteld over de werkzaamheden met een doorlooptijd van 12 weken, gepland in de zomer van 2023, weken 34 t/m 45, met een volledige afsluiting per fase.
2.7.
Bij brief van 8 juni 2023 heeft [naam 1], Projectmanager Ingenieursbureau RET, aan de bewoners en ondernemers van de Nieuwe Binnenweg bericht:
“Van 28 augustus tot en met 18 oktober vervangt de RET de tramsporen op de Nieuwe Binnenweg, tussen de Gaffelstraat en de ‘s-Gravendijkwal. Na jaren van intensief gebruik zijn de sporen aan vernieuwing toe. Met deze brief vertellen wij u meer over wat we gaan doen.
Wanneer wordt er gewerkt?
Om het verkeer zo min mogelijk te hinderen werken we in drie fasen:

Van 28 augustus tot en met 1 oktobervervangen we de tramsporen op de Nieuwe Binnenweg, vanaf de Gaffelstraat tot aan de Mathenesserlaan.

Van 2 tot en met 29 oktobervervangen we de tramsporen op en rond de kruising van de Nieuwe Binnenweg met de Mathenesserlaan

Van 30 oktober tot en met 18 novembervervangen we de tramsporen op de Nieuwe Binnenweg, tussen de Mathenesserlaan en de ’s-Gravendijkwal.
(…)
Reizigers
Van 28 augustus tot en met 18 novemberrijdt tramlijn 4 niet tussen Rotterdam Centraal en het Heemraadsplein.
(…)
Verkeer

Van 28 augustus tot en met 1 oktoberis de Nieuwe Binnenweg afgesloten voor fietsers en automobilisten tussen de van Gaffelstraat en de Mathenesserlaan. De weg blijft open voor voetgangers.
o Fietsers en automobilisten worden omgeleid via de Rochussenstraat en de Mathenesserlaan.
o Verkeer naar de Josephstraat wordt vanuit de Van Speykstraat via het Rijnhoutplein geleid. De Van Speykstraat en de Josephstraat zijn tussen de Schietbaanstraat en de Nieuwe Binnenweg afgesloten voor fietsers en automobilisten. De straten blijven open voor voetgangers.

Van 2 tot en met 29 oktoberis de kruising Mathenesserlaan – Nieuwe Binnenweg afgesloten voor autoverkeer. De kruising blijft open voor voetgangers.
o Automobilisten worden omgeleid via de Rochussenstraat en de ’s-Gravendijkwal.
o De paralelwegen van de Mathenesserlaan, tussen de ’s-Gravendijkwal en de Nieuwe Binnenweg, zijn beiden bereikbaar vanaf de kant van de ’s-Gravendijkwal. We stellen tijdelijk 2 richtingsverkeer in op deze paralelwegen. Om ruimte te maken voor auto’s die elkaar willen passeren vervalt een aantal parkeerplaatsen.

Van 30 oktober tot en met 18 novemberis de Nieuwe Binnenweg afgesloten voor fietsers en automobilisten tussen de ’s-Gravenwijkwal en de Mathenesserlaan. De weg blijft open voor voetgangers.
o Fietsers en automobilisten worden omgeleid via de ’s-Gravendijkwal en de Mathenesserlaan.
o We stellen op de Saftlevenstraat, tussen de Ochterveltstraat en de Nieuwe Binnenweg, tijdelijk tweerichtingsverkeer in om de straat bereikbaar te houden.
(…)”
2.8.
Bij e-mail van 13 juni 2023 heeft [naam 2] (hierna: [naam 2]), secretaris van de vereniging, aan [naam 3] (hierna: [naam 3]) van de gemeente vragen gesteld over en suggesties en verzoeken tot aanpassingen gedaan voor de planning van de werkzaamheden en de gevolgen voor het verkeer. Daarbij heeft zij opgemerkt dat de werkzaamheden gaan leiden tot een gigantische chaos in een zeer druk bezochte winkel- c.q. boodschappenstraat en dat de ondernemers altijd rekening hebben gehouden met een planning in augustus. Bij e-mail van 14 juni 2023 zijn twee aanvullende suggesties gedaan. Op 14 juni 2023 heeft Conversation-Next op de e-mails gereageerd.
2.9.
Bij e-mail van 12 juli 2023 heeft [naam 2] aan wethouder [naam 4] gevraagd om alles in het werk te stellen om de werkzaamheden uit te stellen tot januari 2024. Volgens [naam 2] zijn de werkzaamheden enorm ingrijpend. Het moment van informeren was zo laat dat de ondernemers niet met de gemeente en RET hebben kunnen meedenken over de aanpak, impact en planning. Gelet op het moment van communiceren hebben de ondernemers ook geen rekening kunnen houden met hun inkoop en dreigen zij als gevolg van de werkzaamheden ernstig financieel nadeel te ondervinden.
2.10.
Bij e-mail van 18 juli 2023 heeft [naam 5] (hierna: [naam 5]), Afdelingshoofd Mobiliteit a.i. bij de gemeente, aan [naam 2] laten weten dat de gemeente bij werkzaamheden in de buitenruimte als stelregel hanteert dat winkelstraten zoveel mogelijk worden ontzien in de periode tussen medio november en nieuwjaarsdag vanwege de Sinterklaas- en kerstdrukte. Ook schrijft hij dat RET al in november en december 2022 contact heeft gezocht met de ondernemers van de Nieuwe Binnenweg om te overleggen over de werkzaamheden, en dat hij niet goed kan herleiden wat er de oorzaak van is dat de informatie over het feit dat de werkzaamheden in aantocht waren de vereniging toen niet heeft bereikt. Verder is opgemerkt dat het vanwege de korte termijn tot de geplande aanvang helaas niet meer mogelijk is om de werkzaamheden nog uit te stellen.
2.11.
Bij e-mail van 3 augustus 2023 schrijft mr. West aan [naam 5] en [naam 3] dat hij opdracht heeft gekregen om een kortgedingprocedure aanhangig te maken waarvan alleen wordt afgezien als de gemeente/Metropoolregio en RET alsnog beslissen om de planning van de werkzaamheden aan te passen. In de e-mail wordt opgemerkt dat sprake is van een onrechtmatige situatie omdat bij het bepalen van de aanpak en de planning onvoldoende rekening is gehouden met de gerechtvaardigde belangen van de betrokken ondernemers waardoor de vereiste zorgvuldigheid niet in acht is genomen.
2.12.
Bij e-mail van 11 augustus 2023 heeft [naam 6], Manager Stadsbeheer bij de gemeente, aan mr. West laten weten dat de gemeente en/of RET niet aan het verzoek tot aanpassing van de planning tegemoet komen.

3..Het geschil

3.1.
Eisers vorderen – verkort weergegeven – dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
gedaagden veroordeelt om zich in de periode augustus 2023 tot en met 31 december 2023 te onthouden van het feitelijk (laten) uitvoeren van de werkzaamheden, zulks onder verbeurte van een door gedaagden aan ieder van eisers te betalen dwangsom van € 25.000,00 per dag voor elke dag of een gedeelte daarvan dat gedaagden hiermee geheel of gedeeltelijk in gebreke blijven met een maximum van € 1.000.000,00 ten aanzien van ieder van de gedaagden, althans in goede justitie een bedrag bepaalt, althans een zodanige voorziening treft die zij redelijk acht,
gedaagden hoofdelijk veroordeelt in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf veertien dagen na dit vonnis,
gedaagden hoofdelijk veroordeelt in de nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf veertien dagen na dit vonnis.
3.2.
Metropoolregio en RET voeren – deels gezamenlijk met de gemeente – verweer en concluderen tot niet-ontvankelijkheid van eisers althans afwijzing van de vordering, met veroordeling van eisers in de kosten. De gemeente voert – deels gezamenlijk met Metropoolregio en RET – verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van eisers dan wel afwijzing van de vordering, met veroordeling van eisers in de kosten, inclusief nakosten.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

4..De beoordeling

4.1.
BIZ Eigenaren, BIZ Gebruikers en de vereniging hebben met dit kort geding een collectieve vordering ingesteld. Voordat aan een inhoudelijke beoordeling van die vordering kan worden toegekomen, moet de voorzieningenrechter toetsen of is voldaan aan de formele eisen om een dergelijke vordering te kunnen instellen. De wet stelt namelijk zowel in artikel 3:305a BW als in artikel 1018c lid 1 Rv voorwaarden aan de rechtspersoon die de collectieve vordering instelt respectievelijk het processtuk – de dagvaarding – waarmee dat gebeurt.
4.2.
Op grond van het eerste lid van artikel 3:305a BW kan een stichting of vereniging met volledige rechtsbevoegdheid een vordering – ook wel collectieve vordering/actie genoemd – instellen die strekt tot bescherming van gelijksoortige belangen van andere personen, voor zover zij deze belangen ingevolge haar statuten behartigt en deze belangen voldoende zijn gewaarborgd. Het tweede lid bepaalt wanneer de belangen voldoende gewaarborgd zijn, namelijk als de rechtspersoon voldoende representatief is, gelet op de achterban en de omvang van de vertegenwoordigde vordering en beschikt over, samengevat, een toezichthoudend orgaan, passende en doeltreffende besluitvormingsmechanismen, voldoende middelen en een algemeen toegankelijke internetpagina waarop in het tweede lid opgesomde informatie beschikbaar is. Het derde lid vermeldt in welke, limitatief opgesomde, gevallen een rechtspersoon in haar rechtsvordering ontvankelijk is.
4.3.
Artikel 1018c lid 1 Rv, dat op grond van artikel 1018b lid 1 Rv ook op de kortgedingprocedure van toepassing is, bepaalt wat de dagvaarding waarmee de collectieve vordering wordt ingesteld, moet vermelden. Uit sub d van dit artikellid volgt dat de dagvaarding een omschrijving moet bevatten van de wijze waarop aan de ontvankelijkheidseisen van artikel 3:305a lid 1 t/m 3 BW is voldaan of van de gronden waarop de uitzonderingsbepaling van artikel 3:305a lid 6 BW van toepassing is. Hoewel BIZ Eigenaren, BIZ Gebruikers en de vereniging stellen dat zij de ontvankelijkheidseisen in randnr. 19 e.v. van de dagvaarding opbouwend hebben omschreven, blijkt daar, onder andere, niet uit dat zij over een toezichthoudend orgaan, passende en doeltreffende besluitvormingsmechanismen en een algemeen toegankelijke internetpagina met de door de wet geëiste informatie beschikken. Ook is niet toegelicht dat de bestuurders geen rechtstreeks of middellijk winstoogmerk hebben, dat via de rechtspersoon wordt gerealiseerd. Tijdens de mondelinge behandeling hebben de stichtingen en de vereniging (voor het eerst) een beroep gedaan op “
de uitzondering”. Nog daargelaten dat zij artikel 3:305a lid 6 BW daarbij niet genoemd hebben, hebben zij nagelaten te stellen en onderbouwen dat en waarom de uitzondering van toepassing is. Ook is niet gereageerd op het verweer van Metropoolregio en RET dat de vordering niet is ingesteld met een ideëel doel en een zeer beperkt belang.
4.4.
Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat BIZ Eigenaren, BIZ Gebruikers en de vereniging niet-ontvankelijk zijn in hun vordering. De verweren dat BIZ Eigenaren, BIZ Gebruikers en de vereniging het in artikel 3:305a lid 3 sub c BW vereiste overleg niet of niet voldoende hebben gevoerd en dat geen sprake is van gelijksoortige belangen van de aangesloten ondernemers en leden behoeft daarmee geen bespreking meer. Dat geldt ook voor het verweer dat BIZ Eigenaren, BIZ Gebruikers en de vereniging niet in hun vordering tegen Metropoolregio kunnen worden ontvangen omdat deze partij geen betrokkenheid bij de planning en uitvoering van de werkzaamheden heeft (gehad).
4.5.
Artikel 3:303 BW bepaalt dat zonder voldoende belang niemand een vordering toekomt. Ten aanzien van Caland Schoen, Optiek Zien en [naam winkel] overweegt de voorzieningenrechter dat zij hun belang bij de vordering in randnr. 27 van de dagvaarding slechts heel algemeen noemen en niet toegespitst op hun specifieke situatie hebben uitgewerkt. Daar komt bij dat Caland Schoen, Optiek Zien en [naam winkel] zijn gevestigd aan het begin van de Nieuwe Binnenweg en vaststaat dat dit gedeelte van de straat tijdens de werkzaamheden in geen van de drie fasen wordt afgesloten. De drie winkels blijven bereikbaar voor fietsers en automobilisten. Aangezien het Eendrachtsplein op loopafstand van deze drie winkels ligt, blijven deze, ondanks de buitendienststelling van tramlijn 4 voor de volledige duur van de werkzaamheden, tijdens de werkzaamheden ook bereikbaar met het openbaar vervoer. Vanwege het ontbreken van voldoende belang worden Caland Schoen, Optiek Zien en [naam winkel] eveneens niet-ontvankelijk verklaard in hun vordering.
4.6.
Ten overvloede overweegt de voorzieningenrechter dat de communicatie met de ondernemers over de (planning van de) werkzaamheden niet vlekkeloos is verlopen. Uit de stukken blijkt immers dat in april 2022 al voorstellen zijn gedaan voor werkzaamheden in de periode week 34 t/m 45 (wat week 35 t/m 46 is geworden). Het is ook te gemakkelijk om te betogen dat de in november/december 2022 geïnformeerde ondernemers toen al de besturen van BIZ Eigenaren, BIZ Gebruikers en de vereniging hadden moeten informeren. Dat miskent dat de plicht om
alleondernemers en omwonenden tijdig te informeren primair op RET en de gemeente lag. Gelet op de door RET en de gemeente gestelde en onderbouwde noodzaak van de maatregelen is echter niet aannemelijk dat
daarommet de geplande werkzaamheden onrechtmatig jegens de ondernemers wordt gehandeld. Tot slot is van belang dat de gemeente tijdens de mondelinge behandeling heeft toegezegd vinger aan de pols te houden en contact te zullen opnemen met de ondernemers om te bezien of (en hoeveel) klanten als gevolg van de werkzaamheden wegblijven. Daarbij is opgemerkt dat, als dat aan de orde is, op grond van de Algemene Verordening Nadeelcompensatie op heel korte termijn een voorschot op nadeelcompensatie kan worden gevraagd en toegekend. Daarbij moet wel de kanttekening worden geplaatst dat die verordening alleen recht biedt op vergoeding van schade die is geleden ten gevolge van de rechtmatige uitoefening van een publiekrechtelijke bevoegdheid of taak.
4.7.
Eisers worden als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. De kosten van Metropoolregio en RET worden begroot op € 1.755,00 (€ 676,00 aan griffierecht en € 1.079,00 aan salaris advocaat). De kosten van de gemeente worden eveneens begroot op € 1.755,00 (€ 676,00 aan griffierecht en € 1.079,00 aan salaris advocaat). Uit het arrest van de Hoge Raad van 10 juni 2022 (ECLI:NL:HR:2022:853) volgt dat in dit vonnis geen aparte beslissing hoeft te worden genomen over nakosten.

5..De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verklaart eisers niet-ontvankelijk in hun vordering,
5.2.
veroordeelt eisers in de proceskosten, aan de zijde van Metropoolregio en RET tot op heden begroot op € 1.755,00 en aan de zijde van de gemeente tot op heden begroot op € 1.755,00,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 25 augustus 2023.
[2971/2009]