All In Rentals vordert de ontruimingstermijn te bepalen op 48 uur na betekening van dit vonnis. Dit is in strijd met de wet. De voorzieningenrechter acht, op grond van een belangenafweging, een ontruimingstermijn van ruim een maand na dagtekening van dit vonnis redelijk. Dit betekent dat gedaagden uiterlijk op 30 september 2023 de woning moeten verlaten. Redengevend daarvoor is het volgende.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat All In Rentals de huidige situatie met de gemeente zelf heeft gecreëerd door niet (tijdig) een huisvestingsvergunning aan te vragen en de woning desalniettemin te verhuren aan gedaagden. [gedaagde 2] stelt dat zij haar sociale huurwoning heeft opgezegd en samen met [gedaagde 1] en kinderen (haar jongste kind moet nog één jaar worden) in de woning is gaan wonen. De voorzieningenrechter weegt voorts mee dat All In Rentals bepaald niet voortvarend handelt. Dat is zowel ten aanzien van de al sinds januari 2023 uitblijvende huurbetalingen het geval als ten aanzien van de aanvraag van dit kort geding. Dat is pas op 13 juli 2023 aangevraagd, zonder het verzoek om verkorting van de dagvaardingstermijn, terwijl de problemen met de gemeente al veel langer spelen. Daarnaast heeft All In Rentals in deze procedure niet aannemelijk gemaakt dat de woningen die zij aan gedaagden heeft aangeboden, vergelijkbaar zijn met de woning waarin gedaagden nu wonen, zij het dat daarbij wel de kanttekening moet worden gemaakt dat het er wel wat weg van heeft dat gedaagden wel erg hoge eisen stellen.
Daar staat tegenover dat gedaagden geen toestemming aan All In Rentals hebben gevraagd om de woning te mogen verbouwen. Uit het ter zitting getoonde incheckrapport kan niet worden afgeleid dat dat het hele huis gestukt en gesaust moest worden. De beslissing om dat, blijkbaar zonder enig overleg met All-in Rentals, wel te doen terwijl er hooguit twee of drie muren daadwerkelijk onderhanden genomen moesten worden, komt daarom voor eigen rekening en risico van gedaagden. Daarbij is van belang dat de huurovereenkomst voor bepaalde tijd is gesloten, zodat het, in ieder geval deels, voor rekening en risico van [gedaagde 2] komt dat zij haar sociale huurwoning heeft opgezegd.
In dit geval weegt heel zwaar dat gedaagden in januari 2023 zijn gestopt met het betalen van huur en zij in deze procedure geen bewijs hebben overgelegd van hun stelling dat er tijdens een gesprek in maart 2023 afspraken met All In Rentals zijn gemaakt over verrekening van de huurbetalingen met de hiervoor genoemde werkzaamheden. All In Rentals heeft enkel gezegd dat zij de kwestie voor gedaagden willen oplossen en hen willen helpen met verhuizen. Dit betekent echter niet dat gedaagden tot een bedrag van hun investering in de woning mochten opschorten. Bovendien hebben gedaagden ook geen bewijs overgelegd dat zij de aannemer hebben betaald voor de volgens gedaagden verrichte werkzaamheden. De verrekeningafspraak wordt weersproken door het door gedaagden zelf overgelegde appgesprek van 26 mei 2023. Daarin gaat het immers over achterstanden bij All In Rentals.
Alles afwegende weegt, bij het bepalen van de ontruimingstermijn, het handelen en nalaten van All In Rentals iets zwaarder dan het handelen en nalaten van gedaagden. Daarbij is in het voordeel van gedaagden nog meegewogen dat zij een nog heel jong kind hebben dat op 7 september 1 jaar wordt en dat de kans op het, al dan niet samen met All In Rentals, vinden van alternatieve woonruimte op een termijn van ruim 4 weken groter wordt ingeschat dan de situatie waarin dat op termijn van om en nabij de 4 dagen moet.