Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
GEMEENTE VOORNE AAN ZEE,
1..De procedure
- de dagvaarding van 31 juli 2023, met bijlagen;
- de spreekaantekeningen van mr. De Groot;
- de spreekaantekeningen van mr. Jansen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Gemeente Voorne aan Zee een kort geding aangespannen tegen een huurder, aangeduid als [gedaagde], met als doel de ontruiming van de woning van de gedaagde vanwege vermeende overlast. De Gemeente stelt dat de gedaagde sinds 1 februari 2015 een woning huurt en dat hij zich schuldig maakt aan ernstige overlast voor buurtbewoners, waaronder ruziemaken, bedreigen, en het niet opruimen van hondenpoep. De gedaagde betwist deze beschuldigingen en stelt dat de overlast niet van zijn kant komt, maar eerder het gevolg is van conflicten met buurtbewoners.
De procedure omvatte een mondelinge behandeling op 9 augustus 2023, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. De kantonrechter heeft overwogen dat de gevraagde maatregel te ingrijpend is om in kort geding toe te wijzen, gezien de betwisting van de overlast door de gedaagde en het gebrek aan voldoende bewijs van ernstige tekortkomingen. De rechter heeft vastgesteld dat de Gemeente onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat een eventuele eis tot ontbinding van de huurovereenkomst in een gewone procedure zou worden toegewezen.
De kantonrechter heeft de eis van de Gemeente afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die zijn vastgesteld op € 793,00. De proceskostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De rechter heeft benadrukt dat de gevolgen van een ontruiming voor de gedaagde zeer ernstig zijn, en dat er verder onderzoek naar de feiten nodig is, wat in een kort geding niet mogelijk is.