ECLI:NL:RBROT:2023:7849
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussenbeschikking inzake ambtshalve benoeming bewindvoerder voor beheer persoonsgebonden budget van minderjarige zoon
Op 2 augustus 2023 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam een tussenbeschikking gegeven in een zaak betreffende meerderjarigenbewind. De zaak betreft de ambtshalve benoeming van een bewindvoerder voor het beheer van het persoonsgebonden budget (PGB) van de minderjarige zoon van de betrokkene, die zelf onder meerderjarigenbewind staat. De procedure begon op 16 juni 2022 met de indiening van de rekening en verantwoording door de bewindvoerder, Stichting Veritas Vertegenwoordiging, over de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021. De kantonrechter heeft in eerdere beschikkingen geoordeeld dat de bewindvoerder geen beloning kan ontvangen voor het beheren van het PGB van de minderjarige, omdat het meerderjarigenbewind enkel betrekking heeft op de goederen van de betrokkene en niet op die van de minderjarige.
De kantonrechter heeft de bewindvoerder geïnformeerd over de overweging om ambtshalve een bewindvoerder te benoemen voor het beheer van het PGB van de minderjarige. De bewindvoerder heeft hierop gereageerd en betoogd dat het instellen van een bewind over het PGB niet nodig is, omdat de moeder van de minderjarige, die onder bewind staat, de belangen van haar kind zou moeten kunnen beschermen. De kantonrechter heeft echter aangegeven dat de wettelijke regeling bepaalt dat minderjarigen en hun vermogen onder het gezag van hun ouders staan, en dat er geen wettelijke basis is voor de stelling dat het meerderjarigenbewind invloed heeft op het ouderlijk gezag.
De kantonrechter heeft besloten om een mondelinge behandeling te plannen op 26 september 2023, om de situatie met de betrokkene en de bewindvoerder te bespreken. Tijdens deze behandeling zal de betrokkene de gelegenheid krijgen om haar visie te geven op het standpunt van de bewindvoerder dat zij niet in staat is om het PGB van haar minderjarige zoon te beheren. Ook zal worden besproken of er financiële belemmeringen zijn voor de benoeming van een bewindvoerder voor het PGB van de minderjarige.