ECLI:NL:RBROT:2023:7988

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 juli 2023
Publicatiedatum
5 september 2023
Zaaknummer
10255388 / CV EXPL 22-39205
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van koopprijs voor kleding bij niet-betaling door consument

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 21 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Alektum Capital AG, gevestigd in Zug (Zwitserland), en een gedaagde die zelf procedeert. Alektum vorderde betaling van de koopprijs van € 109,90 voor een sweater en een trainingsbroek die de gedaagde volgens Alektum bij Zalando had besteld. De gedaagde betwistte de bestelling en weigerde te betalen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Alektum voldoende bewijs heeft geleverd dat de gedaagde de bestelling heeft geplaatst, onder andere door het overleggen van een afleverbewijs en het feit dat de gedaagde de herinneringsbrieven heeft ontvangen. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde onvoldoende gemotiveerd had betwist dat de bestelling op zijn adres was afgeleverd. De vordering van Alektum werd toegewezen, inclusief de vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De gedaagde werd veroordeeld om de proceskosten te betalen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10255388 / CV EXPL 22-39205
datum uitspraak: 21 juli 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Alektum Capital AG,
gevestigd in Zug (Zwitserland),
eiseres,
gemachtigde: Van Lith Gerechtsdeurwaarders en Incasso te Eindhoven,
tegen
[gedaagde],
wonende in [woonplaats],
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Alektum’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 15 december 2022, met bijlagen;
  • het schriftelijke en mondelinge antwoord;
  • de repliek, met bijlagen;
  • de dupliek;
  • de rolbeslissing van 19 mei 2023;
  • de akte van Alektum, met een bijlage;
  • de e-mail van 8 juli 2023 van [gedaagde].

2..De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
Volgens Alektum heeft [gedaagde] op of omstreeks 2 mei 2022 voor een bedrag van € 109,90 een sweater en een trainingsbroek bij Zalando gekocht en heeft [gedaagde] de koopprijs, ondanks meerdere aanmaningen, niet betaald. Alektum eist in deze zaak dat [gedaagde] de koopprijs (met rente en kosten) aan haar betaalt, aangezien zij de vordering die Zalando op [gedaagde] had van Zalando heeft overgenomen. [gedaagde] stelt dat hij niets bij Zalando heeft besteld en daarom weigert hij de koopprijs te betalen. De kantonrechter wijst de eis van Alektum toe. Hierna wordt uitgelegd waarom.
(Pre)contractuele informatieverplichtingen
2.2.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst die is gesloten op afstand of buiten de verkoopruimte tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet vóór het sluiten van de overeenkomst aan de consument bepaalde informatie worden verstrekt en deze informatie moet aan de consument worden bevestigd op een duurzame gegevensdrager. De kantonrechter moet ambtshalve beoordelen of sprake is van een schending van zo’n verplichting. Als sprake is van een voldoende ernstige schending dan moet de rechter de betalingsverplichting van de consument (gedeeltelijk) vernietigen. In dit geval is er geen sprake van een voldoende ernstige schending.
[gedaagde] moet de koopprijs betalen
2.3.
Alektum heeft - samengevat weergegeven - aangevoerd dat (a) bij de bestelling de naam [gedaagde], de geboortedatum [geboortedatum] en het adres [adres] zijn doorgegeven, (b) de geboortedatum en het adres overeenkomen met die van [gedaagde], (c) “[naam]” een bijnaam van [gedaagde] kan zijn, (d) [gedaagde] al sinds 2002 op het adres [adres] woont, (e) de bestelling op het hiervoor genoemde adres is afgeleverd en (f) er vier herinneringen met de post naar datzelfde adres zijn gestuurd. De stelling dat de bestelling op het adres [adres] is afgeleverd, heeft Alektum onderbouwd met een afleverbewijs (bijlage 7).
2.4.
[gedaagde] heeft erkend dat de bij de bestelling doorgegeven geboortedatum en adres inderdaad zijn gegevens zijn en dat hij de herinneringsbrieven van Alektum heeft ontvangen. [gedaagde] heeft verder onvoldoende gemotiveerd weersproken dat de bestelling op zijn adres is afgeleverd. [gedaagde] stelt namelijk wel dat het voorkomt dat een afleverbewijs klaarstaat terwijl het pakket nog niet is afgeleverd, maar hij onderbouwt dat op geen enkele manier. Zelfs als al zou komen vast te staan dat dit daadwerkelijk gebeurt, dan nog heeft [gedaagde] op geen enkele manier onderbouwd dat daar in dit geval ook sprake van is. [gedaagde] heeft tot slot gesteld dat hij naar aanleiding van de herinneringsbrieven telefonisch contact met Alektum heeft opgenomen. Alektum heeft dit echter gemotiveerd weersproken. [gedaagde] heeft zijn stelling vervolgens niet nader (met stukken) onderbouwd, bijvoorbeeld door een screenshot van zijn mobiele telefoon in het geding te brengen waarop te zien is dat hij vlak na ontvangst van de herinneringsbrieven telefonisch contact had gezocht met Alektum, terwijl dit wel van hem had mogen worden verwacht.
2.5.
De kantonrechter is gelet op het voorgaande van oordeel dat Alektum voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat [gedaagde] de bestelling heeft geplaatst en dat [gedaagde] dit - in het licht van de stellingen van Alektum en de stukken die zij om die stellingen te onderbouwen in het geding heeft gebracht - onvoldoende gemotiveerd heeft betwist. Dit betekent dat de eis van Alektum wordt toegewezen en dat [gedaagde] wordt veroordeeld om de koopprijs van € 109,90 aan Alektum te betalen.
De vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke rente
2.6.
De vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00 wordt toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze vergoeding te krijgen (artikel 6:96 BW). De wettelijke rente (waaronder een bedrag van € 0,96 aan wettelijke rente berekend tot 15 december 2022) wordt ook toegewezen, omdat Alektum genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde] dat niet heeft betwist.
[gedaagde] moet de proceskosten van Alektum betalen
2.7.
[gedaagde] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Alektum tot vandaag vast op € 107,22 aan dagvaardingskosten, € 128,00 aan griffierecht en € 78,00 aan salaris voor de gemachtigde (2,5 punt x € 39,00). Dit is in totaal € 313,22. Voor kosten die Alektum maakt na deze uitspraak moet [gedaagde] een bedrag betalen van € 19,50. Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist (zie de uitspraak van de Hoge Raad van 10 juni 2022, gepubliceerd onder ECLI:NL:HR:2022:853).
Uitvoerbaarheid bij voorraad
2.8.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

3..De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Alektum te betalen € 150,86 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 109,90 vanaf 15 december 2022 tot de dag van volledige betaling;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten die aan de kant van Alektum tot vandaag worden vastgesteld op € 313,22;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A. Vriezen en in het openbaar uitgesproken.
38671