ECLI:NL:RBROT:2023:7994

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 augustus 2023
Publicatiedatum
5 september 2023
Zaaknummer
10384924 / CV EXPL 23-7036
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurgeschil tussen Stichting Hef Wonen en gedaagde over betalingsregeling en ontruiming

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, gaat het om een huurgeschil tussen Stichting Hef Wonen en een gedaagde die zelf procedeert. De gedaagde heeft een huurachterstand opgebouwd en heeft op 2 maart 2023 een dagvaarding ontvangen van Hef Wonen. Tijdens de mondelinge behandeling op 26 juli 2023 was alleen de gemachtigde van Hef Wonen aanwezig. De gedaagde heeft een betalingsregeling voorgesteld, die door Hef Wonen is geaccepteerd. De totale schuld van de gedaagde aan Hef Wonen bedraagt € 3.310,47, bestaande uit huurachterstand, buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde de huurachterstand moet betalen en dat de huurovereenkomst kan worden ontbonden als de gedaagde zich niet aan de betalingsregeling houdt of de huur niet op tijd betaalt. De rechter heeft de gedaagde veroordeeld om de huurachterstand te betalen en heeft een gebruiksvergoeding van € 583,55 per maand opgelegd voor de periode dat de gedaagde de woning niet verlaat na ontbinding van de huurovereenkomst. De proceskosten zijn vastgesteld op € 1.144,86, die de gedaagde ook moet betalen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Hef Wonen de gedaagde kan dwingen om te betalen en de woning te ontruimen zonder dat er eerst een definitieve uitspraak in hoger beroep hoeft te zijn.

De beslissing van de kantonrechter is duidelijk: de gedaagde moet zich aan de betalingsregeling houden, anders kan de huurovereenkomst worden ontbonden en moet de gedaagde de woning ontruimen. Dit vonnis benadrukt de rechten van verhuurders in gevallen van huurachterstand en de mogelijkheid om een huurovereenkomst te ontbinden bij ernstige betalingsproblemen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10384924 / CV EXPL 23-7036
datum uitspraak: 4 augustus 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Stichting Hef Wonen,
gevestigd in Rotterdam
eiseres,
gemachtigde: GGN Mastering Credit B.V. te Rotterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende in [woonplaats],
gedaagde,
die zelf procedeert.
Partijen worden hierna ‘Hef Wonen’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
[gedaagde] heeft op 2 maart 2023 een dagvaarding met bijlagen ontvangen van Hef Wonen. [gedaagde] heeft op 14 maart 2023 mondeling op de dagvaarding gereageerd. Vervolgens heeft op 26 juli 2023 een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Tijdens de mondelinge behandeling is alleen de gemachtigde van Hef Wonen verschenen. Voorafgaand aan de mondelinge behandeling heeft Hef Wonen bij e-mailbericht van 17 juli 2023 nog een actuele specificatie van de huurachterstand in het geding gebracht.

2..De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
[gedaagde] huurt van Hef Wonen de woning aan het adres [adres ] en heeft de huur niet op tijd betaald. Hef Wonen wil dat [gedaagde] de huurachterstand en de lopende huur betaalt. Hef Wonen wil ook dat de huurovereenkomst eindigt en dat [gedaagde] vertrekt uit de woning. [gedaagde] moet de huurachterstand en de lopende huur inderdaad betalen. Voor de achterstand heeft [gedaagde] een betalingsregeling voorgesteld, die Hef Wonen tijdens de mondelinge behandeling alsnog heeft geaccepteerd. Als [gedaagde] zich niet houdt aan die regeling of vanaf nu de huur weer niet op tijd betaalt, eindigt de huurovereenkomst en moet [gedaagde] de woning verlaten. Hierna wordt door de kantonrechter uitgelegd waarom.
De totale schuld
2.2.
[gedaagde] heeft niet weersproken dat de totale schuld van [gedaagde] aan Hef Wonen op het moment van de mondelinge behandeling € 3.310,47 bedroeg Dit bedrag is gebaseerd op € 2.797,65 aan huurachterstand tot en met de maand juli 2023, € 373,24 aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en € 139,58 aan wettelijke rente. [gedaagde] wordt veroordeeld om dit bedrag aan Hef Wonen te betalen.
De betalingsregeling
2.3.
Partijen hebben een betalingsregeling afgesproken. Dat betekent dat [gedaagde] de huurachterstand met rente en kosten niet in één keer aan Hef Wonen hoeft te betalen, zolang zij zich aan de regeling houdt en vanaf vandaag de huur op tijd betaalt (telkens voor de eerste van de maand).
Ontbinding en ontruiming als [gedaagde] zich niet aan de betalingsregeling houdt of de huur niet op tijd betaalt
2.4.
De rechter mag een huurovereenkomst alleen ontbinden als de huurachterstand ernstig genoeg is. Meestal zal een achterstand van meer dan drie maanden genoeg zijn, maar de rechter moet alle omstandigheden afwegen. Gelet op alle omstandigheden in deze zaak wordt de gevorderde ontbinding toegewezen als [gedaagde] zich niet houdt aan de betalingsregeling of tijdens de aflosperiode de huur niet op tijd betaalt. [gedaagde] moet dan ook rente betalen over het totale bedrag dat op dat moment open staat. Als de huurovereenkomst eindigt moet [gedaagde] een gebruiksvergoeding van € 583,55 per maand betalen tot en met de dag dat zij de woning met al haar spullen heeft verlaten (artikel 7:225 BW). De toegewezen gebruiksvergoeding is gelijk aan de huur die [gedaagde] over de maand juli 2023 aan Hef Wonen moest betalen. Voor het verhogen van de gebruiksvergoeding gelden dezelfde regels als voor het verhogen van de huur (artikel 7:248 BW).
[gedaagde] moet de proceskosten van Hef Wonen betalen
2.5.
[gedaagde] wordt voor het grootste deel in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Hef Wonen tot vandaag vast op € 129,86 aan dagvaardingskosten, € 487,00 aan griffierecht en € 528,00 aan salaris voor de gemachtigde (twee punten x € 264,00). Dit is in totaal € 1.144,86. Voor kosten die Hef Wonen maakt na deze uitspraak moet [gedaagde] een bedrag betalen van € 132,00. Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist (zie de uitspraak van de Hoge Raad van 10 juni 2022, gepubliceerd onder ECLI:NL:HR:2022:853).
Uitvoerbaarheid bij voorraad
2.6.
Dit vonnis wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

3..De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Hef Wonen te betalen € 3.310,47;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van Hef Wonen tot vandaag worden vastgesteld op € 1.144,86;
3.3.
bepaalt dat Hef Wonen de hiervoor genoemde bedragen niet kan opeisen zolang [gedaagde] elke maand voor de eerste dag van de maand € 150,00 aflost (aan de deurwaarder op rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van [naam rekeninghouder] onder vermelding van dossiernummer [nummer]) en daarnaast vanaf vandaag de huur iedere maand op tijd betaalt (aan Hef Wonen);
en als [gedaagde] een maandelijkse aflossingstermijn of de huur tijdens de aflosperiode niet of te laat betaalt:
3.4.
bepaalt dat [gedaagde] het bedrag dat op dat moment open staat direct in één keer aan Hef Wonen moet betalen met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf dat moment tot de dag dat volledig is betaald;
3.5.
ontbindt de huurovereenkomst tussen partijen met ingang van de dag nadat [gedaagde] de maandelijkse termijn of de huur tijdens de aflosperiode niet op tijd heeft betaald en veroordeelt [gedaagde] om binnen veertien dagen na die datum de woning aan het adres [adres ] te ontruimen en de sleutels bij Hef Wonen in te leveren;
3.6.
veroordeelt [gedaagde] om aan Hef Wonen te betalen € 583,55 per maand, met de verhoging die is toegestaan, met ingang van de maand augustus 2023 tot en met de dag dat de woning is ontruimd;
3.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.8.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.J. Wetzels en in het openbaar uitgesproken.
38671