ECLI:NL:RBROT:2023:7995

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 augustus 2023
Publicatiedatum
5 september 2023
Zaaknummer
10424191 / CV EXPL 23-9261
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van fysiotherapie kosten en proceskosten door Infomedics B.V.

In deze zaak vordert Infomedics B.V. betaling van een openstaande rekening van € 105,00 voor fysiotherapeutische behandelingen die gedaagde heeft ondergaan op 11, 20 en 27 mei 2021. Gedaagde heeft een deel van deze rekening, € 55,80, betaald, maar Infomedics stelt dat het resterende bedrag van € 92,71 nog openstaat. Gedaagde betwist dit en stelt dat zijn zorgverzekeraar de kosten heeft vergoed, maar heeft geen bewijsstukken overgelegd ter onderbouwing van deze claim. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde de kosten voor de behandelingen moet betalen, omdat er geen bewijs is dat de zorgverzekeraar deze heeft vergoed. Daarnaast worden buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente toegewezen, waardoor het totaalbedrag dat gedaagde aan Infomedics verschuldigd is, op € 148,51 komt. Na aftrek van het reeds betaalde bedrag resteert er nog € 92,71 dat gedaagde moet betalen. Gedaagde wordt ook veroordeeld in de proceskosten van Infomedics, die zijn vastgesteld op € 236,77. Het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10424191 / CV EXPL 23-9261
datum uitspraak: 18 augustus 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Infomedics B.V.,
statutair gevestigd in Almere,
eiseres,
gemachtigde: Yards Deurwaardersdiensten BV te Almere,
tegen
[gedaagde],
wonende in [woonplaats],
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Infomedics’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 1 maart 2023, met bijlagen;
  • het antwoord, met bijlagen;
  • de repliek;
  • de dupliek.

2..De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
[gedaagde] heeft op 11 mei 2021, 20 mei 2021 en 27 mei 2021 fysiotherapiebehandelingen gehad bij [naam fysiotherapeut] (‘de fysiotherapeut’). De kosten voor de behandelingen bedragen in totaal € 105,00. De fysiotherapeut heeft de schuld van [gedaagde] overgedragen aan [naam bedrijf] en [naam bedrijf] heeft Infomedics de last opgelegd om de schuld te incasseren. Infomedics heeft daarom een rekening ten bedrage van € 105,00 aan [gedaagde] gestuurd. Tussen partijen is in geschil of [gedaagde] die rekening (helemaal) heeft betaald. Infomedics stelt van niet; volgens haar is na aanmaningen slechts een bedrag van € 55,80 betaald. Daarom eist zij in deze zaak dat [gedaagde] de rekening (met rente en kosten) alsnog helemaal betaald. [gedaagde] is het hier niet mee eens, omdat zijn zorgverzekeraar de rekening al zou hebben betaald. De kantonrechter wijst de eis van Infomedics toe, omdat zij gelijk heeft. Hierna wordt uitgelegd waarom.
[gedaagde] moet nog € 92,71 aan Infomedics betalen
2.2.
[gedaagde] erkent dat hij op 11 mei 2021, 20 mei 2021 en 27 mei 2021 fysiotherapie-behandelingen heeft gehad bij de fysiotherapeut. [gedaagde] moet betalen voor die behandelingen. Hij stelt wel dat zijn zorgverzekeraar de rekening van de fysiotherapeut heeft betaald, maar Infomedics betwist dat en [gedaagde] heeft geen stukken in het geding gebracht waaruit blijkt dat zijn zorgverzekeraar deze specifieke behandelingen heeft betaald. Dit kan namelijk niet worden afgeleid uit het document dat [gedaagde] als bijlage 2 bij zijn antwoord in het geding heeft gebracht. De kantonrechter moet er in deze zaak dan ook vanuit gaan dat de zorgverzekeraar de behandelingen waar om gaat niet heeft betaald. [gedaagde] moet die behandelingen daarom alsnog betalen.
2.3.
Het totaalbedrag van de rekening die Infomedics aan [gedaagde] heeft gestuurd, bedraagt € 105,00. Daar komt een bedrag van € 40,00 aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bovenop, omdat Infomedics aan alle voorwaarden heeft voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW). Daarnaast wordt de wettelijke rente - waaronder een bedrag van € 3,51 aan wettelijke rente berekend tot 20 februari 2023 - toegewezen, omdat Infomedics genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde] dat niet heeft betwist. In totaal is [gedaagde] dan ook € 148,51 aan Infomedics verschuldigd. Daarop strekt een bedrag van € 55,80 in mindering, omdat [gedaagde] dat al aan Infomedics heeft betaald. Dan resteert dus een bedrag van € 92,71 dat [gedaagde] nog aan Infomedics moet betalen. De wettelijke rente over dat bedrag vanaf 20 februari zal worden toegewezen.
[gedaagde] moet de proceskosten van Infomedics betalen
2.4.
[gedaagde] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Infomedics tot vandaag vast op € 107,99 aan dagvaardingskosten, € 128,00 aan griffierecht en € 78,00 aan salaris voor de gemachtigde (twee punten x € 39,00). Dit is in totaal € 236,77. Voor kosten die Infomedics maakt na deze uitspraak moet [gedaagde] een bedrag betalen van € 19,50. Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist (zie de uitspraak van de Hoge Raad van 10 juni 2022, gepubliceerd onder ECLI:NL:HR:2022:853). De wettelijke rente over de proceskosten wordt ook toegewezen.
Uitvoerbaarheid bij voorraad.
2.5.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

3..De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Infomedics te betalen € 92,71 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf 20 februari 2023 tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van Infomedics tot vandaag worden vastgesteld op € 236,77 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de vijftiende dag nadat dit vonnis is betekend tot de dag dat volledig is betaald;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A. Vriezen en in het openbaar uitgesproken.
38671