Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 augustus 2023, met bijlagen;
- de e-mail van 15 augustus 2023 van ARP Logistics, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 29 augustus 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen KH Plastics B.V. en ARP Logistics Partners B.V. KH Plastics vorderde ontruiming van een bedrijfsruimte, stellende dat de huurovereenkomst was geëindigd op 30 april 2023 en dat ARP Logistics het pand zonder recht of titel in gebruik had. ARP Logistics betwistte deze claim en stelde dat de huurovereenkomst tot 30 april 2028 duurde, zonder betalingsachterstand en met gebruik van het pand in overeenstemming met de bestemming.
Tijdens de mondelinge behandeling op 15 augustus 2023 werd duidelijk dat er onduidelijkheid bestond over de duur van de huurovereenkomst. KH Plastics had een huurovereenkomst overgelegd die als bewijs diende, maar ARP Logistics had ook tegenbewijs geleverd met een andere huurovereenkomst die een langere looptijd aangaf. De kantonrechter oordeelde dat er onvoldoende duidelijkheid was om de vordering van KH Plastics toe te wijzen, aangezien er bewijslevering nodig was die in een kort geding niet mogelijk is.
Daarnaast oordeelde de kantonrechter dat er geen betalingsachterstand was en dat ARP Logistics het pand in overeenstemming met de bestemming gebruikte. KH Plastics werd veroordeeld in de proceskosten van ARP Logistics, die tot dat moment op € 50,00 werden vastgesteld. De kantonrechter wees de eis van KH Plastics af en verklaarde de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.