Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 2 augustus 2023, met bijlagen;
- de brief van Havensteder van 9 augustus 2023, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een kort geding tussen Stichting Havensteder en een gedaagde huurder. De eiseres, Havensteder, heeft een woning verhuurd aan de gedaagde, die op zijn beurt ook onderburen heeft die last hebben van lekkage. Havensteder vermoedt dat deze lekkage afkomstig is uit de woning van de gedaagde en verzoekt daarom toegang tot zijn woning om het probleem te onderzoeken en eventueel te verhelpen. De gedaagde is echter van mening dat de procedure onnodig is, omdat hij bereid is om mee te werken aan het onderzoek. Hij stelt dat Havensteder zelf afspraken niet is nagekomen, wat heeft geleid tot de huidige rechtszaak.
De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde verplicht is om mee te werken aan de werkzaamheden van Havensteder, zoals vastgelegd in de wet en de algemene voorwaarden. De rechter constateert dat de relatie tussen de partijen verstoord is, maar benadrukt dat de onderburen niet de dupe mogen worden van deze situatie. De kantonrechter wijst de eis van Havensteder toe, omdat het aannemelijk is dat deze ook in een eventuele bodemprocedure zou worden toegewezen. De rechter stelt dat de gedaagde de werkzaamheden moet gedogen en dat Havensteder pas tot ontruiming kan overgaan als de gedaagde zich niet aan de gemaakte afspraken houdt.
Daarnaast oordeelt de kantonrechter dat beide partijen hun eigen proceskosten moeten dragen, omdat zij niet in staat zijn geweest om een afspraak te maken voordat de procedure werd gestart. Het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Havensteder direct kan overgaan tot het uitvoeren van de werkzaamheden, mits de gedaagde niet meewerkt. Dit vonnis is uitgesproken door mr. A.J.M. van Breevoort op 24 augustus 2023.