In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 13 september 2023 een beschikking gegeven met betrekking tot de minderjarigen die onder het ouderlijk gezag van hun moeder staan, die zelf onder bewind is gesteld. De moeder, [moeder01], heeft een uitbetaling ontvangen op basis van de Kindregeling Toeslagenaffaire. De bewindvoerder, Fidinda CBM B.V., heeft geconstateerd dat de moeder geld heeft opgenomen van de bankrekening van een van de minderjarige kinderen en dit heeft gebruikt voor huurbetalingen. Dit heeft geleid tot zorgen over de besteding van de ontvangen gelden.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat het geld van de Kindregeling bedoeld is voor de minderjarigen en dat het op afzonderlijke rekeningen van de minderjarigen gestort dient te worden. De rechter heeft de moeder een aanwijzing gegeven om het ontvangen bedrag op een rekening met een BEM-clausule te storten, zodat het bedrag geblokkeerd blijft tot de minderjarigen meerderjarig zijn. De rechter heeft ook aangegeven dat als de moeder deze aanwijzing niet opvolgt, er een bewind kan worden ingesteld over de ontvangen bedragen, met benoeming van de bewindvoerder.
De beschikking bevatte ook een termijn waarbinnen de moeder aan de kantonrechter moet rapporteren over de uitvoering van deze aanwijzing. De rechter heeft de beslissing aangehouden voor verdere overwegingen, afhankelijk van de reactie van de moeder op de gegeven aanwijzing.