In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 19 september 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Vivada Properties VII Rotterdam B.V. en een gedaagde zonder bekende woon- of verblijfplaats. Vivada eist ontruiming van de woning van de gedaagde, gelegen aan [adres01] in Rotterdam, vanwege een huurachterstand van € 1.636,89 en het vermoeden dat de woning niet door de gedaagde zelf wordt bewoond, maar door derden. De gedaagde heeft betwist dat er sprake is van huurachterstand en heeft aangevoerd dat hij niet in gebreke is gebleven met het verhelpen van een lekkage in de woning.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet meer op het adres staat ingeschreven en dat er aanwijzingen zijn dat de woning aan derden is onderverhuurd. De rechter oordeelt dat Vivada een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming, omdat de gedaagde onvoldoende heeft aangetoond dat hij recht heeft op het behoud van de woning. De rechter heeft de ontruiming toegewezen en de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten. De ontruiming moet binnen zeven dagen na betekening van het vonnis plaatsvinden.
De rechter heeft ook de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten toegewezen aan Vivada, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.