Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
- [eiseres] ;
- mr. Claassen;
- de heer [persoon A] , sociaal beheerder van Stichting Woonbron;
- mr. M.W. Kox;
- mr. N.V.C. Haneveld.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 21 september 2023, betreft het een kort geding waarin eiseres, een huurder, zich verzet tegen de ontruiming van haar woning door Stichting Woonbron. De huurovereenkomst was eerder ontbonden door de kantonrechter op 11 augustus 2023, na het aantreffen van verdovende middelen in de woning. Eiseres heeft aangekondigd in hoger beroep te gaan tegen dit vonnis. In het kort geding vordert eiseres een verbod op de tenuitvoerlegging van de ontruiming, met de mogelijkheid om dit verbod voor vier maanden te verlengen.
De voorzieningenrechter, J.F. Koekebakker, heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat er nieuwe feiten en omstandigheden zijn die niet door de kantonrechter in aanmerking zijn genomen. Deze omvatten een locatieverbod voor een van de kinderen van eiseres, de geboorte van een kleinkind en gezondheidsklachten van eiseres. De voorzieningenrechter oordeelt dat deze nieuwe feiten en omstandigheden rechtvaardigen dat van de eerdere beslissing van de kantonrechter wordt afgeweken.
Daarom heeft de voorzieningenrechter besloten dat Stichting Woonbron het gehuurde niet mag ontruimen, mits eiseres binnen vier weken na de uitspraak de appeldagvaarding indient. Tevens is Stichting Woonbron veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn begroot op € 1.297,42. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk effect heeft, ondanks mogelijke hoger beroep.