Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 september 2023 in de zaak tussen
[naam eiser] , eiser, en [naam eiseres] , eiseres, uit [plaats] , samen: eisers,
het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, verweerder,
De procedure
Het geschil
De zoon van eiseres heeft de behandeling waarvoor de kosten in rekening zijn gebracht, immers al ondergaan.
Beoordeling door de rechtbank
De Centrale Raad van Beroep (de Raad) heeft recent de bedoeling van de wetgever met artikel 16, eerste lid, van de Pw opnieuw onderzocht in de uitspraak van 13 juni 2023, ECLI:NL:CRVB:2023:985. De Raad heeft in die uitspraak bepaald dat het bij zeer dringende redenen nog steeds moet gaan om een ‘acute noodsituatie’, waarbij uitleg is gegeven in welke gevallen hiervan sprake kan zijn en waarbij de Raad expliciet heeft overwogen dat de wetgever bij het begrip ‘zeer dringende redenen’ heeft gedacht aan een schrijnende situatie waarvan het evident is dat weigering van bijstand zonder meer onaanvaardbaar is. Dat is hier niet aan de orde. Bij beslaglegging worden eisers immers beschermd door de beslagvrije voet.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr.M. Lammerse, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 11 september 2023.
Informatie over hoger beroep
de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waaropdeze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.