ECLI:NL:RBROT:2023:9082
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een aanvraag voor levensonderhoud op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004) wegens niet-ontvankelijkheid van het beroep
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 3 oktober 2023 uitspraak gedaan in een beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvragen om een uitkering voor levensonderhoud op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004). Eiseres, werkzaam als medium, had eerder aanvragen ingediend voor een Bbz-uitkering, maar deze zijn door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam afgewezen. In plaats daarvan is haar per 1 april 2022 een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet (Pw) toegekend. Eiseres heeft tegen de afwijzing van haar Bbz-aanvraag beroep ingesteld, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat eiseres geen procesbelang meer heeft bij dit beroep, aangezien zij inmiddels een Pw-uitkering ontvangt die gelijk is aan de hoogte van de Bbz-uitkering die zij wenste. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar eerdere rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep, waarin is vastgesteld dat voor het aannemen van procesbelang niet alleen een formeel of principieel belang voldoende is. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep van eiseres niet-ontvankelijk is, wat betekent dat de rechtbank de zaak niet inhoudelijk heeft beoordeeld. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.