2.1.Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiser] desgevraagd gezegd dat hij van de EUR vordert wat in randnummer 22 van de dagvaarding staat geschreven. Daar staat dat [eiser] vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, de EUR te gebieden:
het campusverbod van [eiser] op te heffen;
de e-mailcommunicatie van [eiser] met de EUR te laten lopen zoals bij een andere verzoeker;
niet alle e-mails van [eiser] naar een e-mailadres van de EUR te verzenden;
[eiser] de lasterlijke tekst over hem in het informatiesysteem/intranet van de EUR te laten inzien en op verzoek van [eiser] te laten verwijderen;
geen moderators in te schakelen voor de e-mailcommunicatie van [eiser] met de EUR;
beeldmateriaal, waarop [eiser] te zien is, op aanvraag van [eiser] direct te laten inzien;
het EUR-account van [eiser] niet meer te sluiten;
[eiser] toegang te verlenen tot Osiris;
[eiser] niet te verhinderen bij het inschrijven voor vakken;
[eiser] gelijkwaardig te behandelen;
verantwoordelijkheid te nemen en af te leggen over de dienstverlening van de EUR;
op de voorgeschreven wijze schriftelijke en mondelinge excuses aan te bieden;
de beveiliging van de EUR te laten voldoen aan de wet- en regelgeving;
en de EUR te veroordelen tot:
betaling van een direct verschuldigde dwangsom van € 20.000,00 per overtreding en een dwangsom van € 5.000,00 per dag dat de overtreding voortduurt, bij overtreding van één van de zaken genoemd in randnummer 18.1.1 tot en met 18.1.14 van de dagvaarding;
betaling van een direct verschuldigde dwangsom van € 24.500,00 per overtreding en een dwangsom van € 10.000,00 per dag dat de overtreding voortduurt, bij overtreding van discriminerende aard van één van de zaken genoemd in randnummer 18.1.1 tot en met 18.1.14 van de dagvaarding;
betaling van een direct verschuldigde dwangsom van € 20.000,00 per termijnoverschrijding en een dwangsom van € 5.000,00 per dag dat de termijnoverschrijding voortduurt, bij een termijnoverschrijding zoals genoemd in randnummer 18.1.1 tot en met 18.1.14 van de dagvaarding;
betaling van een direct verschuldigde dwangsom van € 24.500,00 per termijnoverschrijding en een dwangsom van € 10.000,00 per dag dat de termijnoverschrijding voortduurt, bij een termijnoverschrijding van discriminerende aard zoals genoemd in randnummer 18.1.1 tot en met 18.1.14 van de dagvaarding;
en met de bepaling dat als de EUR na betekening van het vonnis in strijd handelt met één van de hiervoor genoemde veroordelingen [eiser] die veroordeling met lijfsdwang (van een omvang van 3 dagen/72 uren) ten uitvoer mag leggen en met veroordeling van de EUR in de (werkelijke) proceskosten, nakosten, reiskosten en buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
De kantonrechter is niet absoluut bevoegd om deze zaak te behandelen en daarop te beslissen