Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiseres] , uit [plaats] , eiseres
Inleiding
Wat ging aan deze procedure vooraf
Wat vindt het UWV
.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 februari 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar WIA-aanvraag door het UWV. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. J.D. van Alphen, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het UWV van 6 mei 2021, waarin werd gesteld dat zij per 1 juli 2020 minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De rechtbank heeft de medische situatie van eiseres beoordeeld, waarbij zij een deskundige, verzekeringsarts L. Greveling-Fockens, heeft benoemd om de beperkingen van eiseres te onderzoeken. De deskundige concludeerde dat eiseres meer beperkingen had dan het UWV had aangenomen, wat leidde tot de conclusie dat het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd was.
De rechtbank oordeelde dat het UWV de gelegenheid moest krijgen om het gebrek in het besluit te herstellen, maar dat het niet aannemelijk was dat het UWV dit zou doen. Daarom heeft de rechtbank het bestreden besluit vernietigd en het UWV opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de bevindingen van de deskundige. Tevens werd het UWV veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 4.784,67, inclusief de kosten van de deskundige.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige medische beoordeling in het kader van arbeidsongeschiktheid en de rol van deskundigen in het proces. Eiseres heeft recht op een herbeoordeling van haar WIA-aanvraag, waarbij de nieuwe bevindingen in acht moeten worden genomen.