In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 13 oktober 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoekster01], een voormalige werknemer van ProTech3D Solutions B.V., en haar werkgever. [verzoekster01] had een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die eindigde op 31 mei 2023. Bij de eindafrekening claimde zij een bedrag van € 2.750,- aan salaris, € 1.354,84 aan vakantietoeslag, € 405,- aan aanzegvergoeding en € 495,- aan transitievergoeding. ProTech betwistte de claims en stelde dat zij niets meer aan [verzoekster01] verschuldigd was.
Tijdens de mondelinge behandeling op 26 september 2023 heeft de kantonrechter de argumenten van beide partijen gehoord. De kantonrechter oordeelde dat ProTech verplicht was om [verzoekster01] het loon van mei 2023 van € 2.750,- zonder verrekening uit te betalen. Daarnaast moest ProTech € 1.354,84 aan vakantiegeld en € 495,- aan transitievergoeding betalen. De kantonrechter oordeelde ook dat ProTech een aanzegvergoeding van € 266,13 verschuldigd was, omdat zij te laat had gecommuniceerd over het niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst.
De kantonrechter heeft ProTech veroordeeld tot betaling van in totaal € 2.370,83 aan loon en € 250,- aan buitengerechtelijke kosten, en heeft bepaald dat ProTech binnen een week een nieuwe loonstrook voor mei 2023 moet verstrekken. De proceskosten werden vastgesteld op € 773,-. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, ondanks het verzoek van ProTech om dit niet te doen. De kantonrechter heeft al het andere afgewezen.