ECLI:NL:RBROT:2023:9672
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding en proceskosten in geschil over kluswerkzaamheden
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 19 oktober 2023, is een geschil ontstaan tussen een eiser en een gedaagde over slecht uitgevoerde kluswerkzaamheden. De eiser, vertegenwoordigd door DAS, heeft de gedaagde, die onder een handelsnaam opereert, ingeschakeld voor kluswerkzaamheden ter waarde van € 24.872,54. De eiser was echter ontevreden over de kwaliteit van het geleverde werk, en de gedaagde erkende dat bepaalde werkzaamheden niet goed waren uitgevoerd. In een eerder tussenvonnis werd bepaald dat de gedaagde schadevergoeding moest betalen, maar er was onenigheid over de omvang van de gebreken en de kosten voor herstelwerkzaamheden.
In een tussenvonnis van 24 augustus 2023 werd een deskundige benoemd om de gebreken en herstelkosten te beoordelen, maar de gedaagde heeft het vereiste voorschot voor de deskundige niet betaald. Hierdoor kon er geen objectief advies worden verkregen, wat voor risico van de gedaagde komt. De kantonrechter heeft daarom de schade van de eiser, die is onderbouwd met foto’s en offertes, vastgesteld op € 15.706,77 en dit bedrag toegewezen. Daarnaast zijn buitengerechtelijke incassokosten van € 927,46 en een bedrag van € 387,20 voor het vaststellen van aansprakelijkheid en schade toegewezen.
De gedaagde is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten van de eiser betalen, die zijn vastgesteld op € 1.620,89. De wettelijke rente over de toegewezen bedragen is vanaf 22 januari 2022 verschuldigd. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde onmiddellijk moet voldoen aan de betalingsverplichtingen, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.