ECLI:NL:RBROT:2023:9945

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 oktober 2023
Publicatiedatum
27 oktober 2023
Zaaknummer
FT EA 23/717 / FT EA 23/718
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wegens onvoldoende inspanning en bewijs van arbeidsongeschiktheid

Op 20 juli 2023 hebben verzoekers een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Tijdens de zitting op 4 oktober 2023 zijn verzoekers gehoord, maar de schuldhulpverlening verscheen niet vanwege onvoorziene omstandigheden. De rechtbank heeft op 11 oktober 2023 uitspraak gedaan. Verzoeker heeft een parttime baan van 10 uur per week en verzoekster is werkloos, terwijl zij beiden een uitkering ontvangen op basis van de Participatiewet. De totale schuldenlast bedraagt € 100.492,16.

De rechtbank oordeelt dat het verzoek tot schuldsanering niet kan worden toegewezen, omdat niet aannemelijk is dat verzoekers de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling zullen nakomen. Verzoekers hebben verklaard niet in staat te zijn om fulltime te werken en hebben geen bewijs overgelegd van hun arbeidsongeschiktheid of dat zij vrijgesteld zijn van de inspanningsverplichting. De rechtbank heeft geen vertrouwen dat verzoekers zich voldoende zullen inspannen om baten voor de boedel te verwerven.

De rechtbank merkt op dat verzoekers, zodra zij gekeurd zijn of bewijs hebben van hun arbeidsongeschiktheid, een nieuw verzoek kunnen indienen. De afwijzing van het verzoek betekent niet dat er geen andere feiten zijn die tot afwijzing leiden. De rechtbank wijst het verzoek af en stelt dat hoger beroep mogelijk is binnen acht dagen na de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
afwijzing toepassing schuldsaneringsregeling
rekestnummer: [nummer]
uitspraakdatum: 11 oktober 2023
[verzoeker 1] en [verzoeker 2],
[adres]
[woonplaats],
verzoekers.

1.De procedure

Verzoekers hebben op 20 juli 2023 een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Verzoekers zijn gehoord ter terechtzitting van 4 oktober 2023.
Schuldhulpverlening heeft vlak voor de zitting aangegeven wegens onvoorziene omstandigheden niet ter zitting te zullen verschijnen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De feiten

Verzoeker ontvangt inkomsten uit arbeid op basis van een overeenkomst voor 10 uur per week. Verzoekster werkt niet. Verzoekers ontvangen daarnaast een uitkering op grond van de Participatiewet. De schuldenlast bedraagt volgens de verklaring als bedoeld in artikel 285 Faillissementswet € 100.492,16.

3.De beoordeling

Het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt slechts toegewezen als, onder andere, voldoende aannemelijk is dat verzoeker de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen naar behoren zal nakomen en zich zal inspannen zoveel mogelijk baten voor de boedel te verwerven. De rechtbank oordeelt dat dit in het voorliggende geval niet aannemelijk is. De rechtbank heeft daarbij het volgende in haar overweging betrokken.
Verzoekers hebben ter zitting verklaard niet fulltime te kunnen werken. Zij hebben ook niet geprobeerd betaald werk te vinden. Verzoeker heeft ter zitting verklaard dat hij 7 á 8 maanden geleden voor het laatst is gekeurd in verband met zijn arbeidsongeschiktheid. Uit deze keuring is gebleken dat hij 20 uur per week kan werken. Verzoeker heeft echter ter zitting verklaard niet meer dan 10 uur in de week te kunnen werken in verband met lichamelijke klachten. Verzoekster heeft ter zitting verklaard dat zij niet kan werken, omdat zij last heeft van fibromyalgie. Zij zegt dat zij daarom is vrijgesteld van de inspanningsverplichting. Verzoekster is 2 á 3 jaar geleden voor het laatst gekeurd in verband met haar arbeidsongeschiktheid. Verzoekers hebben in aanloop naar deze zitting met hun werkconsulent gesproken over het uitvoeren van een nieuwe keuring om de huidige mate van arbeidsongeschiktheid vast te stellen. Aan hen is toen kenbaar gemaakt dat er te weinig tijd was voor een nieuwe keuring.
Ondanks het uitdrukkelijk verzoek in de bijlage bij de oproepingsbrief voor de mondelinge behandeling van hun verzoek, hebben verzoekers geen keuringsrapport of andere stukken overgelegd waaruit hun arbeidsongeschiktheid blijkt. Verzoekers hebben ook geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat aan hen een vrijstelling van de inspanningsverplichting is of moet worden verleend. Zij hebben ook niet aangetoond dat zij op een andere manier wel aan de inspanningsverplichting zullen gaan voldoen. De rechtbank heeft er daarom onvoldoende vertrouwen in dat verzoekers zich gedurende de schuldsaneringsregeling voldoende zullen inspannen om zoveel mogelijk baten voor de boedel te verwerven.
Feiten en omstandigheden die toelating rechtvaardigen zijn niet voldoende aannemelijk geworden. De rechtbank merkt nog op dat zodra verzoekers allebei gekeurd zijn of bewijs hebben waaruit blijkt dat zij aan de inspanningsverplichting voldoen of daarvan moeten worden vrij gesteld, dan kunnen zij een nieuwe verzoek doen om te worden toegelaten tot de schuldsaneringsregeling. Een volgend verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling zal dan mogelijk meer kans van slagen hebben.
Het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling zal daarom worden afgewezen.
Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat dit niet betekent dat er geen andere feiten of omstandigheden zijn die eveneens tot afwijzing van het verzoek dienen te leiden.

4.De beslissing

De rechtbank:
- wijst het verzoek af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Aukema, rechter, en in aanwezigheid van mr. T.M.M. de Laat, griffier, in het openbaar uitgesproken op 11 oktober 2023. [1]