In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 5 juni 2024, wordt het verzoek van de vrouw tot opheffing van de huwelijksgemeenschap toegewezen. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. J-M.F. Honders, heeft op 13 februari 2024 een verzoekschrift ingediend, waarin zij stelt dat haar echtgenoot, de man, op lichtvaardige wijze schulden maakt. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.P.G. Bissessur, heeft zich aan het oordeel van de rechtbank gerefereerd. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 mei 2024 zijn beide partijen met hun advocaten verschenen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen op een onbekende datum in een onbekende plaats met elkaar zijn gehuwd en dat zij de ouders zijn van twee minderjarige kinderen. De man en de vrouw hebben de Nederlandse nationaliteit. De vrouw heeft een schuldenoverzicht overgelegd ter onderbouwing van haar verzoek. De rechtbank oordeelt dat de man lichtvaardig schulden heeft gemaakt en dat hij geen aangifte heeft gedaan bij de Belastingdienst, wat heeft geleid tot ambtshalve aanslagen. De onderneming van de man is recent failliet verklaard, en er bestaat een mogelijkheid dat de curator hem als bestuurder aansprakelijk wil stellen.
De rechtbank oordeelt dat het verzoek van de vrouw, als niet weersproken en op de wet gegrond, moet worden toegewezen. De huwelijksgemeenschap wordt opgeheven met ingang van 13 februari 2024. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat elke partij de eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Den Haag binnen drie maanden na de dag van de beschikking.