Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 27 september 2024, met 11 producties;
- de reactie van [gedaagde] op de dagvaarding van 3 oktober 2024, met 36 producties.
2.De feiten
De kosten van de gemeenschappelijk gevoerde huishouding moeten door beide partners worden betaald, ieder voor de helft. Een en ander geldt niet voor zover bijzondere omstandigheden zich daartegen verzetten.”
Als de partners niet naar evenredigheid van hun aandeel in de gezamenlijke woning bijdragen aan de hiervoor onder 2 bedoelde investeringen, kosten en lasten of als de partners voor de aanschaf van deze woning niet in overeenstemming met deze verhouding uit eigen middelen bijdragen of hebben bijgedragen, ontstaat voor degene die meer bijdraagt dan waartoe hij op grond van zijn aandeel gehouden is, een vordering op de andere partner gelijk aan dat meerdere.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
Wat zij wil is heel simpel: zij zou graag willen dat de kinderen met hun vader in hun vertrouwde plek blijven wonen, maar vindt het redelijk dat zij haar schenkingen terugkrijgt en een eerlijke prijs krijgt voor de woning.” Dit laatste laat zich in kort geding echter niet vaststellen.