ECLI:NL:RBROT:2024:11579

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 augustus 2024
Publicatiedatum
20 november 2024
Zaaknummer
11118301 CV EXPL 24-13249
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling eigen bijdrage Wmo door gedaagde aan het CAK

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 30 augustus 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen het CAK en een gedaagde die zelf procedeert. Het CAK, gevestigd in Den Haag, vordert betaling van een eigen bijdrage voor Wmo-zorg van € 190,-, omdat de gedaagde volgens het CAK meerdere keren deze betalingen niet heeft gedaan. De gedaagde stelt echter dat hij de betalingen wel heeft verricht, maar dat deze steeds zijn teruggestort. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde maandelijks € 19,- moet betalen, maar dat hij dit bedrag niet heeft voldaan. Het CAK heeft toegelicht dat de terugstorting van de betalingen te maken had met het ontbreken van een kenmerk, waardoor het onmogelijk was om de betalingen aan een dossier te koppelen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde in gebreke is gebleven en heeft de vordering van het CAK toegewezen.

Daarnaast zijn de incassokosten van € 48,40 toegewezen, omdat aan de voorwaarden voor vergoeding is voldaan. De rente is eveneens toegewezen, aangezien het CAK voldoende bewijs heeft geleverd dat deze moet worden betaald en de gedaagde dit niet heeft betwist. De proceskosten zijn begroot op € 472,39, die de gedaagde ook moet betalen, omdat hij ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het CAK het vonnis kan uitvoeren, ook al is er nog geen definitieve uitspraak in hoger beroep gedaan. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 265,01 aan het CAK, inclusief wettelijke rente vanaf 25 april 2024 tot de dag van volledige betaling.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 11118301 CV EXPL 24-13249
datum uitspraak: 30 augustus 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
het CAK,
vestigingsplaats: Den Haag,
eiseres,
gemachtigde: Flanderijn Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde] ,
woonplaats: Rotterdam,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘het CAK’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 25 mei 2024, met bijlagen;
  • het antwoord, met bijlagen;
  • de repliek, met bijlagen;
  • de reactie, met bijlagen.

2.De beoordeling

2.1.
[gedaagde] moet maandelijks € 19,- aan eigen bijdrage voor de WMO-zorg betalen. Hij heeft dit volgens het CAK meerdere keren niet gedaan. Het CAK eist daarom betaling van € 190,-, met kosten en rente. [gedaagde] zegt de betalingen wel te hebben gedaan, maar dat deze zijn teruggestort.
2.2.
Het CAK heeft toegelicht dat dat is gebeurd, omdat een kenmerk ontbrak. Hierdoor is het voor haar onmogelijk om een betaling aan een dossier te koppelen. Het had op de weg van [gedaagde] gelegen om contact op te nemen over de reden van de teruggestorte betalingen. Hij is ook een aantal keer herinnerd en gesommeerd, maar zonder resultaat. Vastgesteld wordt dat € 190,- aan maandelijkse termijnen niet is betaald. [gedaagde] moet dat dus nog doen. De vordering wordt daarom toegewezen .
Incassokosten en rente
2.3.
De incassokosten van € 48,40 worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 van het Burgerlijk Wetboek (BW)).
De rente wordt ook toegewezen omdat het CAK genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde] dat niet heeft betwist.
Proceskosten
2.4.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen, omdat hij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot deze kosten aan de kant van het CAK op € 137,39 aan dagvaardingskosten, € 130,- aan griffierecht, € 164,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 82,-) en € 41,- aan nakosten. Dat is in totaal € 472,39. Hier kan nog een bedrag bijkomen als dit vonnis wordt betekend.
Uitvoerbaar bij voorraad
2.5.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat het CAK dat eist en [gedaagde] daar niet op heeft gereageerd (artikel 233 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan het CAK te betalen € 265,01 met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 190,- vanaf 25 april 2024 tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van het CAK worden vastgesteld op € 472,39;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.F. Milders en in het openbaar uitgesproken.
62914