11.Beslissing
verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 (poging tot doodslag) ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte de onder 2 (teweegbrengen ontploffing) en 3 (bedreiging) ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een jeugddetentie
voor de duur van 150 (honderdvijftig) dagen;
bepaalt dat een gedeelte van de jeugddetentie groot
104 (honderdvier) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt vastgesteld op twee jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich gedurende een door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de reclassering, zo vaak en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- zich zal inzetten voor het hebben en behouden van dagbesteding in de vorm van school en/of stage;
- zich zal inspannen voor het hebben en behouden van een passende vrijetijdsbesteding in de vorm van een bijbaan en/of sport;
- zal meewerken aan een persoonlijkheidsonderzoek;
- behandeling zal volgen vanuit de Waag of een soortgelijke instelling, ook indien diagnostiek een onderdeel is van de behandeling;
- zal meewerken aan de inzet van een jongerencoach, indien en zolang als de jeugdreclassering dat noodzakelijk acht;
- zich zal houden aan een avondklok voor de maximale duur van zes maanden of zoveel
korter als de jeugdreclassering noodzakelijk acht. Deze avondklok houdt in dat de verdachte dagelijks om 19:00 thuis zal zijn en thuis zal blijven tot de volgende ochtend 07:00 uur; Deze tijdstippen van de avondklok kunnen worden gewijzigd door de jeugdreclassering, in die zin dat de verdachte in dat geval ’s avonds later thuis mag komen en ’s ochtends eerder van huis mag;
- zich ter nakoming van bovengenoemde avondklok onder elektronisch toezicht zal stellen voor de maximale duur van 6 maanden;
- gedurende de proeftijd zich niet zal bevinden in de gemeente Zwanenburg;
van rechtswege zijn de volgende voorwaarden verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan jeugdreclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak
en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de gestelde voorwaarden en het aan genoemde jeugdreclasseringsinstelling opgedragen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
legt de verdachte een taakstraf op, bestaande uit een
werkstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, waarbij de Raad voor de Kinderbescherming dient te bepalen uit welke werkzaamheden de werkstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van
40 (veertig) dagen;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte; de voorlopige hechtenis is bij eerdere beslissing geschorst;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [benadeelde partij] , te betalen een bedrag van
€ 5181,75 (zegge: vijfduizend honderdeenentachtig euro en vijfenzeventig eurocent), bestaande uit € 3.181,75 aan materiële schade en € 2.000 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 25 maart 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde partij] te betalen
€ 5181,75 (hoofdsom, zegge: vijfduizend honderdeenentachtig euro en vijfenzeventig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 maart 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.A. van der Laan-Kuijt, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. J.C.M. Persoon en C.C. Peterse, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.J.A. Batenburg, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 18 juli 2024.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 25 maart 2024 te Zwanenburg, gemeente Haarlemmermeer ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] en/of een of meer bewoners van de woning aan [adres 2] opzettelijk van het leven te beroven,
- met een (bak)steen een raam van die woning heeft ingegooid, althans heeft vernield/beschadigd en/of
- een brandbom en/of een of meerdere stukken zwaar vuurwerk, althans een of meer explosie(f)ven, heeft aangestoken en/of
- ( vervolgens) deze brandbom en/of die meerdere stukken zwaar vuurwerk, althans een of meer explosie(f)ven in de woning, althans in de dichte nabijheid van die woning heeft gegooid en/of geplaatst, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij op of omstreeks 25 maart 2024 te Zwanenburg, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk
een ontploffing teweeg heeft gebracht door een brandbom en/of een of meerdere stukken zwaar vuurwerk, althans een of meer explosie(f)ven, aan te steken en/of (vervolgens) door een (met een (bak)steen) vernielde raam in, althans in de dichte nabijheid van de woning gelegen aan [adres 2] te gooien en/of te plaatsen, waardoor die brandbom en/of stuk(ken) vuurwerk, althans explosie(f)ven tot ontploffing is/zijn gebracht, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten de woning aan [adres 2] en/of aangrenzende/nabijgelegen woningen en/of de inboedel/huisraad van de woning aan [adres 2] en/of de inboedel/huisraad van die aangrenzende/nabijgelegen woningen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten één van de zich in de woning aan [adres 2] en/of aangrenzende/nabijgelegen woningen bevindende perso(o)n(en), in elk geval levensgevaar en/of gevaar voor een ander of anderen, te duchten was;
3
hij op of omstreeks 25 maart 2024 te Zwanenburg, gemeente Haarlemmermeer [slachtoffer] en/of de overige bewoners van de woning aan [adres 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door een brandbom en/of een of meerdere stukken zwaar vuurwerk, althans een of meer explosie(f)ven, aan te steken en/of (vervolgens) door een (met een (bak)steen) vernielde raam in, althans in de dichte nabijheid van de woning gelegen aan [adres 2] te gooien en/of te plaatsen, waardoor die brandbom en/of stuk(ken) vuurwerk, althans explosie(f)ven tot ontploffing is/zijn gebracht.