In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 27 december 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Mejoro Vastgoed B.V. en twee gedaagden, waarbij de huurovereenkomst van een woning in Hoogvliet is ontbonden. Eiseres, Mejoro, vorderde een huurachterstand van de gedaagden, waarvan één gedaagde niet in de procedure is verschenen. De andere gedaagde, die zelf procedeerde, stelde dat zij niet aansprakelijk was voor de huurachterstand omdat zij de woning al had verlaten en de huurovereenkomst had opgezegd. De kantonrechter oordeelde dat de opzegging rechtsgeldig was en dat de gedaagde niet hoofdelijk verantwoordelijk kon worden gehouden voor de huurachterstand die na haar opzegging was ontstaan. De kantonrechter wees de vordering van Mejoro gedeeltelijk toe, waarbij werd vastgesteld dat de gedaagden samen € 1.490,- moesten betalen voor de huurachterstand tot 1 maart 2023. Daarnaast moest de gedaagde die wel in de procedure was verschenen, de resterende huurachterstand van € 7.101,44 betalen. De kantonrechter oordeelde ook dat de gevorderde incassokosten en rente niet konden worden toegewezen, omdat de bepalingen in de algemene voorwaarden van Mejoro als oneerlijk werden aangemerkt. De proceskosten werden toegewezen aan de gedaagde die niet was verschenen, terwijl de andere partijen hun eigen kosten moesten dragen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.