Uitspraak
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De beoordeling
4.De beslissing
Den Haag.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kinderrechter op 4 november 2024 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 16 november 2024, maar de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om een verlenging van de ondertoezichtstelling voor een jaar. Dit verzoek is onderbouwd met de zorgen over de ontwikkeling van de minderjarigen, vooral gezien de problematiek rondom [voornaam minderjarige 1], die in aanraking is gekomen met de politie en worstelt met gedragsproblemen. De ouders hebben aangegeven dat hun communicatie is verbeterd en dat zij geen noodzaak zien voor verlenging van de ondertoezichtstelling. De kinderrechter heeft echter geoordeeld dat, ondanks de positieve ontwikkelingen in de communicatie tussen de ouders, de zorgen over de minderjarigen nog steeds aanwezig zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de impact van de strijd tussen de ouders op de minderjarigen groot is geweest en dat de huidige hulpverlening niet voldoende is om de problematiek op te lossen. Daarom is besloten om de ondertoezichtstelling te verlengen tot 16 november 2025, zodat de noodzakelijke hulpverlening kan worden voortgezet.