Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
- [naam moeder] , hierna: de moeder
- [naam vader] , hierna: de vader
- de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (hierna: de GI),
1.De procedure
- de (tussen-)beschikking van 31 mei 2024;
- het aanvullend rapport van de raad van 9 oktober 2024 (concept);
- de briefrapportage, met bijlage van de GI van 15 oktober 2024;
- de mail van de zijde van de vrouw, met als aangehechte bijlage de brief d.d. 23 november (
- de raad, vertegenwoordigd door [persoon C] ,
- de GI, vertegenwoordigd door [persoon D] ,
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader.
2.De beoordeling
- tot op heden wordt gezien dat de hulpverlening niet op één lijn zit met de uitgezette lijnen van de jeugdbeschermer, hetgeen de situatie niet verbetert;
- beide ouders houden veel van [voornaam minderjarige] , maar hebben beiden een eigen visie over opvoeden, die niet met elkaar overeenkomt. Futiliteiten kunnen leiden tot conflicten tussen de ouders;
- beide ouders staan open voor hulpverlening die door de jeugdbeschermer is aangevraagd. Het gezin is aangemeld voor Parallel Solo Ouderschap (PSO) en een NIKA-traject (wachtlijst) en daarnaast is [voornaam minderjarige] gestart bij AMZO per 14 oktober 2024;
- de GI vindt het belangrijk dat er opvoedingsondersteuning zal starten bij beide ouders om hen te ondersteunen bij de schoolgang en het externaliserend gedrag van [voornaam minderjarige] . Ook moeten beide ouders zelf aan de slag om door middel van therapie gebeurtenissen uit het verleden te verwerken, zodat zij op termijn volledig in staat zijn om responsief en sensitief aan te kunnen sluiten bij de intensieve opvoedbehoeften van [voornaam minderjarige] ;
- [voornaam minderjarige] heeft aangegeven dat hij het liefst een week bij zijn moeder is en een week bij zijn vader. De jeugdbeschermer heeft dit besproken met de ouders en heeft samen met de ouders een verdeling gemaakt;
- Beide ouders hebben aangegeven achter deze verdeling te staan, zodat hun draagkracht en draaglast in balans is;
Bij beschikking van heden is in de zaak met betrekking tot de zorgregeling, bekend onder zaak-/rekestnummer: C/10/685452 JE RK 24-1943, een 50/50-verdeling van de zorgregeling bepaald. Er is een beschikking van de rechtbank Rotterdam van 27 oktober 2022, waarbij onder andere een kinderbijdrage van € 176,- per maand is bepaald. Als een van partijen vindt dat dit moet worden gewijzigd en partijen hier samen geen afspraak over kunnen maken, kan een verzoek tot wijziging hiervan bij de rechtbank worden ingediend. Ook is in die beschikking opgenomen de onderlinge afspraak over de bijzondere oppaskosten, in die zin dat de vrouw aan de man maandelijks de factuur zou geven en dat de man de helft van de gefactureerde bijzondere oppaskosten aan de vrouw zal betalen, zolang de minderjarige niet is toegelaten op een school of op een passende BSO;
Partijen moeten dit met de jeugdbeschermer verder bespreken.
Het paspoort en de identiteitskaart