Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verdere verloop van de procedure
- mr. C.C. Sleepers, waarnemend voor de advocaat van de moeder;
- twee vertegenwoordigers van de GI, mw. [persoon A] en mw. [persoon B] .
Rechtbank Rotterdam
Op 2 januari 2024 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De zaak betreft een verzoek van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, die betrokken is bij de zorg voor [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder het ouderlijk gezag heeft, terwijl de vader geen gezag heeft. De minderjarige verblijft momenteel bij de vader, maar er zijn zorgen over de opvoedsituatie en de samenwerking met de GI, die moeite heeft om contact te krijgen met de vader.
Tijdens de zitting was de moeder vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. F.R.G. Drenth, terwijl de vader niet aanwezig was. De kinderrechter heeft de relevante stukken en eerdere beschikkingen in overweging genomen, waaronder een tussenbeschikking van 29 juni 2023. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 15 juli 2024 en verklaard dat de beschikking uitvoerbaar bij voorraad is.
De kinderrechter heeft benadrukt dat het van belang is dat de GI zicht krijgt op de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] en dat er mogelijk een betere samenwerking met de vader moet komen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 2 januari 2024, met een schriftelijke vastlegging op 17 januari 2024.