In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Rotterdam het beroep van eiseres tegen de tijdelijke sluiting van haar woning door de burgemeester van Rotterdam. De burgemeester had op 29 november 2022 een noodbevel afgegeven om de woning van eiseres te sluiten voor de duur van één maand, na twee incidenten waarbij explosieven bij de woning waren aangetroffen. Eiseres betwistte de sluiting en voerde aan dat er geen ernstige vrees voor wanordelijkheden bestond en dat de sluiting disproportioneel was, gezien haar persoonlijke omstandigheden en het feit dat zij al lange tijd in de woning verbleef.
De rechtbank oordeelt dat de burgemeester in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen, gezien de ernst van de incidenten en de risico's voor de openbare orde. De rechtbank stelt vast dat de burgemeester zich heeft gebaseerd op een bestuurlijke rapportage van de politie, waarin werd geconcludeerd dat er een gerede kans op herhaling van de incidenten bestond. De rechtbank weegt de belangen van eiseres af tegen de noodzaak om de openbare orde te handhaven en concludeert dat de sluiting van de woning gerechtvaardigd was. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, en het bestreden besluit blijft in stand.