ECLI:NL:RBROT:2024:3902

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 april 2024
Publicatiedatum
30 april 2024
Zaaknummer
ROT 24/3835
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake woningsluiting op basis van de Opiumwet

Op 30 april 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en de burgemeester van Goeree-Overflakkee. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening tegen de sluiting van de woning van de verzoeker voor een periode van zes maanden, op basis van een overtreding van de Opiumwet. De burgemeester had op 19 maart 2024 besloten de woning te sluiten na meldingen van drugshandel en vond de aangetroffen hoeveelheid drugs in de woning voldoende reden voor deze maatregel. De verzoeker, die in Sommelsdijk woont, heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening om de sluiting tegen te gaan. Tijdens de zitting op 22 januari 2024 heeft de voorzieningenrechter de zaak behandeld, waarbij zowel de verzoeker als de gemachtigde van de burgemeester aanwezig waren. De burgemeester heeft in zijn verweerschrift de noodzaak van de sluiting onderbouwd met een bestuurlijke rapportage waarin meldingen van overlast en drugshandel zijn opgenomen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten en dat er sprake was van een handelshoeveelheid drugs, wat de sluiting rechtvaardigt. De verzoeker betwistte de noodzaak van de sluiting en voerde aan dat er geen bewijs was van drugshandel vanuit de woning. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de sluiting evenwichtig was, gezien de ernst van de overtredingen en de belangen van de openbare orde. Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, waardoor de sluiting van de woning voor zes maanden gehandhaafd blijft.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 24/3835

uitspraak van de voorzieningenrechter van 30 april 2024 in de zaak tussen

[naam verzoeker] , uit [plaats] , verzoeker

(gemachtigde: mr. E.B. van den Ouden),
en

de burgemeester van Goeree-Overflakkee, de burgemeester

(gemachtigde: mr. R. van Achteren).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel:
Woningbouwvereniging Oost West Wonenuit Middelharnis (gemeente Goeree-Overflakkee), Oost West Wonen.

Inleiding

1. Verzoeker woont op het adres [adres] in Sommelsdijk (de woning). Sommelsdijk valt onder de gemeente Goeree-Overflakkee. Oost West Wonen is de eigenaar van de woning. Met het bestreden besluit van 19 maart 2024 heeft de burgemeester de woning voor zes maanden gesloten vanwege een overtreding van de Opiumwet. Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Ook heeft hij de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
2. De burgemeester heeft op het verzoek gereageerd met een verweerschrift. Verzoeker heeft aanvullende stukken ingediend.
3. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 22 januari 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, de gemachtigde van verzoeker en de gemachtigde van de burgemeester. Namens de derde-partij is niemand verschenen.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

Wat is er gebeurd?
4. Naar aanleiding van een aantal (anonieme) meldingen, die betrekking hebben op de handel in drugs, is de politie op 11 januari 2024 de woning van verzoeker binnen getreden. Hierbij is verzoeker, die vier antecedenten betreffende de Opiumwet heeft, in de woning aangetroffen. Tijdens de doorzoeking zijn de volgende goederen in de woning aangetroffen:
Drugs:
* MDMA 104 gram
* Speed/Amfetamine 30 gram
* Diverse medicatie
* Hennep 144 gram
* Hasj 4 gram
* 1 THC Koek
* Hulpmiddelen voor het gebruiken van verdovende middelen
Wapens:
* Meerdere Airsoftwapens (gasdrukwapens)
* Meerdere messen (werpmes/vlindermes)
* Kruisboog
* Scherpe pijlen (10 stuks)
* Boksbeugel
* Alarmpistool
Vuurwerk:
* 3 Shells
* Nitraton
* Strijkers
* Vlinders
* Zelfgemaakte bal met kruid en luciferkoppen.
Verzoeker heeft verklaard dat de drugs die in zijn woning zijn aangetroffen van hem zijn en voor eigen gebruik zijn. Verzoeker heeft het vuurwerk in België gekocht. Het vuurwerk was bedoeld om tijdens de jaarwisseling af te steken. Hij had van een tennisbal en nitraten een vuurwerkbom gemaakt. Verzoeker heeft verder verklaard dat hij de wapens in huis had, omdat het verzamelen hiervan een hobby van hem is. Vanuit Duitsland en België heeft verzoeker deze spullen verzameld. De wapens waren voor de sier en zijn helemaal nieuw en niet gebruikt, aldus verzoeker. Deze bevindingen en verklaring van verzoeker zijn neergelegd in een bestuurlijke rapportage van 25 januari 2024. Ook blijkt uit deze rapportage dat ten aanzien van de woning van verzoeker meldingen van (geluids)overlast bij de woningbouwvereniging en de politie zijn gedaan.
Waar gaat het in deze zaak om?
5. De burgemeester heeft op basis van de bestuurlijke rapportage besloten om verzoekers woning te sluiten voor de duur van zes maanden. De aangetroffen hoeveelheid drugs werd hieraan ten grondslag gelegd, de aangetroffen wapens en het aangetroffen vuurwerk zijn hier niet bij betrokken.
Ter zitting is namens de burgemeester toegezegd dat de woning open zal blijven totdat uitspraak zal zijn gedaan op het onderhavige verzoek om een voorlopige voorziening.
Verzoeker is het niet eens met de sluiting van zijn woning. Hij wil met het verzoek om een voorlopige voorziening bereiken dat de woning open blijft.
Heeft verzoeker een spoedeisend belang?
6. Niet in geschil is dat verzoeker, gelet op de aard van de zaak, een spoedeisend belang heeft bij zijn verzoek aan de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen. Dit betekent dat dient te worden beoordeeld of het bezwaar een redelijke kans van slagen heeft.
Beoordelingskader
7. Op grond van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet is de burgemeester bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in een woning hard- en softdrugs worden verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig zijn.
8. De burgemeester voert beleid om de handel in drugs op Goeree-Overflakkee tegen te gaan. Dit beleid staat in de Beleidsregel Damoclesbeleid 2019 gemeente Goeree-Overflakkee. In dit beleid staat in welke gevallen de burgemeester in principe overgaat tot sluiting van een woning.
Is de burgemeester bevoegd om de woning te sluiten?
9. Verzoeker heeft ter zitting de bevoegdheid van de burgemeester erkend, zodat daarvan wordt uitgegaan. Het gaat in deze zaak alleen om de vraag of de burgemeester gebruik heeft mogen maken van zijn bevoegdheid en of de sluiting in dat verband noodzakelijk en evenwichtig is.
Is er een noodzaak om de woning te sluiten?
10. Aan de hand van de ernst en omvang van de overtreding dient vervolgens te worden beoordeeld in hoeverre sluiting van de woning noodzakelijk is ter bescherming van het woon- en leefklimaat bij de woning en het herstel van de openbare orde.
11. In de geschiedenis van de totstandkoming van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet is in algemene zin vermeld dat bij een eerste overtreding nog niet tot sluiting van de woning dient te worden overgegaan, maar dat moet worden volstaan met een waarschuwing of soortgelijke maatregel. Dit moet worden beschouwd als een uitgangspunt waarvan in ernstige gevallen mag worden afgeweken.
12. De voorzieningenrechter dient dus de vraag te beantwoorden of sprake is van een ernstig geval op grond waarvan tot sluiting van de woning mocht worden overgegaan. Uit de jurisprudentie [1] blijkt dat verschillende factoren een rol kunnen spelen bij deze vraag. Zo is de noodzaak tot sluiting groter als het gaat om harddrugs en als de aangetroffen drugs feitelijk in of vanuit de woning werden verhandeld.
13. Verzoeker betwist de noodzaak van de sluiting. Hij heeft daartoe aangevoerd dat nergens uit blijkt dat vanuit de woning is gehandeld in drugs, er is ook niets aangetroffen in de woning dat duidt op handel in drugs. De aangetroffen drugs waren nog over van de jaarwisseling. Volgens verzoeker is ook geen sprake geweest van overlast rondom de woning. Ter onderbouwing van dit standpunt heeft verzoeker diverse verklaringen van directe buren overgelegd. Ter zitting heeft verzoeker hier nog aan toegevoegd dat de burgemeester in dit soort gevallen een vaste werkwijze lijkt te hanteren en dat de politie bewust vlak na de jaarwisseling is binnengevallen. Volgens verzoeker wijst de burgemeester ook enkel op anonieme meldingen en is daarmee de genoemde overlast niet aangetoond. Ook had volstaan kunnen worden met een waarschuwing, voorwaardelijke sluiting of een sluiting voor een kortere duur.
14. In de woning van verzoeker heeft de politie een grote hoeveelheid hard- en softdrugs aangetroffen. Het gaat onder meer om hasj, amfetamine en MDMA. Omdat er meer dan 0,5 gram harddrugs en meer dan 5 gram softdrugs is aangetroffen, is sprake van een handelshoeveelheid. De aanwezigheid van een handelshoeveelheid harddrugs in een woning kan aangemerkt worden als een ernstig geval, zoals hiervoor bedoeld. In dat geval mag worden aangenomen dat de woning een rol vervult binnen de keten van drugshandel, ook als ter plaatse geen overlast of feitelijke drugshandel is geconstateerd. De door verzoeker genoemde omstandigheid dat de drugs bedoeld waren voor het gebruik op feestjes met vrienden maakt dit niet anders.
Daar komt bij dat de burgemeester in dit geval de in de bestuurlijke rapportage weergegeven overlastmeldingen bij de politie (pagina 5) heeft kunnen betrekken bij de beoordeling. Het gaat om (door de burgemeester geanonimiseerde) meldingen van geluidsoverlast en aan- en afloop van bezoekers. Daarnaast zijn er ook nog meldingen bekend bij de gemeente en de woningbouwvereniging. De voorzieningenrechter ziet in wat verzoeker op dit punt heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan deze in de bestuurlijke rapportage neergelegde informatie. Ook de door verzoeker overgelegde verklaringen van enkele omwonenden, die aangeven geen last te hebben gehad, veranderen niets aan de inhoud van deze meldingen.
De voorzieningenrechter volgt verzoeker ook niet in de stelling dat zijn woning bewust vlak na de jaarwisseling zou zijn doorzocht. De politie heeft de woning immers pas op
11 januari 2024 doorzocht. Op dat moment bevond zich een handelshoeveelheid hard- en softdrugs in de woning van verzoeker, waarmee de noodzaak tot sluiting van de woning is gegeven. In dit oordeel ligt besloten dat de burgemeester in elk geval niet met een minder ingrijpend middel dan sluiting kon volstaan.
Is de sluiting evenwichtig?
15. Bij de beoordeling van de evenwichtigheid zijn verschillende omstandigheden van belang, zoals de mate van verwijtbaarheid van de aangeschreven persoon, een bijzondere binding met het pand en de mogelijkheid om weer van het pand gebruik te kunnen maken. De nadelige gevolgen van de sluiting moeten worden afgewogen tegen de omstandigheden die ertoe hebben geleid dat de burgemeester een sluiting noodzakelijk mocht vinden. Een sluiting met veel nadelige gevolgen is niet per definitie onevenwichtig.
16. Het bestreden besluit is op het punt van de evenwichtigheid summier gemotiveerd. De voorzieningenrechter ziet echter geen aanleiding om hier consequenties aan te verbinden, omdat verzoeker het overgrote deel van de gevolgen van de sluiting pas ná het bestreden besluit naar voren heeft gebracht. De burgemeester is vervolgens in het verweerschrift voldoende ingegaan op die omstandigheden. De burgemeester heeft de belangen van verzoeker afgewogen tegen de ernst van de feiten, zoals weergegeven in de bestuurlijke rapportage. De handel in drugs levert, ook als deze handel wordt aangenomen op basis van een aangetroffen handelshoeveelheid zoals hiervoor overwogen, een ernstige verstoring van de openbare orde op.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de burgemeester ook mee kunnen wegen dat het niet zo is dat op Goeree-Overflakkee in het geheel geen particuliere huurwoningen beschikbaar zijn. Ook de door verzoeker aangevoerde omstandigheid dat op Goeree-Overflakkee slechts één woningbouwvereniging is, betekent niet dat de burgemeester ten onrechte heeft besloten om de woning te sluiten. Ook is niet vast komen te staan dat verzoeker niet tijdelijk bij vrienden of familie zou kunnen verblijven. Inmiddels heeft de verhuurder de huurovereenkomst met verzoeker ook opgezegd. Dit betreft echter een privaatrechtelijke procedure en betekent niet dat aan het belang van verzoeker meer gewicht dient te worden toegekend dan aan het belang van de burgemeester.
Ook in de medische omstandigheden heeft de burgemeester geen aanleiding hoeven zien om de belangenafweging in het voordeel van verzoeker te laten uitvallen. Verzoeker heeft niet onderbouwd dat hij vanwege zijn gezondheidstoestand aan de woning gebonden zou zijn.
Anders dan verzoeker betoogt, is de sluiting van een woning op grond van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet niet aan te merken als een punitieve sanctie en is de sluiting van de woning niet in strijd met artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
Gelet op het geldende beleid, alle omstandigheden in dit geval en wat hiervoor is overwogen is de sluiting van de woning voor de duur van zes maanden naar het oordeel van de voorzieningenrechter evenwichtig te noemen.

Conclusie en gevolgen

17. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Dat betekent dat de burgemeester de woning voor de duur van zes maanden mag sluiten. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Zoethout, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van P. Deinum, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 30 april 2024.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Zie de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 28 augustus 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2912 en 2 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:285.