In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 17 mei 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om energietoeslag op grond van de Participatiewet (Pw) beoordeeld. Eiser, een voltijd student die studiefinanciering ontving, had op 30 november 2022 een aanvraag ingediend voor energietoeslag, welke door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam op 29 december 2022 werd afgewezen. Het college handhaafde deze afwijzing in het bestreden besluit van 24 mei 2023, ondanks het advies van de Algemene Bezwaarschriftencommissie. Eiser stelde dat de categoriale uitsluiting van studenten in strijd was met het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod, omdat hij vond dat studenten in een vergelijkbare situatie als niet-studenten niet gelijk behandeld werden.
De rechtbank oordeelde dat de categoriale uitsluiting van studenten door het college gerechtvaardigd was. De rechtbank baseerde zich op het beleid van het college, dat was neergelegd in de Beleidsregels eenmalige energietoeslag 2022 Rotterdam. Dit beleid stelde dat studenten die studiefinanciering ontvangen, uitgesloten zijn van de energietoeslag. De rechtbank concludeerde dat de wetgever met de regeling voor energietoeslag een snelle en doelmatige uitvoering voor ogen had, wat leidde tot een grofmazige regeling die over- en ondercompensatie met zich meebracht. De rechtbank oordeelde dat het college binnen zijn beleidsruimte bleef door studenten uit te sluiten van de energietoeslag, en dat de motivering van de afwijzing in het verweerschrift voldoende was, ondanks een eerder motiveringsgebrek in het bestreden besluit.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond, maar bepaalde dat het college het griffierecht van € 50,- aan eiser moest vergoeden. De uitspraak benadrukt de complexiteit van de regelgeving rondom energietoeslag en de specifieke situatie van studenten in Rotterdam.