Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 29 april 2024, met producties 1 tot en met 7;
- de aanvullende producties van eiseres;
- de spreekaantekeningen van eiseres.
2.De feiten
De huurperiode
3.Het geschil
4.De beoordeling
715,00
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 mei 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Stichting Leger des Heils als eiseres en een gedaagde die niet is verschenen. De eiseres, die maatschappelijke dienstverlening biedt aan kwetsbare doelgroepen, heeft de gedaagde een woonruimte ter beschikking gesteld in het kader van een zorg- en dienstverleningsovereenkomst. De gedaagde, die financiële problemen heeft en twee minderjarige kinderen heeft, heeft de huurvoorwaarden niet nageleefd en heeft een huurachterstand van € 14.000,- opgebouwd. Eiseres heeft de huurovereenkomst opgezegd en vordert ontruiming van de woning.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet is verschenen en dat de dagvaarding aan de wettelijke vereisten voldoet, waardoor verstek wordt verleend. De rechter oordeelt dat de huurovereenkomst en de zorg- en dienstverleningsovereenkomst onverbrekelijk met elkaar zijn verbonden. Aangezien de gedaagde geen zorg accepteert en al geruime tijd geen huur betaalt, is de rechter van mening dat de zorg- en begeleidingsovereenkomst rechtsgeldig is opgezegd, wat leidt tot de beëindiging van de huurovereenkomst. De rechter weegt ook de belangen van de minderjarige kinderen mee, maar concludeert dat dit niet betekent dat de gedaagde recht heeft om in de woning te blijven zonder huur te betalen en zorg te accepteren.
De voorzieningenrechter heeft de vordering tot ontruiming toegewezen, met de verplichting voor de gedaagde om binnen een week na betekening van het vonnis de woning te verlaten. De rechter heeft ook de proceskosten aan de gedaagde opgelegd, die in totaal € 1.712,72 bedragen. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de ontruiming kan plaatsvinden zonder dat de gedaagde eerst in hoger beroep kan gaan.