ECLI:NL:RBROT:2024:7162
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.G.L. de Vette
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering studiefinanciering en OV-schuld door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 2 augustus 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De eiseres, die studiefinanciering ontving, kreeg op 14 juli 2023 te horen dat zij van januari 2022 tot en met december 2023 geen recht had op studiefinanciering, wat leidde tot een terugvordering van € 18.187,86. Daarnaast werd op 10 augustus 2023 meegedeeld dat zij ten onrechte beschikte over een studentenreisproduct, wat resulteerde in een OV-schuld van € 4.478,21. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, omdat zij niet tijdig haar inschrijving bij de onderwijsinstelling had stopgezet en daardoor onterecht studiefinanciering had ontvangen. De rechtbank oordeelde dat de minister terecht de studiefinanciering had herzien en de terugvordering had ingesteld. Eiseres had niet aangetoond dat zij recht had op studiefinanciering en was verantwoordelijk voor het tijdig stopzetten van haar reisproduct. De rechtbank concludeerde dat eiseres geen recht had op studiefinanciering en dat de opgelegde OV-schuld terecht was.