ECLI:NL:RBROT:2024:7429
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.G.L. de Vette
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herhaalde aanvraag Wajong-uitkering wegens gebrek aan nieuwe feiten en omstandigheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 augustus 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M.M. van Daalhuizen, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV), vertegenwoordigd door mr. C. Nobel. Eiseres had een herhaalde aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, nadat haar eerdere aanvraag op 5 november 2021 was afgewezen. Het UWV had deze afwijzing gebaseerd op het feit dat eiseres over arbeidsvermogen beschikte en er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herziening van het eerdere besluit rechtvaardigden.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 2 augustus 2024, waarbij eiseres via een beeldverbinding aanwezig was. Eiseres voerde aan dat er wel degelijk nieuwe feiten en omstandigheden waren die niet eerder konden worden aangevoerd, met name met betrekking tot haar medische situatie, waaronder de diagnose multiple sclerose (MS). De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het UWV terecht had vastgesteld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die de eerdere afwijzing konden onderbouwen. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 13 november 2023, waarin werd geconcludeerd dat de situatie van eiseres niet wezenlijk was veranderd ten opzichte van de eerdere beoordeling.
De rechtbank heeft verder vastgesteld dat de aanvraag van eiseres als een herhaalde aanvraag moest worden beschouwd volgens artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het UWV had de keuze om de aanvraag inhoudelijk te behandelen of deze af te wijzen op basis van de eerdere afwijzing. In dit geval heeft het UWV ervoor gekozen om de aanvraag af te wijzen, wat de rechtbank heeft bevestigd. De rechtbank concludeert dat het UWV op goede gronden heeft vastgesteld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herziening van het eerdere besluit rechtvaardigden. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard, en zij krijgt geen griffierecht of proceskosten vergoed.