In deze civiele procedure heeft De Gedenkgroep B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] voor een onbetaald bedrag van € 2.665,37, voortvloeiend uit een overeenkomst voor het plaatsen van een monument. De gedaagde heeft tot nu toe € 3.700,00 betaald, maar heeft de hoofdsom niet voldaan. De Gedenkgroep heeft een veertiendagenbrief gestuurd, maar [gedaagde] heeft niet gereageerd op de repliek. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] niet heeft aangetoond dat er een betalingsregeling is afgesproken, waardoor hij de hoofdsom direct moet betalen. De Gedenkgroep heeft recht op wettelijke rente, maar niet op buitengerechtelijke kosten, omdat de vereiste termijn in de aanmaning niet voldeed aan de wettelijke eisen. De kantonrechter heeft de proceskosten aan de kant van De Gedenkgroep begroot op € 1.204,54 en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.