In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, uitgesproken op 15 mei 2024, wordt de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige verlengd. De zaak betreft de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, die verzoekt om de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige, geboren in 2021, te verlengen. De rechtbank heeft de moeder als belanghebbende aangemerkt, terwijl de stiefvader als informant wordt beschouwd. De procedure omvat een mondelinge behandeling met gesloten deuren, waarbij de moeder en haar advocaat aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling. De stiefvader was niet verschenen, ondanks dat hij correct was opgeroepen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de stiefvader niet als belanghebbende kan worden aangemerkt, omdat hij geen zorg heeft gedragen voor de minderjarige. De rechtbank heeft ook de noodzaak van de verlenging van de uithuisplaatsing onderbouwd, verwijzend naar het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige. De rechtbank heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 1 oktober 2024, met een pro forma datum van 1 augustus 2024 voor verdere behandeling van het verzoek. De rechtbank verzoekt de gecertificeerde instelling om rapportage over de voortgang van het KSCD-onderzoek en een plan van aanpak voor de minderjarige.