De rechtbank oordeelt dat de gederfde winst kwalificeert als gevolgschade, zoals Vertidrive heeft aangevoerd, aangezien deze schade niet rechtstreeks het gevolg is van de tekortkoming, maar in het overige vermogen wordt geleden als gevolg van het tekortschieten van Vertidrive. Het beroep dat Asia Airblast tijdens de mondelinge behandeling deed op de vernietigbaarheid van artikel 13.4, is naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf niet te laat gedaan, in tegenstelling tot wat Vertidrive aanvoerde. Niet valt in te zien hoe Vertidrive door deze gang van zaken in haar belangen is geschaad. Echter, het beroep van Asia Airblast slaagt niet. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Zoals Vertidrive terecht heeft aangevoerd tijdens de mondelinge behandeling mist het bepaalde in artikel 6:233 sub a BW in dit geval toepassing, omdat hier, zo is niet in geschil, sprake is van een overeenkomst tussen partijen die handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf en die niet beide in Nederland gevestigd zijn, ongeacht het recht dat de overeenkomst beheerst (artikel 6:247 lid 2 BW). Dat laat onverlet dat het, zoals ook door Asia Airblast is aangevoerd, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar kan zijn dat aan Vertidrive een beroep toekomt aan artikel 13.4 van de Metaalunievoorwaarden op grond van artikel 6:248 lid 2 BW. Volgens Asia Airblast houdt de door haar geleden schade verband met de kern van de overeenkomst en de voor de hand liggende gevolgen van het niet presteren van Vertidrive. Dat zou betekenen dat nagenoeg sprake is van algehele uitsluiting van de aansprakelijkheid, zonder dat daartoe iets tegenover is gesteld, wat volgens Asia Airblast onredelijk bezwarend is.
De rechtbank volgt Asia Airblast op dit punt niet. Het is bepaald niet ongebruikelijk dat een onderneming tegenover andere ondernemers haar aansprakelijkheid voor gevolgschade beperkt en/of uitsluit. Asia Airblast heeft niet, althans onvoldoende gemotiveerd onderbouwd waarom dat in dit geval onaanvaardbaar zou zijn. Partijen zijn beide professionele ondernemingen en indien Asia Airblast het met deze uitsluiting niet eens was, dan had zij met Vertidrive andere afspraken moeten maken. Dat Asia Airblast een buitenlandse partij is en mogelijk niet bekend met de Metaalunievoorwaarden doet hier niks aan af, aangezien de voorwaarden in een voor haar begrijpelijke taal, namelijk Engels, aan haar ter hand zijn gesteld. Daarbij is naar het oordeel van de rechtbank ook relevant dat Vertidrive zich steeds coöperatief heeft opgesteld en zelf mogelijk ook schade heeft geleden tijdens de herstelpogingen gedurende meer dan een jaar.
Gelet op het voorgaande oordeelt de rechtbank dat vergoeding van de gederfde winst aan de zijde van Asia Airblast ad € 123.069,00 op grond van artikel 13.4 van de Metaalunievoorwaarden is uitgesloten. Deze vordering wordt afgewezen.
4.9.1.Ten aanzien van de schade als gevolg van het niet kunnen inzetten van de machines ter hoogte van € 124.460,00, overweegt de rechtbank als volgt. Tussen partijen is niet in geschil dat Asia Airblast de machines doorverkocht aan Allbest en dat de machines dus door Allbest zouden worden ingezet. Asia Airblast heeft pas tijdens de mondelinge behandeling naar voren gebracht dat Allbest haar schade bij Asia Airblast in rekening heeft gebracht en dat dit dus ook schade is die door Asia Airblast wordt geleden. Vertidrive heeft echter reeds bij conclusie van antwoord verweer gevoerd tegen de stelling van Asia Airblast dat zij deze schade lijdt. Het had dus op de weg van Asia Airblast gelegen om haar stelling nader (met stukken) te onderbouwen. Dat heeft zij niet gedaan en daarom wijst de rechtbank deze vordering als zijnde niet, althans onvoldoende gemotiveerd onderbouwd af.
Buitengerechtelijke incasso- en beslagkosten (vordering 4 in conventie)