Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
2.De beoordeling
[minderjarige], geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2012 (hierna: minderjarige).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 13 juni 2024 een beschikking gegeven in een verzoekschriftprocedure. Verzoekers, de ouders van een minderjarige, vroegen om toestemming om hun kind te vertegenwoordigen in een gerechtelijke procedure tegen een school, die onderdeel uitmaakt van een stichting. De minderjarige heeft schade geleden door het handelen van de school. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding in de procedure al op 25 maart 2024 was uitgebracht, terwijl het verzoek om toestemming pas op 17 april 2024 is ingediend. Desondanks heeft de kantonrechter de gevraagde machtiging verleend, omdat dit in het belang van de minderjarige werd geacht. De machtiging is echter onder de voorwaarde verleend dat de kosten van de procedure en eventuele proceskostenveroordeling voor rekening van de ouders komen en niet voor rekening van de minderjarige. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. C.J. Frikkee. Tegen deze beschikking staat hoger beroep open bij het gerechtshof Den Haag, dat alleen door een advocaat kan worden ingesteld. Verzoekers en andere belanghebbenden hebben drie maanden de tijd om hoger beroep in te stellen na kennisgeving van de beschikking.