4.4.In een deskundigenbericht van 17 september 2024 heeft De Jong deze vragen als volgt beantwoord:
“1. Wat was de herbouwwaarde van de opstal op 1 januari 2017 direct voorafgaande aan de brand (“waarde voor het evenement”)?
Om deze vraag te beantwoorden maakte ik een herbouwbegroting waarbij ik mij baseerde op de volgende uitgangspunten:
De tekeningen van het pand (voor het bepalen van de maatvoering/hoeveelheden).
De foto’s en een opnamerapport van de situatie voor de brand.
Het polisblad alsmede de bijbehorende polisvoorwaarden WP0804 versie januari 2011.
Ik heb geen correctie toegepast in verband met veroudering of achterstallig onderhoud omdat de polis daar geen mogelijkheid toe biedt. Als voorbeeld: als de vloerbalken verrot/ beschimmeld zijn, dan rekende ik nieuwe vloerbalken. Maar het buitenschilderwerk dat bijvoorbeeld op de houten kozijnen aanwezig hoort te zijn maar in dit geval, vanwege veroudering vrijwel niet meer aanwezig was, liet ik grotendeels buiten beschouwing. Zo maakte ik per onderdeel de afweging of het gerechtvaardigd was om zaken wel of niet te betrekken in mijn berekening van de herbouwwaarde. Op basis van de foto’s die voor de schade gemaakt waren begrootte ik dat nog 50% van de wanden van stucwerk voorzien was. De elektrische installatie, de verwarmingsinstallatie, het waterleidingwerk binnen, het sanitair en de keuken waren voor de schade (al vrijwel) niet meer aanwezig. De kosten daarvan liet ik, op een enkel onderdeel na, buiten beschouwing.
In mijn begroting hield ik rekening met de benodigde bouwplaatskosten (steigers, keten, bouwplaatsvoorzieningen), algemene kosten voor de aannemer (de kosten van zijn kantoor met -personeel en andere vaste bedrijfskosten), alsmede met een post winst en risico voor de aannemer. Verder voegde ik kosten toe voor architect en constructeur alsmede voor bouwleges en verzekeringen. Ik begreep dat het pand niet meer op de nutsvoorzieningen aangesloten was, de kosten voor de aansluiting van de nutsvoorzieningen liet ik daarom buiten beschouwing.
De meerkosten die verband houden met de monumentale status liet ik, zoals eerder gemeld, buiten beschouwing
Verder hield ik 1 januari 2017 aan als prijspeil van de herbouwkosten.
Op basis van mijn becijfering bepaalde ik de herbouwwaarde direct voor de gebeurtenis, op basis van de polisvoorwaarden, op
EUR 236.115,30inclusief btw
2. Wat was de herbouwwaarde van de opstal op 1 januari 2017 direct na de brand (“waarde na het evenement”)?
Uit de foto’s in mijn dossier leid ik af dat de brand vooral gewoed heeft in het hoofdpand. Van de lagere zijaanbouw, aan de oostzijde, stond het casco nog overeind. Vooral aan dat gedeelte ken ik nog de nodige restwaarde aan het metselwerk toe. Van het hogere deel ging al het metselwerk verloren. Evenwel verwacht ik dat de houten begane grondvloer niet onbeschadigd maar wel reparabel geweest zou zijn, de brand heeft namelijk hoger in de woning gewoed. Ook de fundatie en de kelder zullen door de brand minimaal aangetast zijn. Het bakhuisje aan de achterzijde lijkt, behoudens de dakconstructie, nauwelijks geleden te hebben onder de brand.
Ook in dit geval betrok ik in de restantwaarde het bijbehorende deel van de bouwplaatskosten, de winst en risico en overige bijkomende kosten. Dit alles becijferde ik op basis van het prijspeil van 1 januari 2017.
Op basis van mijn becijfering bepaalde ik de herbouwwaarde direct na de gebeurtenis, op basis van de polisvoorwaarden, op
EUR 43.103,48inclusief btw
Ik merk op dat de waarde direct na de gebeurtenis in later stadium verder gereduceerd is door het slopen dat in opdracht van Van der Pols is uitgevoerd. De lagere waarde na die daardoor ontstond beschouw ik niet als de waarde die met deze vraagstelling bedoeld wordt: “de waarde van de opstal op 1 januari 2017 direct na de brand”.
3. Op welk bedrag (inclusief btw) stelt u de opstalschade vast?
Conform de polisvoorwaarden bedraagt de opstalschade het verschil tussen de waarde voor en de waarde na de gebeurtenis. Dat bedrag is exclusief de bijkomende kosten. Deze stel ik vast bij de beantwoording van vraag 4.
Bij vraag 1 bepaalde ik de waarde voor op EUR 236.115,30
Bij vraag 2 bepaalde ik de waarde na op EUR 43.103,48
Het verschil bedraagt de opstalschade:
EUR 193.011,82inclusief btw
4. Op welke bedragen (inclusief btw) stelt u de bijkomende schadeposten als bedoeld in de polisvoorwaarde WP0804 vast?
Onder 7 somde ik op voor welke bijkomende kosten de polis dekking biedt:
Tot maximaal 100% van de verzekerde som:
• Bereddingskosten
Tot maximaal 20% van de verzekerde som:
• Opruimingskosten
• Tuinaanleg
Tot maximaal 10% van de verzekerde som:
• Saneringskosten
• Noodvoorzieningen
• Kosten op last van de overheid
• Huurderving tot 52 weken.
Als kosten op last van de overheid beschouwen verzekeraars, zo is mijn ervaring van de afgelopen tientallen jaren, de meerkosten die een verzekeringnemer bij herbouw moet maken om het oorspronkelijke pand aan de actuele bouweisen te laten voldoen. Dat betreft de meerkosten om een gebouw te laten voldoen aan de meest actuele constructieve en thermische eisen, maar ook de elektrische installaties en de ventilatie- en verwarmingssystemen moeten daaraan voldoen.
Tot slot is tegenwoordig de verplichte minimale verdiepingshoogte grotere dan decennia geleden. Het hoeft geen betoog dat het oorspronkelijke pand op geen enkel van die gebieden aan de regelgeving anno 2017 heeft voldaan.
Van alle bijkomende kosten heb ik geen enkele informatie ontvangen. Op basis van mijn ervaring met soortgelijke situaties schat ik de bijkomende kosten als volgt in:
Bereddingskosten: plaatsen van bouwhekken EUR 1.210,00
Opruimingskosten: slopen verloren gegane deel, asbestonderzoek en leges EUR 8.621,25
Tuinaanleg (niet van toepassing, er was geen “tuinaanleg”) EUR 0,00
Saneringskosten (niet van toepassing, althans geen informatie over) EUR 0,00
Noodvoorzieningen (niet van toepassing) EUR 0,00
Kosten op last van de overheid EUR 45.017,00
Huurderving (niet van toepassing, het pand was voor de brand al
onbewoonbaar) EUR 0,00
Totaal bijkomende kosten inclusief btw
EUR 54.848,25
5. Is er sprake van een verschil (van meer dan 10% naar boven of naar beneden) tussen uw schadevaststelling en de bedragen waarvan Tegenwicht Contra-Expertise bij de schadetaxatie is uitgegaan?
Op de akte van taxatie van 29 november 2017, die Tegenwicht ondertekende, staat geen waarde voor en waarde na bedrag vermeld. Er wordt een bedrag aan “opstalschade” vastgesteld à EUR 95.250,00, alsmede een bedrag aan opruimingskosten van EUR 7.500,00 en een bedrag aan noodvoorzieningen a EUR 1.000,00, alle bedragen zijn inclusief btw.
De door mij vastgestelde bedragen zijn aanzienlijk hoger.
6. Zo ja, kunt u het verschil verklaren?
Uit de berekening van Tegenwicht en uit zijn e-mail bericht van 18 mei 2018 blijkt dat rekening is gehouden met de “zeer slechte staat” van het pand voor de brand. Ik meen echter dat op basis van de polisvoorwaarden geen rekening gehouden hoeft te worden met bestaande bouwkundige gebreken.
Los daarvan lijkt de elementenbegroting van Tegenwicht wel erg grofmazig, waardoor de kans op rekentechnische afwijkingen toeneemt.
Tot slot is het naar mijn inzicht onjuist dat Tegenwicht geen kosten op last van de overheid heeft begroot. Op basis van de polisvoorwaarden zie ik geen enkele reden om die post buiten beschouwing te laten.
7. Hebt u aanvullende opmerkingen die van belang zijn voor de beantwoording van de vraag of sprake was van een relevant verschil tussen de werkelijke brandschade en het bedrag waarvan Tegenwicht Contra-Expertise is uitgegaan bij de schadetaxatie?
Naar ik begreep is de btw voor van der Pols Exploitatie B.V. verrekenbaar. Dat zou inhouden dat de btw niet betrokken hoeft te worden in de door u opgevraagde bedragen. Omdat in uw vraagstelling nadrukkelijk gevraagd wordt om inclusief btw bedragen is in elk door mij genoemd bedrag 21% btw begrepen.”