In deze zaak vordert eiseres, vertegenwoordigd door de Landelijke Associatie van Gerechtsdeurwaarders, betaling van drie facturen ter waarde van in totaal € 1.920,00 van gedaagde, die zelf procedeert. De vordering is gebaseerd op een geneeskundige behandelingsovereenkomst voor een maagverkleining, waarbij eiseres stelt dat de behandelingen onder de basiszorg vallen en gedaagde deze kan indienen bij haar zorgverzekering. Gedaagde heeft de facturen na meerdere aanmaningen niet betaald, maar erkent dat zij de facturen moet betalen, hoewel zij twijfels heeft over de juistheid van sommige facturen.
Tijdens de zitting op 10 juli 2025 was gedaagde niet aanwezig, terwijl eiseres en haar gemachtigde wel aanwezig waren. De kantonrechter heeft de vorderingen van eiseres toegewezen, omdat eiseres voldoende bewijs heeft geleverd dat gedaagde de bedragen verschuldigd is. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde € 1.920,00 aan eiseres moet betalen, evenals incassokosten van € 288,00 en wettelijke rente vanaf 28 augustus 2024. Daarnaast moet gedaagde de proceskosten van € 1.041,14 vergoeden. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als gedaagde in hoger beroep gaat.